De automobilist kan ze dezer dagen op veel plekken langs de snelweg tegenkomen: grote billboards met daarop SGP-fractievoorzitter Chris Stoffer voor een oranje onderzeeboot. „Laat onze industrie niet zinken”, staat er in grote letters boven.
De oranje boot is de C718, de onderzeeër die de Zweedse werf Saab in samenwerking met de Nederlandse scheepsbouwer Damen uit Gorinchem ontwikkelt. Lange tijd gold de Zweeds-Nederlandse combinatie als favoriet voor de bouw van vier nieuwe onderzeeboten voor de Koninklijke Marine. Maar deze dinsdag meldde RTL Nieuws op basis van anonieme bronnen dat de order naar het Franse Naval Group gaat.
Komende vrijdag zal het kabinet zijn beslissing in een zogeheten ‘D-brief’ bekendmaken, maar woensdagavond al moet demissionair staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat (VVD) in debat met de Tweede Kamer. Stoffer wil de garanties dat de Nederlandse scheepsbouw „maximaal betrokken” wordt bij de order. In de praktijk betekent het dat het gewoon Saab Damen moet worden, zo zegt de SGP-leider. Zo niet, dan staat volgens Stoffer de toekomst van de maritieme maakindustrie in Nederland op het spel. „Het is erop of eronder.”
Vier onderzeeboten
Zo komt na jaren van vertraging en stilstand het onderzeeboten-dossier tot een climax. In 2016 liet het ministerie van Defensie weten dat de vier onderzeeboten van de Walrus-klasse zouden moeten worden vervangen. Al in 2019 leek de opvolger bekend, toen toenmalig minister Defensie Ank Bijleveld (CDA) en staatssecretaris Barbara Visser (VVD) de ministerraad voorstelden om in zee te gaan met Saab Damen.
Om onopgehelderde redenen ging het kabinet niet akkoord en kondigde Defensie een ‘dialoogfase’ af, waarin met verschillende aanbieders zou worden gesproken over wensen en mogelijkheden. Toen dat alleen maar tot verdere vertraging leidde, besloot staatssecretaris Van der Maat in november 2022 de knoop door te hakken en gewoon een aanbesteding uit te schrijven. De vier onderzeeboten kosten naar verluidt zo’n 6 miljard euro.
Intussen is de instroom van de eerste nieuwe onderzeeboten opgeschoven van 2031 tot 2034, terwijl de huidige boten (de oudste, de Zr. Ms. Zeeleeuw dateert uit 1990) zó gedateerd zijn dat er een groot gebrek aan onderdelen dreigt. Om twee onderzeeboten tot medio jaren dertig in de vaart te kunnen houden worden twee andere aan de kant gelegd en gekannibaliseerd.
Geheime inlichtingen
De redenen achter alle vertraging zijn in nevelen gehuld, want bijna alles rond onderzeeboten is geheim: van het exacte profiel van de romp en de vorm van de schroef tot het sonarsysteem waarmee de vijand onder water kan worden opgespoord. Onopgemerkt is de onderzeeboot een dodelijk wapen, maar eenmaal gedetecteerd is hij een gemakkelijker prooi voor oppervlakteschepen of helikopters. Bij het kat-en-muisspel onder water kan elke snipper aan informatie over de tegenstander cruciaal zijn. Onderzeeboten spelen bovendien een cruciale rol bij het verzamelen van geheime inlichtingen, zoals het unieke ‘geluidsprofiel’ van een Russisch fregat. De Nederlandse onderzeedienst is hierin van oudsher gespecialiseerd.
Eén belangrijke ontwerpeis voor de nieuwe boten is wel bekend. Onderzeeboten kunnen grofweg worden verdeeld in twee types. Nucleaire boten (zoals die van de VS, het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk) kunnen dankzij hun bijna oneindige krachtbron wekenlang onder water blijven en hebben daarom een enorme actieradius. Diesel-elektrische onderzeeboten (zoals van Duitsland of Zweden) moeten regelmatig hun accu’s opladen en blijven meestal dichter onder kust. De onderzeeboten van de Walrus-klasse opereren tussen die twee werelden: ze zijn diesel-elektrisch, maar hebben een groot bereik. De Nederlandse onderzeedienst opereert van de noordelijke Atlantische Oceaan tot de Perzische Golf, en het nieuwe ontwerp zal aan die operationele eisen moeten voldoen – en bijvoorbeeld geschikt moeten zijn voor grote schommelingen in de watertemperatuur.
De drie buitenlandse werven die afgelopen juli een bod hebben ingeleverd, hebben moeten improviseren om aan de Nederlandse eisen te voldoen. Het Duitse tkMS en Saab hebben hun bestaande ontwerpen moeten verlengen om de boten ‘ocean-going’ te maken. De Franse Naval Group stond voor de uitdaging een diesel-elektrische variant te ontwerpen van hun nucleaire aanvalsboot uit de ‘Barracuda’-klasse. In het ‘gunningsmodel’ dat is opgesteld door het ministerie van Defensie spelen niet alleen de operationele eisen een rol, maar wordt er ook gekeken naar de prijs – en naar de kansen voor de Nederlandse industrie.
Lees ook
De lobby voor de nieuwe Nederlandse onderzeeboten
Zuid-Korea
Volgens maritiem expert Jaime Karremann van marineschepen.nl is dat een verkeerd uitgangspunt. „Defensie behandelt het dossier als een hele grote inkoop-order. Maar onderzeeboten zijn geen fregatten of F-35’s, ze zijn een strategisch wapensysteem.” Karremann wijst op het feit dat veel landen in de afgelopen jaren opnieuw begonnen zijn om zelf onderzeeboten te bouwen – zoals Zweden, maar ook Spanje en Zuid-Korea. „Als je besluit dat je dat zelf niet kan, dan moet je in elk geval op zoek gaan naar een militaire partner om langdurig mee samen te werken”, zegt Karremann. „Alleen zo weet je zeker dat je de inzet van de onderzeeboten in eigen hand houdt.”
Sinds de Russische inval in Oekraïne zijn de Europese defensie-uitgaven gestegen, maar Europa mist een sterke defensie-industrie. De enige bedrijven die in Nederland nog zelf complete wapensystemen produceren maken deel uit van de ‘maritieme maakindustrie’ (MMI) – scheepsbouwers als Damen. De MMI, zo schreef staatssecretaris Van der Maat eind januari aan de Kamer, „is van grote waarde voor de Nederlandse en Europese strategische autonomie.” Vorige week vrijdag kondigde Defensie in een ‘A-brief’ aan dat er vier nieuwe luchtverdedigingsfregatten zullen worden gebouwd en dat die order (2,5 miljard euro) naar Damen gaat – geen aanbesteding dus. Nog geen week later verstuurde het kabinet een A-brief voor zes nieuwe amfibische transportschepen (budget: tot 2,5 miljard euro) – te bouwen door Damen.
Chris Stoffer krijgt een ongemakkelijk gevoel bij „het gestrooi met A-brieven” vlak voordat de gunning van de onderzeeboten bekend wordt gemaakt: „Het kan een zoethoudertje zijn omdat de onderzeeboten naar Frankrijk gaan.” Volgens de SGP-voorzitter kunnen de miljardenorders het verlies van onderzeebotendeal niet compenseren. Het bouwen van fregatten is technologisch niet te vergelijken met onderzeeërs, zegt Stoffer: „We hebben het over het verschil tussen een Formule-1-auto en een kart.” Bovendien bevindt de defensie-order voor de nieuwe oppervlakteschepen zich nog in het allereerste stadium. „Tegen de tijd dat de contracten voor de fregatten worden ondertekend, zijn we tien jaar verder. De vraag is of er dan nog een Nederlandse maritieme industrie bestaat.”
Woensdagavond wil Stoffer een harde toezegging van staatssecretaris Van der Maat: de nieuwe onderzeeboten moeten worden gebouwd in Nederland. Krijgt hij die niet, dan overweegt Stoffer een motie in te dienen die oproept tot uitstel van de beslissing. Aangezien een Kamermeerderheid van 79 zetels het debat mogelijk heeft gemaakt, is er een gerede kans dat die motie het gaat halen, zegt Stoffer: „Als het huidige demissionaire kabinet niet voor Nederland wil kiezen, lijkt het me verstandiger om het besluit aan een nieuw kabinet over te laten.”
Lees ook
Een onmogelijke onderzeetocht die slaagde