De tranen van Willem en de fitheid van Leen

ZAP Willem van Hanegem ziet de astronomische verdiensten van voetbalmiljonair Ronaldo en moet huilen om de armoe van mensen die „het land hebben opgebouwd”.


Foto Omroep MAX

De tranen van Willem van Hanegem circuleren al een tijdje online. De oud-voetballer en -trainer, zelf ook niet meer de jongste (78), schoot vol tijdens de podcast Willem&Wessel die hij vanuit de vipbox in de Kuip in Rotterdam opneemt met de nieuwschef van het AD. Het ging over het salaris dat Cristiano Ronaldo verdient bij z’n nieuwe club Al-Nassr in Saudi-Arabië. Tweehonderd miljoen euro. Onmenselijk veel. Hij vertelt daarop dat hij in de supermarkt was om citroenen te kopen (hoezo?) en twee „oude vrouwen” hoorde zeggen dat alles zo duur geworden was, en toen een blik worp in hun wagentje. „Van die heel goedkope, in elkaar gedraaide worst.” De armoe van mensen die „het land hebben opgebouwd” vindt hij onverdraaglijk. Afgezet tegen de hysterische bedragen die voetballers binnen harken al helemaal. „Triest toch”, zegt hij. Daarna zegt hij even helemaal niks meer. De podcast is de eerste week van januari opgenomen, donderdagavond zond talkshow Khalid & Sophie er de beelden van uit.

Ik moest aan Van Hanegem denken toen ik naar Blijven gaan (Omroep Max) keek. Was het zijn droefheid die resoneerde bij de oude tot zeer oude mannen en vrouwen die elkaar wekelijks ontmoeten in een sportschool? Of was het hun Rotterdamse tongval, de totaal nuchtere manier waarop ze algemeenheden met elkaar uitwisselen die toch betekenisvol zijn? „Ouwe vent”, begroet de een de ander. „We zijn over de helft”, zegt die terug. „Jaha, we zitten in blessuretijd.” Het is én én, denk ik. Die combinatie van weemoed en ruwheid, sentiment en gelatenheid klinkt het mooist op z’n Rotterdams. Regisseur Anneloek Sollart volgt vijf sporters. Als ze onder elkaar zijn in de sportschool, en thuis in hun eentje.

Twee, soms drie keer in de week beklimmen ze de toestellen in de Rotterdamse sportschool. De één staat op een cross-trainer de ander duwt met zijn benen gewichten weg. Piep-kraak-piep-kraak. Nee, dat zijn niet hun oude ledematen, maar de apparaten die je hoort. We zien Jan helemaal achterin het fit-en-vitaal-klasje volstrekt zijn eigen choreografie op de muziek loslaten. Ria komt, zoals zo vaak, te laat binnen, maar wel netjes aangekleed en in de make-up. Haar gaat het vooral om de gezelligheid. Docent Lieve staat op een verhoging en doet alles voor. Niks bejaardengymnastiek, het gaat behoorlijk up tempo. Vijftien jaar geeft ze deze groep al les. Ze heeft wel eens andere muziek geprobeerd, maar dat stuitte op te veel weerstand.

Sleutelfiguur in de documentaire is Remy, de jonge trainer die ’s ochtends de deur opendoet, die de lekkerste koffie zet en alles in de gaten heeft. Hij kwam bij de sportschool als dikkertje, toen hij nog bij de plaatselijke supermarkt werkte. Nu is hij spil in het leven van deze mensen. Zie hem zitten tussen twee weduwen met wie hij een mergpijpje snoept bij de thee. Voortdurend zet je je schrap voor als de eerste oudere van het groepje wegvalt. Maar zij blijven, het is Remy die gaat. Hij heeft een andere baan. Tranen met tuiten worden er gehuild bij zijn afscheid.

„Het zit er weer op”, zegt Jan nadat hij zich heeft afgebeuld op de loopband. Leen (91), de oudste, klaagt dat hij „krakkemikkerig” wordt. Hij begint z’n dag altijd met de krant uit de brievenbus halen, 16 keer 7 trappen naar beneden en weer naar boven. Het ergert hem dat het steeds trager gaat. Na de training doet hij nog een rondje touwtjespringen in de kleedkamer. Tja, zegt Jan. „Slijtage hou je niet tegen.” Precies wat Leen weigert te accepteren. Hij heeft geen toekomst meer, zegt hij. „Alles is weg.” Z’n vrienden, z’n gehoor, z’n kracht. Hij dacht erover z’n 91ste verjaardag te vieren met „twee minuten stilte”. „Je kan makkelijk honderd worden”, zegt z’n dochter. Hem niet gezien. Maar de dag erop is hij weer in de sportschool, fanatiek bezig lijf en leden fit te houden.