Moet mijn kind naar de voorschool? Moet ik dat dan zelf betalen? Moet ik dat zelf voorschieten? Alles? Of krijg ik een tegemoetkoming? Bij wie vraag ik dat aan? De Belastingdienst? De Gemeente? En wat als mijn inkomen verandert? Moet ik het dan terugbetalen?
Het woud van regelgeving en instanties rond onderwijs, opvang en educatie aan jonge kinderen lijkt ondoordringbaar. Met deze wirwar aan regels helpt de overheid ouders met weinig geld niet. De eerste die afhaken zijn ouders met kinderen die het misschien wel het hardst nodig hebben. Leerkrachten in het basisonderwijs onderschrijven dit.
Op de voorschool leren peuters, vanaf twee jaar, de Nederlands taal en spelen in de groep. Zestien uur per week, gespreid over drie dagen.
In een enquête afgelopen week van de Academie en Vakvereniging Schoolleiders blijkt dat 80 procent van de basisschool directeuren te maken heeft met ‘grote uitdagingen bij de instroom van kinderen zonder voorschool’. In diezelfde enquête blijkt dat het bereik van de voorschool gestaag terugloopt.
Ook in gemeenten met een gratis toegankelijke voorschool, zoals Rotterdam, loopt het bereik terug.
Je kunt hoe dan ook constateren dat we het onderwijs aan peuters veel te complex georganiseerd hebben. Het ministerie van SZW, het ministerie van OCenW, gemeenten, het Centrum voor Jeugd- en Gezin, kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen, de Belastingdienst en welzijnswerk – alle betrokken partijen. Vind daar je weg maar in.
Eenvoudige oplossing
De oplossing is eenvoudig: een leerplicht vanaf drie jaar. Daar zijn veel argumenten voor. De belangrijkste: het geeft de grootste zekerheid dat alle kinderen, ook de meest kwetsbare, een goede start in het leven krijgen. De basisvaardigheden van Nederlandse leerlingen lopen al jaren gestaag terug. Achterstanden in het voortgezet onderwijs zijn vaak al opgelopen op jonge leeftijd. Leerplicht voor kinderen vanaf drie jaar zorgt voor iedere peuter voor een goede start en bevordert een doorlopende leerlijn.
Het hele onderwijs plukt hier de vruchten van. In plaats van het wegwerken van achterstanden bij een aantal leerlingen, kan de leraar focussen op het bieden van goed onderwijs voor de hele groep. Het maakt het vak van leraar aantrekkelijker. En dat kan de onderwijs arbeidsmarkt goed gebruiken.
Een goede start op jonge leeftijd levert de hele samenleving veel op. Als de overheid bestaanszekerheid wil geven, begin dan bij het jonge kind. Het levert een beter functionerende arbeidsmarkt en we voorkomen zorgkosten als gevolg van al vroeg ontstane achterstanden.
Een leerplicht vanaf drie jaar helpt segregatie tegen te gaan, waar we die nu feitelijk in de hand werken door met kinderopvang en voorschool aleen scheiding tussen groepen aan te brengen. En ik ben ervan overtuigd dat jonge kinderen een rijkere ontwikkelomgeving bieden leidt tot veiligheid en leefbaarheid op straat.
Complex toeslagensysteem
Met een leerplicht vanaf drie jaar zijn we voor een groot deel af van een complex toeslagensysteem. In een tijd waarin het wantrouwen jegens de overheid groeit, en mensen de ingewikkelde regels vaak niet meer overzien, is dat ook belangrijk.
Natuurlijk besef ik dat we een verlaging van de leerplicht niet volgend jaar of het jaar daarop kunnen realiseren. Natuurlijk moeten we investeren in het opleiden en werven van goed geschoold personeel. Maar alles begint met eerlijkheid: het huidige stelsel werkt niet. En alles begint met een ideaal: ieder kind verdient een goede start en gelijke kansen.