Het had als „een klap in gezicht van de Joodse gemeenschap” gevoeld, zegt Ronny Naftaniel over de verklaring van GroenLinks-PvdA over de opening van het Holocaustmuseum in Amsterdam. Kamerlid Kati Piri schreef op vrijdag 8 maart, twee dagen voor de opening, dat de komst van de Israëlische president Yitzhak Herzog gezien de situatie in Gaza „uitermate pijnlijk” is en de opening „overschaduwt”. Voor Naftaniel, oud-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël -(CIDI) en een boegbeeld van de Joodse gemeenschap in Nederland, was het reden na bijna vijftig jaar zijn lidmaatschap van de PvdA op te zeggen. „De opening van het Holocaustmuseum was, na al die jaren van voorbereiding, een historisch moment voor de Joodse gemeenschap. Dan kun je als fatsoenlijke partij niet zeggen dat de president van de Joodse staat bij die opening niet welkom is.”
De verklaring van Piri leidde afgelopen week tot onrust onder Joodse en niet-Joodse leden van de PvdA. Afgelopen donderdag ging partijleider Frans Timmermans met een groep partijgenoten over de verklaring in gesprek. Een groep verontruste leden heeft deze week een motie opgesteld voor het partijcongres van volgende maand, waarin wordt gesteld dat „de PvdA een lange en ook joodse geschiedenis heeft” en dat „geluiden van Joodse leden die hun partij niet herkennen en/of hun lidmaatschap op hebben gezegd ons tot het bot toe moeten raken”.
Waarom besloot u op te stappen?
„Ik begrijp dat de PvdA problemen heeft met de situatie in Gaza, maar het zou chic zijn geweest als Timmermans Herzog had ontvangen en met hem het gesprek was aangegaan. Toen de verklaring van Piri kwam, was ook al bekend dat groeperingen de opening wilden verstoren door te gaan demonstreren. Als je dan als gerespecteerde politieke partij zegt dat Herzog niet uitgenodigd had moeten worden, geef je politieke rugdekking aan dat soort demonstraties. En we hebben allemaal gezien wat er zondag bij het Holocaust Museum is gebeurd.”
De PvdA zegt juist: wij wilden met het weren van Herzog zorgen dat de opening niet politiek zou worden.
„Het tegenovergestelde is gebeurd. Door te eisen dat Herzog niet mocht komen, terwijl zijn aanwezigheid door de Joodse gemeenschap gewenst was, heeft de PvdA dit politiek gemaakt.”
Was dit de enige reden voor uw besluit?
„Er waren al zaken die ik betreurde, zoals het zo goed als verdwijnen van de contacten tussen de PvdA en de Israëlische Arbeidspartij, die vroeger heel warm waren. Ook vond ik de opstelling van de PvdA inzake Iran te afwachtend. In het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamer én nu Europa stond niets over Iran, en wel heel gedetailleerd wat Israël allemaal moet doen. Dat is heel eenzijdig als je weet dat Iran een onderdrukkend regime heeft dat de regio destabiliseert.
„Mijn echte irritatie begon na 7 oktober. Aanvankelijk zag ik veel begrip bij de PvdA voor Israël, ook bij Timmermans. Maar al snel distantieerde GroenLinks-PvdA zich van een motie die het recht van Israël op zelfverdediging benadrukte, terwijl de fractie daar eerst vóór had gestemd. Kati -Piri dreigde ook al snel met het intrekken van de steun voor het handelsverdrag met Israël als er niet snel een staakt-het-vuren kwam. Dat waren twee zaken die mij deden aarzelen. Maar de verklaring van vorige week deed echt de deur dicht.”
Heeft u iets gehoord vanuit de partij na uw opzegging?
„Aanvankelijk niet. Pas toen De Telegraaf er aandacht aan ging besteden, kreeg ik afgelopen dinsdagavond een appje van Frans Timmermans dat het hem heel erg spijt dat ik was opgestapt en dat hij graag in gesprek wil. Ik heb gereageerd dat ik dat op termijn graag wil, om hem uit te leggen wat me dwars zit. Ik heb er wel bij gezegd dat een terugkeer als lid geen optie is.”
Hoe hebt u gekeken naar de gebeurtenissen rond het Holocaust Museum?
„Protest tegen de komst van Herzog moet kunnen, maar had dat op 200 meter afstand gedaan. Er stond nu een tierende menigte pal voor het museum, op een plek waar geen demonstratie was aangevraagd. Het is onverteerbaar dat getraumatiseerde Holocaustoverlevenden het gejoel en gescheld van die menigte moesten doormaken na wat ze in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Het deed veel mensen denken aan de zwartste momenten uit het Joodse verleden. Ik vind dat burgemeester Halsema hier een heel grote fout heeft gemaakt.”
Is het klimaat voor u als Joodse Amsterdammer na 7 oktober veranderd?
„Het antisemitisme is zeker heftiger. Het veiligheidsgevoel van Joden is sindsdien op twee manieren aangetast. Mensen realiseren zich plotseling dat Israël niet meer zo’n veilig toevluchtsoord is als gedacht, en tegelijkertijd blijkt weer dat wat in Gaza gebeurt enorm afstraalt op de positie van de Joodse gemeenschap hier. Joden die ik spreek voelen zich bijvoorbeeld door die demonstraties geïntimideerd. Ik heb dat zelf niet zo snel. Er zijn ook mensen die er niet meer goed voor durven uitkomen dat ze Joods zijn. Ze zien en voelen een grotere aversie en agressie tegen Joden.”
Rond de term ‘Nooit meer Auschwitz’ is polarisatie gaande. Na 7 oktober klonken in Israël vergelijkingen met de holocaust.
„De aanval van Hamas was een bloedige misdaad, van een enorme wreedheid, de term ‘pogrom’ was goed gekozen. Geen enkele situatie in het Midden-Oosten kan zoiets wettigen. Maar ik heb niet aan Auschwitz gedacht, want uiteindelijk is Israël toch een weerbare samenleving, dus dat geeft een totaal andere situatie.”
‘Nooit meer’ wordt nu ook gebruikt in de discussie over Gaza, sommige actievoerders vergelijken wat daar gebeurt met de holocaust. Begrijpt u dat?
„Nee, die vergelijking vind ik echt totaal misplaatst. Hamas is deze oorlog op 7 oktober begonnen, daarvoor was er een wapenstilstand. Het aantal Palestijnse burgerslachtoffers dat valt is vreselijk, maar een consequentie van de oorlog. In elke oorlog vallen burgerslachtoffers en die zijn te betreuren, maar dat heeft niets te maken met de systematische massamoord die de nazi’s tot stand hebben gebracht. Israël voert geen politiek die tot doel heeft om iedere Palestijn om te brengen. Dat is niet aan de orde.”
Vele duizenden onschuldige Palestijnen komen om, inclusief weerloze kinderen.
„Je moet proberen het aantal burgerslachtoffers te beperken, ik denk dat Israël dat in een aantal gevallen ook echt probeert. Maar het is in zo’n strijd ook heel moeilijk, en er gebeuren ook ongelukken. Gaza is een postzegel, het is heel lastig opereren.”
Vraagt dat juist niet veel meer terughoudendheid van het Israëlische leger, dat zich het meest morele ter wereld noemt?
„Ja, dat vraagt grote terughoudendheid, maar als Hamas in al die jaren vier keer een wapenstilstand breekt, en elke keer word je weer beschoten of aangevallen, dan is er een moment dat je zegt: nu is het genoeg. Dus dat doel, om Hamas militair zoveel mogelijk uit te schakelen, dat steun ik.”
Is er voor u ook een grens? Het dodental is de 30.000 gepasseerd, mensen verhongeren.
„Daar zitten volgens Israëlische cijfers ook circa 13.000 Hamas-strijders bij. Verder moet er zoveel mogelijk humanitaire hulp komen. Dat gebeurt niet genoeg, dat erken ik. Israël moet ongebreidelde steun geven aan burgers, maar het doel om Hamas militair te vernietigen niet opgeven. Daar zit geen tijdpad aan, ik ben tegen een wapenstilstand zonder dat alle gijzelaars worden vrijgelaten.”
U verdedigt Israël onvoorwaardelijk. Vindt u het soms niet moeilijk nog van het land te houden?
„Ik hou gewoon van Israël, maar je bent soms ook kwaad op je echtgenoot. Voor 7 oktober heb ik talloze malen gedemonstreerd tegen de Israëlische regering, tegen de juridische hervorming die de ontmanteling van de trias politica zou betekenen. Ik heb veel kritiek op de huidige regering en op het gedrag van de kolonisten, wier geweld oogluikend wordt toegestaan. Ik ben voor de sancties tegen die extreme kolonisten, dat had al veel eerder moeten gebeuren. De verrechtsing in Israël doet me pijn, en heeft Israël niet veiliger gemaakt.
„De vraag is wel, als die verrechtsing er niet was geweest, was er dan vrede gekomen? Dat betwijfel ik, want de Palestijnen, met Hamas voorop, hebben al die jaren geen kans gemist om nee tegen vrede te zeggen. Het niet willen accepteren van een Joodse staat, dat is het fundament van het probleem.”
Het is allemaal de eigen schuld van de Palestijnen?
„Nee, van Hamas, dat is echt de cruciale ‘nee’-zegger. In de jaren negentig heeft Hamas het vredesproces eigenhandig opgeblazen door overal in Israël zelfmoordaanslagen te plegen, in winkelcentra en discotheken. Daarna is het hele vredesproces uit het lood gegaan, en is Netanyahu opgekomen, die een hardere lijn koos. Hamas heeft belang bij anarchie, en wil geen vrede, het is een pion van Iran. Op het moment dat Hamas de gijzelaars vrijlaat en de wapens neerlegt, is de huidige oorlog klaar.”
Ziet u nog toekomst voor een veilig Israël dat in vrede leeft met de Palestijnen?
„Het veiligheidsgevoel in Israël is aangetast, maar kan worden hersteld. Daarvoor moet ook een vorm van een tweestatenoplossing worden gevonden, dat is nog steeds de enige oplossing. Op dit moment lijkt dat ver weg, maar het is een horizon waar je naar toe moet werken. Als de militaire macht van Hamas is vernietigd moet er een nieuw bestuur in Gaza komen, mogelijk met een rol voor lokale Palestijnen, de Palestijnse Autoriteit of de Arabische landen. Dan heb je weer de mogelijkheid om iets op te bouwen.”