Column | De vraag naar betekenis is niet alleen een politieke kwestie

Ik ben niet erg geschikt voor het leven. Dat weet ik al dertig jaar en ik ben eraan gewend. Ik heb mijn leven anders vormgegeven dan de meeste mensen die ik ken. Tegelijkertijd ben ik juist heel geschikt voor het leven, omdat ik veel voel en zie, en dat door mijn werk kan teruggeven aan de wereld waardoor anderen het zien. Maar zelf heb ik er soms weinig aan, ook al heb ik een rijk leven en het voorrecht om oprecht te kunnen leven.

In de discussie over suïcidewetgeving lijkt het alsof moeite met leven een afwijking is. De standaard is dat je het leven prima vindt en er lol in hebt. Maar het leven is niet prima, ook al kan ik er best lol in hebben. Geliefden worden ziek en gaan dood, je kunt zelf ziek worden, er is heel veel geweld. Tegen dat geweld kun je je verzetten, en in het verzet kun je zin vinden. Het is in elk geval een van de manieren waarop ik betekenis vind.

Maar de vraag naar betekenis is niet alleen een politieke kwestie, ook een existentiële. Het gaat er niet alleen om wat het leven jou te bieden heeft, ook wat jij het leven te bieden hebt. Dat existentiële aspect raakt verloren als moeite met het leven als iets raars wordt beschouwd of als een psychiatrisch probleem. En het maakt het moeilijk om erover te praten.

Natuurlijk moeten mensen die praktisch en/of psychisch in nood zijn worden geholpen. Iemands denken en voelen kan worden vertekend door depressie, een zompig moeras dat je vastzet in het heden. Het is belangrijk om te weten dat je daaruit kunt komen – door medicijnen, therapie, vrienden, en wat geluk. Maar het is voor iedereen belangrijk om eerlijk met anderen te praten over de betekenis van het leven en je eigen bestaan. Sterker nog, het leven recht in het gezicht durven te kijken is het fundament onder oprecht leven.

Dus ja, we hebben betere psychische gezondheidszorg nodig, waaronder jeugdzorg. Wie voor het eerst depressief wordt moet kunnen horen en zien dat het kan veranderen. Maar het leven is niet maakbaar en mensen zijn dat ook niet. In plaats van mensen zelfmoord alleen uit het hoofd te willen praten, wat soms moet, is het belangrijk om de vraag naar zelfmoord serieus te nemen in deze tijd, die is getekend door marktdenken, angst voor de vreemdeling, en doemscenario’s over de toekomst. En om collectief na te denken over andere manieren van samenleven en zijn.

Maar ook in een ideale samenleving met voldoende zorg zullen er mensen zijn die het donker beter (of sterker) zien en voelen dan anderen. De vraag naar de betekenis van ons leven is een van de grote vragen. Over die grote vragen weten we bijna niks (daarom hebben we ook zo’n behoefte aan kunst). Zoals filosoof Blaise Pascal schrijft in zijn Gedachten: we zijn onbekwaam om iets met zekerheid te weten maar ook om volkomen onwetend te zijn. Juist die combinatie maakt het menselijke bestaan moeilijk.

Pascal schrijft ook: „De mens is maar een riet, het zwakste in de natuur, maar hij is een denkend riet.” We zijn denkend en handelend riet, verbonden met ander riet, dat geweld kan vergroten of verkleinen, en dat zich bewust is van zijn eigen rietigheid en nietigheid. Die nietigheid is ook troostrijk. We zijn van het leven, van het land, en als we klaar zijn met ons bestaan keren we daar weer in terug. Ik vind het mede daarom ook fijn om met andere dieren om te gaan, die relativeren wat de mensenmaatschappij zo belangrijk vindt.

Uiteindelijk zijn we allemaal deels geschikt, deels ongeschikt voor het leven. In het bosje waar ik vaak wandel staat een boom die omgewaaid is en daarna in een hoek van negentig graden omhoog groeide. Dan maar zo, doet de boom voor. Volg het leven maar.

Eva Meijer is schrijver en filosoof. Ze schrijft om de week een column. Praten over zelfdoding kan bij hulp- en preventielijn ‘Zelfmoord? Praat erover’. Telefoon 0900-0113 of via 113.nl