Al tientallen jaren stijgt wereldwijd het aantal mensen met overgewicht en obesitas schrikbarend. In Nederland is meer dan de helft van de volwassenen te zwaar. Hoe komt dat? De oorzaken zijn complexer dan alleen maar te veel eten en te weinig bewegen. Allerlei onbewuste processen in het lichaam sturen de voedselkeuzes van mensen. Honger en verzadiging raken ontregeld als het gewicht toeneemt. Zo worden mensen dik.
Hoe word je dik?
Als je lange tijd te veel en te vaak eet, raken allerlei processen in het lichaam verstoord. De vicieuze cirkel die dan ontstaat is moeilijk terug te draaien. Minder eten is lastig als je je vaker hongerig voelt.
Wat zijn de gevolgen?
Mensen met obesitas hebben een groter risico op uiteenlopende aandoeningen. Eén daarvan is suikerziekte, diabetes type 2. De vicieuze cirkel die dan ontstaat kan met gezonde voeding en door af te vallen soms worden teruggedraaid.
Hoe val je af?
Afvallen is bij ernstig overgewicht geen kwestie van simpelweg minder eten en meer bewegen. Alle oorzaken moeten ook worden aangepakt. De beste behandeling is voor iedereen verschillend, maar een gezonde leefstijl is voor iedereen de basis.
Je kunt je vast voorstellen hoe mijn specerijenla eruitziet: totale chaos. Ik heb vaak geprobeerd orde aan te brengen, met mooie potjes met een net etiket. Tevergeefs. Voor mij is het systeem duidelijk, de meest gebruikte specerijen liggen bovenop. Kardemom is daar één van; net als alle specerijen een smaakbom vol verhalen. Onmisbaar in de keukens van India en het Midden-Oosten, maar ook de Scandinavische kok kan niet zonder.
Kardemom begon zijn reis duizenden jaren geleden in de tropische regenwouden van Zuid-India. Nu bezorgt deze specerij me nog bijna dagelijks veel genot in mijn Winterswijkse keuken. Van mijn ochtendchai of Arabische koffie tot de baksels voor erbij, en natuurlijk als onmisbaar onderdeel van de ras el hanout.
De kardemonplant is een bijna menshoge palmsoort met bij de grond bloeiende stengels, waar de kardemonpeulen uit groeien. Meestal zijn de peulen bleekgroen, maar ze kunnen ook zwart zijn, afhankelijk van het ras en hoe ze verder verwerkt worden. Het smaakprofiel? Bloemig, warm, licht zoet en een hint van citrus.
Wil je een kardemomplant van dichtbij bekijken zonder naar tropische regenwouden af te hoeven reizen, dan kan je naar een Hortus Botanicus, bijvoorbeeld in Leiden. Het is even goed zoeken tussen de andere planten, maar ze staan er.
Kardemom behoort tot de oudste specerijen ter wereld; al in het oude Egypte werd het gebruikt in parfums, in wierook bij religieuze rituelen en als een soort kauwgom tegen een slechte adem – goede tip!
In de Middeleeuwen nam kardemom een belangrijke plek in de specerijenhandel in. Via de Zijderoute en de Arabische handelsroutes belandde het in de Midden-Oosterse koffiehuizen en bij mensen thuis.
Ook Europeanen maakten kennis met kardemom, eerst als parfum en medicijn, maar niet veel later ook als luxe smaakmaker. De rijke Scandinavische baktraditie met de kardemummabullar (kardemombroodjes) en vele soorten peperkoek kennen we zo vanaf de achttiende eeuw. Volgens sommige bronnen zouden de Vikingen (800 -1100) het zelfs al eerder hebben geproefd en meegenomen naar het Hoge Noorden.
In het Midden-Oosten is kardemom nog altijd onmisbaar voor het dagelijkse koffieritueel. Of ik nou bij mensen thuiskom in Libanon of een hotel in Saoedi-Arabië binnenstap, overal ruik je de geur van ‘qahwa’: kleine kopjes Arabische kardemomkoffie, vaak met een dadel erbij. Ze gelden als teken van gastvrijheid, respect en verbondenheid.
Zoals het Arabische spreekwoord luidt: Een kopje koffie zonder kardemom is als een ochtend zonder zon.
Hoe een kunstenaarsbiografie ook voor de geportretteerde uitpakt, de toetssteen voor de weging blijft het oeuvre. De recente, onthutsende Thomas Mann-biografie van Tilmann Lahme laat weinig heel van de man, maar de auteur doorstaat zijn demasqué. Voor Willem Pijper staan de sterren minder gunstig. Fantastische uitvoeringen van de Tweede symfoniedoor het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Lahav Shani in 2022 of van de Zes Adagio’s onder Edo de Waart in mei 2023 leidden opnieuw geen Pijper-renaissance in. Blijkbaar kan de wereld zonder hem. Terwijl hij op zijn manier een groot man was en Een lied dat niet sterven zal, de voortreffelijk geschreven biografie van de neerlandicus Arthur van Dijk, man en werk behoedzaam recht doet.
Van Dijk is al een leven met Pijper in de weer en dat merk je. In 2011 bundelde hij Pijpers moordende muziekkritieken in de tweedelige foliant Het Papieren Gevaar, acht jaar later verzorgde hij voor de Privédomein-reeks een bloemlezing van Pijpers fantastisch geschreven, soms ijskoud hautaine brieven. Als biograaf staat hij ontspannen in de race. Er is een vertrouwdheid met de stof waar de lezer comfortabel tegenaan kan leunen, en waarover zich beschaafd laat discussiëren. En debat, dat over de relatie tussen zijn kunst en zijn persoonlijkheidsstructuur, is bij Pijper onontkoombaar. De man en zijn productie zijn gelijkgestemd; hardboiled, kortaangebonden. In de mens en de maker Pijper huisde een sloper. Van reputaties en geliefden, als gefrustreerde diva van concurrerende megalomanen en zichzelf. Veel Pijper-noten spiegelen die duisternis met de verraderlijke lichtheid van een destructief overbewustzijn. Er is geen kern die je het kloppend hart zou kunnen noemen.
Niettemin was Pijper (1894-1947), zoon van een behanger uit Zeist, van circa 1920 tot vlak na de Tweede Wereldoorlog misschien wel de meest representatieve Nederlandse componist. Bruisen deed hij wel. Zijn na een vroege Mahlerfase steeds meer Frans georiënteerde, blijvend tonale orkestwerken werden uitgevoerd onder dirigenten als Pierre Monteux en Willem Mengelberg. Arnold Schönberg liet Pijper uitvoeren in zijn Weense Verein für musikalische Privattaufführungen. De dodelijke pen van de recensent trof Utrecht in het bijzonder, waar Pijper als medewerker van het Utrechts Dagblad solo Jan van Gilse, de chefdirigent van het Utrechts Stedelijk Orkest, naar de verdommenis schreef.
Geen geringe componist, groot schrijver over muziek, maar ook een koele, autoritaire persoonlijkheid, hoewel veel leerlingen hem op handen droegen. Zijn rijpe werk is een scherp, compact, ironiserend, afstandelijk, begeesterd en soms enerverend spel met technische middelen. Hoe groot hij is hangt af van hoe je naar hem luistert en hoe bereid je bent in zijn systeem te komen. Bij veel grote muziek bewonder je de geest achter de noten, bij Pijper de kunst van het maken, het Hollands doortastende ambacht, de mechanische drive.
Zijn fascinatie voor astrologie of later de Vrijmetselarij lijkt van dezelfde orde: de hoop dat er systeem zit in het mysterie dat leven heet en het onvatbare restant desnoods dan maar te ritualiseren tot programma. Hij wil op alle vragen antwoord, duidt zich slagen in de rondte. In de brieven zie je hem vrienden, vijanden en zijn vele vriendinnen diagnosticeren als een motorstoring. Als dat niet met zachte hand kan, gaat hij om zich heen slaan. Geen pen kan beschrijven hoe hij zijn kwetsbare leerlinge en geliefde Iet Stants vernedert en emotioneel chanteert, tot en met zelfmoorddreiging toe. „Je kunt mij niet herabsetzen”, zegt hij als ze zich een beetje van hem los probeert te maken. Niemand trouwens die de Pijperliefde zo begrijpt als Pijper. Geen liefdesbrief is compleet zonder een snorrend stukje autodiagnostiek, of de afrekening met een vorige geliefde.
Te verbaal?
Naar dat ontluisterende speelveld kijk ik anders dan Van Dijk, die in Pijper „meer een liefhebbende Casanova dan een wrede Don Juan” wenst te zien. Onvergetelijk deze regels, niet in de biografie trouwens, aan zijn geliefde Louise Bolleman over zijn ex Emmy van Lokhorst: „Ik had het gevoel véél meer van Emmy te kunnen maken dan toen reeds bereikt was. Ietwat ironisch gezegd; ik had de ambitie op deze kikker, die ik weer had leren zwemmen en kwaken, óók nog veren te laten groeien. Nou, en dat ging natuurlijk niet, hè?”
Dat je de schemata ook zou kunnen loslaten en in vrede in fantasie zou kunnen ronddwalen komt niet bij hem op. Die onmacht hoor je in dit leven mens en oeuvre treffen. Misschien is de criticus in hem te verbaal geworden om nog componist te kunnen zijn. Alles in hem zoekt vergeefs systeem, zijn oeuvre gaat eraan te gronde. Hoe goed je hem ook speelt, die superieur geschreven Tweede en Derde symfonie, of het toch behendige Pianoconcert van 1927, blijven op het psychologische plan stijf als een hark, koudbloedig heftig spel. Hoe kan zulke voortreffelijk gemaakte, zelfs enerverende muziek zo leeg zijn?
Weer: overbewustzijn. Hoe Pijper ook pleit voor een esthetica van „schoonheid om haarzelfs wille”, je hoort de kramp van een man die het monster in hemzelf publiekelijk niet durft te bevrijden, wat hij misschien had moeten doen om te reiken tot de hoogten die hij in zich had. Nu wordt Pijper in zijn aangepaste vorm van kunstpaus duivel met de staart tussen de benen. Dat was in den beginne anders. Hoor dat eerste van de vijf strijkkwartetten, allemaal stukken die een nieuwe integrale opname waard zijn. Het is mooi, traditioneel, haast innig. Muziek van een zachte, tedere, literatuur en filosofie vretende twintigjarige. Zijn Eerste symfonie (1917) is drie jaar later een Mahleriaanse natuurdroom, een op Frederik van Eedens sprookjesroman De Kleine Johannes geïnspireerde, zangrijke jeugdmuziek. Wat kan er in die jongen zijn gevaren? Een bevrijdingsproces, zegt hij in een interview: „Het vak van componeren heb ik veeleer van Freud geleerd dan van Riemann – en ook, mutatis mutandis, van Nietzsche – van Kant, als ge wilt, door de vrijmaking van mijn geest.” Dat klinkt te pathetisch geforceerd om waar te zijn. Het was blinde eerzucht, vrees je.
Grote auto
Als Pijper in 1930 eindelijk deftig directeur mag worden, van het Rotterdams Conservatorium, vindt hij de havenstad een verbanning. Een man van zijn statuur had de betere conservatoria van Den Haag of Amsterdam verdiend, zal hij morren. Hij is er ongelukkig, zijn werk loopt er vast.
Gelukkig heeft hij wel een grote auto, een Hispano Suiza, „de enige buitensporigheid die ik me veroorloof”. Pijpers vriend Simon Vestdijk zag Pijpers auto als „geheiligd symbool van zijn mannelijkheid – het harnas van de ridder”. Op foto’s van man en ros reiken de neuzen van zijn Hispano Suiza’s tot Pijpers borsthoogte. De liefde is echt, dat zeker.
Zijn huis en zijn school gaan in vlammen op bij het bombardement op Rotterdam in mei 1940. Daarmee is zijn leven eigenlijk voorbij. Na de oorlog is hij snel te ziek om nog iets op te bouwen. Hoe tragisch, met zijn geweldige begaafdheid, vermorzeld in die moordende geest. Muziek, had hij betoogd, is „in zichzelf klinkende werkelijkheid en geen wingewest van theologie of ethiek”. Natuurlijk is dat niet het hele verhaal, ziet Van Dijk ook. „Het is een van de paradoxen, kenmerkend voor Pijper, dat zijn muziek wel degelijk ‘ergens over gaat’, maar die ‘inhoud’ is niet anders uit te drukken dan in muziek.”
Na een uitvoering van de Tweede symfonie schrijft Pijper Emmy van Lokhorst: „Mijn materie is de oneindigheid der ongeweten Dingen, die ongeweten blijven in hun manifestatie en evenzeer onherkend verzinken in aller onbewustheden – nadat ze hun werk gedaan hebben! Schat: toen je mijn symfonie gehoord, dat is: doorleefd had – was je niet dezelfde meer als daarvoor.” Daar hoor je een wens wanhopig vader zijn van de gedachte. Dat transcendentale kreeg zelfs Lahav Shani er niet uit, het is er de muziek niet naar. Maar van de eindelijk weer zomaar prachtige Zes Adagio’s (1940), sobere begeleidingsmuziek voor de inwijding tot leerling-vrijmetselaar, druipt de melancholie af. Daar laat de gedemoraliseerde Pijper de controle varen en verdomd, er leeft iets op dat in zijn doffe zwaarte lijkt op de bezieling van zijn jeugd. Daar heb je ze, de resten van een mens, vertrapt door zijn demonen. Niemand kon zichzelf zo in de weg zitten als Pijper.
Willem Pijper. Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst
Ging het om het te hoge budget? Om de te lage kijkcijfers? Of ging het om zijn grapjes? Om vrees voor president Trump?
De Amerikaanse omroep CBS stopt volgend jaar mei met The Late Show van Stephen Colbert. De presentator maakte dat in de editie van donderdagavond zelf bekend – en toen zijn publiek begon te joelen, zei hij: „Ik ben het helemaal met jullie eens.” Het nieuws veroorzaakte een schok in de Amerikaanse mediawereld, om uiteenlopende redenen.
Colberts positie in de late avond leek onaantastbaar – dat is de eerste reden voor de schok. Hij presenteert al tien jaar The Late Show, die nam hij in 2015 over van David Letterman, die in 1993 begon. Deze week werd nog bekend dat hij een van de drie genomineerden is voor een Emmy Award, de belangrijkste tv-prijs.
The Late Show is zo’n typische late-avondshow waarvan alle Amerikaanse tv-zenders er wel eentje hebben. ABC heeft Jimmy Kimmel, NBC heeft er zelfs twee: Seth Meyers en Jimmy Fallon. Kabelzender Comedy Central heeft The Daily Show, met onder meer Jon Stewart, HBO heeft Bill Maher, FoxNews heeft Greg Gutfeld. Het format is in wezen steeds identiek: de presentator begint met een spervuur van grappen over de actualiteit, bedacht door een team van schrijvers – Colbert zei gisteren dat er liefst tweehonderd mensen aan zijn show werken. Na de grappenmonoloog komen er gasten voor korte interviews over hun boeken, filmrollen of (meestal progressieve) politieke plannen, alles omlijst door muzikale intermezzo’s en sidekicks.
Colbert is in dat tijdslot de meest succesvolle van de klassieke omroepen. Zijn show trok in het laatste kwartaal gemiddeld 2,4 miljoen kijkers. Jimmy Kimmel trok gemiddeld 1,8 miljoen kijkers, Jimmy Fallon 1,2 miljoen, Meyers zit daar net onder. Ze leggen het allemaal af tegen Greg Gutfeld, die bij Fox een conservatief publiek van 3,3 miljoen kijkers bedient. Maar belangrijker is dat ze in het internet- en streamingtijdperk vrijwel allemaal structureel achteruitgaan wat kijkcijfers betreft. In zijn eerste jaar trok Letterman nog 7,8 miljoen kijkers per uitzending. Tien jaar later was dat aantal gehalveerd en weer tien jaar later waren er nog 2,9 miljoen kijkers over.
‘Puur financieel’
In dat licht klinkt de verklaring die CBS uitbracht niet onlogisch. Volgens de omroep betreft het een „puur financiële afweging”, die is gemaakt „tegen de achtergrond van lastige omstandigheden voor de late avond”-programmering. Het feit dat de omroep het hele format beëindigt en dus geen vervanger zoekt voor Colbert, lijkt dat argument te onderstrepen. Dat beaamt Billy Carter, lange tijd mediaverslaggever voor The New York Times en auteur van verschillende boeken over het format van de late night talkshow. Hij schrijft op X: „Mijn eerste indruk van het beëindigen van Colbert: de financiële kant van deze onderneming staat beslist onder druk.” Maar, zegt hij erbij: „Als CBS denkt dat het hiermee kan wegkomen zonder indringende vragen over buigen voor Trump, zijn ze niet goed bij hun hoofd.”
Dat is de tweede reden voor geschoktheid. Donald Trump heeft zijn hele politieke carrière via sociale media uitgehaald naar tv-sterren die hem in hun shows als een dankbaar object voor spot gebruikten. Aanvankelijk beschouwden de presentatoren zijn aanvallen als een ereteken. Jimmy Kimmel presenteerde in maart 2024 de Oscar-uitreiking en toonde zijn publiek live hoe Trump hem op Truth Social beschimpte. „Dat je nog zo laat mag kijken”, sneerde Kimmel in de uitzending. „Isn’t it past your jail time?”, verwijzend naar de rechtszaken waarin Trump verwikkeld was voor de verkiezingen van november 2024.
Maar sinds Trump voor de tweede maal president is geworden, zijn de presentatoren minder onbezorgd dan voorheen. Bill Maher, die vroeger regelmatig grappen maakte over Trump, ging naar Mar-a-Lago, met een lijst met alle beledigingen die Trump ooit over hem had geuit (hij telde er 60) en vroeg de president, na zijn verkiezingswinst in november 2014, die te signeren. „We hebben wel wat beters te doen in dit land dan van een afstand van 4.500 kilometer scheldwoorden naar elkaar te smijten”, vond Maher nu.
Snorretje
Er is goede reden om Trump te vrezen. De president heeft met verschillende decreten al laten zien dat hij bereid is privépersonen die hem niet bevallen aan te pakken met alle middelen die zijn positie als hoofd van de regering hem verschaft. Vormen van afpersing zijn hem niet vreemd. Hij heeft advocatenkantoren gedwongen tot schikkingen in ruil voor toegang tot regeringsinstellingen. En hij heeft verschillende media op dezelfde manier aangepakt. Ook CBS.
Al voor hij president werd dreigde Trump de omroep aan te klagen wegens een interview van het programma 60 Minutes met de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris – Trump had zelf een interview-verzoek afgeslagen. Volgens hem was het interview zo welwillend gemonteerd dat het neerkwam op kiezersbedrog. Een aantijging „zonder grond”, vond CBS. Maar moederbedrijf Paramount trof hierover toch een schikking van 16 miljoen dollar met Trump. De reden was gauw gevonden: Paramount wil een grote fusie met een filmstudio tot stand brengen en heeft daarvoor toestemming van de overheid nodig.
„Een grote, vette omkoopsom”, zei Stephen Colbert afgelopen maandag tijdens zijn monoloog in The Late Show, waarin hij afgaf op Paramount. Hij haalde een artikel aan waarin werd gespeculeerd dat „late-night-presentator en frequent criticus van Trump, Stephen Colbert” hierdoor wel eens onder druk zou kunnen komen. „Oké”, zei Colbert. „Maar hoe kunnen ze druk uitoefenen op Stephen Colbert, als ze hem niet kunnen vinden?” En hij wees met een grijns op zijn vakantiesnorretje – als vermomming. Een dag later was zijn snorretje afgeschoren. Drie dagen later kreeg hij zijn ontslag aangezegd.