De Soedanese muzikant Mohamed Adam (32) bracht vlak voor het uitbreken van de burgeroorlog een jaar geleden een beetje vrede in zijn woonplaats Nyala, in de westelijke regio Darfur. „Muziek overstijgt politieke ruzies en vetes, het doet een beroep op emoties en bevordert zo de vrede”, zegt hij.
Een maand voor de oorlog waren de spanningen tussen de Arabische en de Afrikaanse Soedanezen geëscaleerd, met doden en ontheemden als gevolg. Adam organiseerde een muziekevenement en nodigde alle vijandige groepen uit. „Wanneer er muziek klinkt, vindt er een wonderbaarlijke transformatie plaats. Leden van de ene vijandige groep zetten hun meningsverschillen opzij en deden mee met de dans van de andere groep. Ondertussen begon de andere stam, hoewel aarzelend, met meer begrip naar de andere groep te kijken. Dit soort muzikale interactie brengt verandering.”
Adam leeft nu als balling in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. „Iedere dag bij het opstaan pijnigt mijn instinct me om terug te keren naar Soedan, mijn inspiratie en creativiteit komen uit Soedan. Als ik in Kenia optreed, kan ik mijn emoties overbrengen naar de toeschouwers, maar ik voel me nog steeds een vreemde. Leven als een balling is een grote uitdaging, ik weet niet hoe lang ik dit volhoud.”
Volksopstand in 2019
Zijn wat iele, zachte stem vraagt om vrede. „Ik maakte de oorlog in Darfur mee. Deze ervaringen hebben mijn muziek en mijn kijk op de wereld gevormd. De herinneringen aan mijn dorp, nu verlaten vanwege de oorlog, blijven mijn muziek beïnvloeden.” Juist in tijden van onrust groeit het belang van kunst en muziek. Of zoals Karim al-Kabli, een geliefde Soedanese volkszanger ooit tegen NRC zei: „Kunstenaars zijn de meest gevoelige mensen. Zij voelen het lijden van anderen sterker dan de slachtoffers zelf.”
De oorlog werd hun grootste nachtmerrie, maar hun belangrijkste ervaring, hun inspiratie in het leven van de generatie van Adam blijft de volksopstand van 2019. Op een sit-in bij het legerhoofdkwartier in de hoofdstad Khartoem kwamen wekenlang een miljoen burgers bijeen, eerst om het aftreden te eisen van president Bashir en vervolgens om een einde te maken aan het hardnekkige militaire bestuur in Soedan. ‘De revolutie’ noemt iedere Soedanees deze demonstratie van volkskracht.
Tót het reguliere leger van president Abdel Fattah al-Burhan en de paramilitaire strijdkrachten van Mohamed Hamdan Dagalo (alias Hemedti) op de demonstranten gingen schieten. Twee jaar later brachten ze met een staatsgreep de revolutie om zeep, vorig jaar raakten ze onderling slaags.
In 2019 vierden Soedanezen hun vrijheid. Alle rassen, alle stammen, hadden elkaar gevonden in hun oppositie tegen dertig jaar straffe conservatieve religieuze politiek. Die eenheid, die volksorde waarbij alle neuzen dezelfde kant uitstonden, creëerde de magie van de revolutie.
Adam speelde met zijn band op de sit-in. „Een gevoel van vrijheid overspoelde me. Die hernieuwde vrijheid behoorde ons allen toe en gaf de kracht om onze verlangens na te streven, inclusief onze artistieke inspanningen. Het was een tijd van hoop en dromen, waarin de mogelijkheden grenzeloos leken.”
Muurschilderingen
Tarig Kamaleddin (46) is schilder en vluchtte naar Egypte. Ook in zijn ballingsoord Cairo gaan zijn gedachten regelmatig terug naar 2019. „De enorme energie van de jeugd voor verandering werd op de sit-in weerspiegeld in kunst en dromen”, vertelt hij. Hij ervoer hoe de belangstelling voor kunst groeide. Waar de fundamentalisten dertig jaar een sobere vorm van kunst louter in dienst van God propageerden, konden Soedanezen zich bij hun activiteiten op straat nu artistiek uiten door zang, tekenen, poëzie en theater. „De kunsten speelden een belangrijke rol in de revolutie en manifesteerden zich in straatkunst zoals muurschilderingen en beïnvloedden mijn werk.”
De muurschilderingen en de slogans zijn weggekalkt, het plein is bezaaid met zandzakken en autowrakken. De revolutie liep uit op de oorlog die misschien wel de meest vernietigende is die Afrika recent heeft meegemaakt. Maar een einde aan die oorlog zal geen einde maken aan Soedans problemen. Bashirs bewind was niet alleen een politieke en corrupte dictatuur. De groep rechts-radicale moslims in zijn entourage zette spionerende buurtraden op die iedere Soedanese burger in de gaten hielden en een soort theocratie afdwongen waaronder omgangsvormen werden gekneed volgens de wetten van het geloof. Soedans unieke diversiteit, zijn Afrikaanse en Arabische karakter, kwam onder druk te staan door arabisering.
Zelfexpressie
Voor Adam was het destijds een uitdaging om muzikant te zijn in die conservatieve en islamitische omgeving. Maar bij de sit-in in 2019 scandeerden de Soedanezen: „Dit is een Afrikaanse revolutie. Soedan is geen Arabisch land. De revolutie is dat iedereen weer gelijk is.” Adam ervaart nu hoe door de oorlog de bevolking opnieuw gepolariseerd raakt, zijn fans vragen hem soms om partij te kiezen tussen Burhan en Hemedti. „Het punt is dat zelfs als er morgen plotsklaps vrede zou zijn, de invloed van de islamitische fundamentalisten, evenals die van het regeringsleger en de RSF, het hoogst onwaarschijnlijk maken dat de situatie terugkeert naar hoe het in 2019 was. De cultuur zal conservatief blijven en zelfexpressie belemmeren. Toch hebben de geschiedenis van de revolutie en de nasleep ervan een gevoel van eenheid onder de nieuwe generatie teweeggebracht. Deze generatie, jonger dan wij, heeft een sterker gevoel van cohesie getoond dan ooit tevoren. Als er vrede komt zal deze eenheid ons moeten redden.”
Tarig Kamaleddin sluit zich daar bij aan. „Kunstenaars kregen voor het eerst sinds dertig jaar de vrijheid om hun gedachten en emoties over te brengen. Ik geloof dat sinds de revolutie jonge Soedanezen een groter vermogen hebben om kunst te waarderen. Zij vertegenwoordigen de volgende generatie, en de opkomende schilders onder hen zullen ongetwijfeld een boodschap overbrengen.”