Gradaties in gladheid

Woord Voor extreme gladheid hebben we een aparte ijzeltaal, ziet . Voor het dramatisch effect stapelen we lange samenstellingen op elkaar.

Stel, het heeft geijzeld en daardoor is het buiten heel glad. Welk woord zou u daarvoor gebruiken? Dat vroeg ik op Twitter. Als opties gaf ik: spekglad, spiegelglad, aalglad en glibberglad.

Ruim 1.400 mensen reageerden. Ruim negentig procent van de deelnemers zegt spekglad te gebruiken en tien procent spiegelglad. Aan het bestaan van glibberglad werd zelfs getwijfeld. Maar nee, ik had deze fijne alliteratie niet zelf verzonnen, maar uit de Dikke Van Dale gevist. Dat woordenboek vermeldt tevens sneeuwglad en olieglad.

De overduidelijke winnaar is dus spekglad. Volgens het wetenschappelijke Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) betekent spekglad ‘spiegelglad’, een mooi voorbeeld van een waardeloze definitie. Dit woordenboek voegt eraan toe dat spekglad vooral „in oostelijke dialecten” wordt gebruikt, dus kennelijk in Gelderland en Overijssel. Het WNT schreef dit in 1933, maar inmiddels heeft spekglad stellig het hele Nederlandse taalgebied veroverd.

Nederlands-Indië

Spekglad ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw. Het is in 1870 voor het eerst opgetekend, niet in onze windstreken, maar in Nederlands-Indië. Plotseling opkomend hoog water als gevolg van heftige regenbuien kunnen oevers heel glad maken, waarschuwde De Locomotief. Dan is het „voor Europeanen bijna onmogelijk den spekgladden oever op en af te komen”.

De uitdrukking zo glad als spek is wel in winterse omstandigheden vastgelegd, en zowaar in Overijssel. Eind november 1879 beklaagde de schrijver van een ingezonden brief in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant zich over de doortastendheid waarmee de politie de Zwolse straten en pleinen aan het ontdoen was van vorst en sneeuw. Jammer, vond hij, want vroeger gingen jongens soms wel een half uur eerder naar school om een fijne „slierbaan” te maken, „zoo glad als spek”.

Spekglad is een opvolger van spiegelglad, dat al uit de 17de eeuw dateert. We vinden spiegelglad reeds bij P.C. Hooft en het werd zeker niet alleen voor winterse taferelen gebruikt. Zo schreef Jacob van Lennep in 1840: „Het spiegelgladde water, dat het oude torentje naast het Mauritshuis bespoelt.”

In de reacties op Twitter stelde iemand ‘Rutteglad’ voor, naar de huidige bewoner van het Torentje

Zijn er, naast de woorden die ik noemde, nog andere ijzelwoorden in omloop? In de reacties op Twitter stelde iemand ‘Rutteglad’ voor, naar de huidige bewoner van het Torentje. In Friesland zeggen ze sjippeglêd (‘zeepglad’), ijzelglad komt ook voor, net als keiglad. Dat laatste woord blijkt zelfs grote populariteit te genieten. Dat komt door een tamelijk spectaculair filmpje op YouTube uit 2001, waarop je ziet waartoe ijzel kan leiden: lachende jongens, maar ook fietsers die onderuit gaan, plus verschillende auto’s die op elkaar knallen. In dit geval reageert de politie opvallend klungelig.

Opmerkelijk vond ik dat niemand de overdrijving spekspiegelglad noemde, een woord dat ik zelf af en toe van stal haal. Nederlanders hebben de naam dat zij lange woorden graag afkorten, maar voor het dramatische effect wordt er soms flink gestapeld. En natuurlijk zijn we ook dol op verkleinwoordjes. Vandaar dat je op Google zelfs spekspiegeltjeglad tegenkomt.