In de maanden februari en maart zijn vier baby’s overleden aan kinkhoest. Dat meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vrijdag. Volgens het instituut is het totaal aantal meldingen van kinderen met kinkhoest sterk gestegen ten opzichte van een maand geleden, het aantal meldingen van besmette baby’s is ongeveer gelijk gebleven.
De stijging van het wekelijkse aantal nieuwe besmettingen bij kinderen lag halverwege februari nog op zo’n 110, onder wie 20 baby’s. Inmiddels gaat het om tweehonderd tot driehonderd meldingen per week van besmette kinderen, onder wie nog steeds zo’n twintig baby’s. De stijging van het wekelijkse aantal meldingen van besmette kinderen was eerder vooral te zien in de Biblebelt, maar volgens het RIVM nu ook in andere delen van het land.
Ongeveer de helft van de besmette baby’s moet worden opgenomen in het ziekenhuis. 85 procent van de opgenomen baby’s was niet voldoende beschermd tegen kinkhoest omdat de baby en/of de moeder niet gevaccineerd was. Een zwangere die de vaccinatie haalt – tussen de 22ste week van de zwangerschap en de geboorte – is beschermd tegen kinkhoest. Ook de baby is dan na de geboorte beschermd.
Lees ook Huisartsen praten met ouders in de Biblebelt over de gevaren van kinkhoest: ‘God bepaalt of mijn kind ziek wordt’
Leveranciers van vogelvoer maken consumenten bijna letterlijk blij met een dode mus. Die mengsels zijn mogelijk niet het ideale wintersteuntje. Dat blijkt uit een rapport van Pesticide Action Network Netherlands (PAN), waarin staat dat die mengsels bestrijdingsmiddelen bevatten.
Vogelvoer van negen verschillende producenten, waaronder dat van Welkoop en zelfs van de Vogelbescherming, bevatten gemiddeld zo’n twee gifstoffen. Vogelvoer van Welkoop is met vier aangetroffen bestrijdingsmiddelen én de hoogste dosis (3,2 mg/kg) het giftigst. Deze tuingigant scoorde bij een eerder rapport van PAN in 2021 ook al ondermaats, met de hoogste gehaltes aan bestrijdingsmiddelen op tuinplanten. Biologisch vogelvoer van C.J. Wildlife Foods is als enige ‘gifvrij’ uit de bus gekomen.
Het meest aangetroffen residu is piperonyl-butoxide (PBO, een middel dat het effect van andere pesticiden versterkt), dat in acht van de negen producten aanwezig is. In totaal trof PAN naast PBO nóg vijf soorten pesticide aan: tebuconazool, pyrethrines, chloorpyrifos-methyl, pirimifos-methyl en deltamethrin. Gemiddeld trof PAN 0,51 milligram pesticide per kilo voer aan. Is dat zorgwekkend?
Toxicoloog Jacob de Boer, emeritus professor aan de VU, vindt dat PAN eerder weleens wat „te vroeg” op de alarmknop drukte, maar nu zeker iets „heel serieus” aankaart „De ene stof is neurotoxisch, en de ander is hormoonverstorend. Als het al op een product zit, dan moet het echt onder risicogrenzen zitten. PAN kon tot 0,01 milligram detecteren, eigenlijk moet het daar niet bovenuit komen.”
Helemaal weg
De „bottom-line” van pesticidengebruik is volgens De Boer dat ze helemaal weg moeten zijn bij een eindproduct. „Er zijn talloze pesticiden die natuurlijk afbreken, waardoor het eindproduct gifvrij is. Vogelzaad met pesticiden is echt goed te vermijden.”
De Vogelbescherming laat op haar site weten de resultaten zorgwekkend te vinden: „Voor mensen die vogels willen helpen is het verwarrend dat er toxisch voer in omloop is.” Het voer dat PBO bevatte is daarom niet meer op de website te verkrijgen. Wél verkoopt de Vogelbescherming nog bio-vogelvoer, want dat is volgens de organisatie als enige gifvrij uit het onderzoek van PAN gekomen. Dit lijkt op eerste gezicht niet overeen te komen met het PAN-rapport, dat enkel het vogelzaad van C.J. Wildlife Foods vermeldt als gifvrij. De website van de Vogelbescherming toont echter afbeeldingen van twee merken bij haar bio-vogelvoer: een kilopak van het niet geteste BestLife, en een 2,5-kilopak van C.J. Wildlife.
Komt het vogelvoer dan van twee fabrikanten? „Nee, de website klopt niet. Al ons biologisch vogelvoer is in samenwerking met C.J. Wildlife gemaakt”, verduidelijkt de Vogelbescherming. „Het bio-voer op onze website is dus hetzelfde gifvrije voer dat PAN onderzocht.”
Een opluchting voor bijvoerende consumenten, toch raadt de Vogelbescherming aan om terughoudend te zijn: „Zorg dat de vogels een groot deel van het jaar natuurlijke zaden en insecten kunnen vinden. Dat doet meer goed dan alleen bijvoeren. En als je dan toch bijvoert, gebruik dan biologisch voer.”
Om te bekomen van het superieure Berlioz-concert-op-zondagochtend van het Radio Filharmonisch Orkest, onder de vuurspuwende directie van Pablo Heras-Casado, steek ik over van het Concertgebouw naar het Stedelijk Museum, voor de beeldentuin. Beeldentuinen kalmeren, dat sowieso. En deze is nieuw. Ik loop het Stedelijk binnen, de hal in. Waar is nou die beeldentuin? O ja, daar, ik zie ’m. Hij bestaat uit een arrangement van beelden dat grotendeels wordt afgedekt door een langgerekte koffiebar, zitjes en een leestafel. Links en rechts staan twee grote beelden, het ene van Henry Moore, het andere van Niki de St. Phalle, wat verloren opgesteld. Ze opmerken schiet er allicht bij in. Je loopt erlangs, of je eet je taartje met je rug naar ze toe. De rest van de beelden staat aan de andere kant van die bar op een kluitje. Hoe bijzonder ze ook zijn (en dat zijn ze), hier komen ze moeilijk tot hun recht. Beelden floreren als ze aangeraakt worden, geaaid, bevoeld, even aangevat. In beeldentuinen mag dat. Hier waken suppoosten, dus je laat het uit je hoofd.
Lees ook
de recensie van de beeldentuin in het Stedelijk Museum
Trouwens, ‘tuin’? Ook een binnentuin is meer dan tegels en glas en een bankje. Voeg een rotstuin toe, menige kunstenaar wist daar prachtig raad mee. Of laat een kunstenaar haar of zijn gang gaan met levend groen. Ik herinner me hoe ik op de Biënnale van Venetie werd gehypnotiseerd door de pijnbomen van Céleste Boursier-Mougenot. Op hun enorme kluiten schoven ze door het paviljoen van Frankrijk. (Wanneer was dat ook weer? Ik zoek het op. Het dateert van 2015, het project heette Rêvolutions en ik vergat het nooit). Niet dat precies dit werk hier zou moeten staan, maar iets soortgelijks zou de beeldentuin in het Stedelijk kunnen voorzien van de noodzakelijke tuinige luister. Ja, ik snap het, planten brengen beestjes mee en vocht en zo. En wat dan nog? Los het op. Praktische bezwaren zijn er om het hoofd te bieden. Is dat te veel gevraagd, zie dan af van die beeldentuin, want zo heeft het geen zin.
De beelden in de beeldentuin van het Stedelijk Museum zijn ornamenten en dat dondert niet. Er is niks tegen kunst bij de koffie, zoals er niks is tegen kunst boven de bank. Een kunstwerk kan benut worden, als je maar voelt hoe er in die kunst wordt geloofd. En dat kan overal. In de vergaderzaal van het parlement van Nieuw-Zeeland keerden vorige week de Maori-MP’s zich met een heftige rituele strijddans tegen een anti-Maori-wetsvoorstel. Het is een schitterend kunstwerk, nuttig gemaakt tussen de prozaïsche regeringsbankjes. Onweerstaanbaar voor iedereen, zelfs de geërgerde voorzitter had er niet van terug. In het Stedelijk Museum ligt dat effect zo moeilijk niet. De sfeer is ernaar, het publiek komt ervoor. Toe, maak wat van die tuin. De koffie staat klaar.
De teamchef van het Basisteam Delfshaven van de politie in Rotterdam wordt gedegradeerd in rang en in salarisschaal wegens het hebben van een ongepaste relatie met een ondergeschikte politieagente. De teamchef heeft zich volgens de korpsleiding schuldig gemaakt aan plichtsverzuim.
De sanctie wordt door de Rotterdamse eenheidschef Fred Westerbeke omschreven als „een stevige straf”. De teamchef moet zijn functie neerleggen omdat hij een twintig jaar jongere agente van de jeugdpolitie in haar woning in Rotterdam bezocht en naar eigen zeggen seks met haar had. De vrouw zat was ook in een afhankelijkheidsrelatie omdat de teamchef nog moest beslissen of ze een vaste aanstelling zou krijgen. De chef zegt volgens de politie dat het ging om seks met wederzijdse instemming, de vrouw omschrijft het als aanranding en overweegt volgens collega’s om aangifte te doen.
De jongste maatregel betekent dat in het centrum van Rotterdam binnen drie maanden drie teamchefs zijn vertrokken die leiding gaven aan de twee basisteams (allebei ongeveer 230 agenten). Twee chefs van het Basisteam Centrum van de Rotterdamse politie legden in augustus al hun functie neer nadat NRC had gemeld dat er in dit team volgens externe onderzoekers een „sociaal onveilig werkklimaat” was als gevolg van „slechte onderlinge omgangsvormen” en „falend leiderschap”. Agenten klaagden onder meer over discriminatie, pesten en buitensporig geweld door politiemensen.
Chantabele positie
De politiebaas in Delfshaven raakte begin september in opspraak nadat een vrouwelijke agent aan een andere collega, met wie ze een verhouding kreeg, vertelde over haar seksuele ervaringen met de chef. De teamchef werd 5 september met buitengewoon verlof gestuurd waarna onderzoek volgde naar „een niet gepaste relatie”. De korpsleiding verwijt de teamchef niet alleen dat hij seksueel contact had met de ondergeschikte maar ook het niet melden ervan. „Je kunt verliefd worden op een collega maar dat moet je dan wel vertellen. Niet melden kan je in een chantabele positie brengen”, zegt Westerbeke.
De teamchef moet nu gaan werken in een ander district van Rotterdam en krijgt een niet-leidinggevende, specialistische functie. Het vrouwelijke slachtoffer en haar nieuwe vriend zullen ook vertrekken uit Basisteam Delfshaven. De verwikkelingen hebben voor zoveel interne onrust gezorgd dat ze zich in Delfshaven niet meer veilig voelen, beaamt de politie.
De nu gedegradeerde teamchef was in Delfshaven aangesteld om de touwtjes weer aan te trekken en de schade te herstellen
De kwestie in basisteam Delfshaven, gevestigd aan het Marconiplein in Rotterdam, ligt extra gevoelig omdat er de afgelopen jaren aan gewerkt werd de rust te doen terugkeren na racistische incidenten. In 2020 onthulde NRC dat een tiental agenten ernstige racistische taal bezigden over burgers in een eigen WhatsApp-groep die ze de Jan Smitgroep noemden. Burgers met een migratieachtergrond werden onder meer aangeduid als „kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen” op wie ze willen „schieten”.
De nu gedegradeerde teamchef was in Delfshaven aangesteld om de touwtjes weer aan te trekken en de schade te herstellen. Hij legt zich volgens de korpsleiding neer bij de opgelegde sancties. Zijn naaste collega en ook teamchef, Tinet de Jonge-Ruitenbeek, stapt eveneens op. Zij wordt volgende maand burgemeester van de gemeente Nijkerk.
Lees ook
Pesten, seksisme, drank en discriminatie bij politie van Rotterdam-centrum