Het leven onder het wateroppervlak blijft verbazen. Gekke, adembenemende wezens zoals op deze foto’s verblijven in de diepe, onbekende oceaan. De rode, bolvormige vis (Chaunacops), afgebeeld op de bovenste foto, werd gespot op een diepte van 1.389 meter door een onderwaterrobot met de naam SuBastian, die tot wel 4.500 meter diep kan dalen. De rode kleur op het beeld kunnen de meeste mariene dieren zelf niet waarnemen. Ze zien slechts de kleuren die deze diepten bereikt: blauw en groen. Alleen sommige roofvissen kunnen de rode kleur zien, zo vinden ze hun prooi.
Maar liefst 71 procent van onze aarde is bedekt met water. En toch weten we er weinig over: slechts een kwart van het leven onder water is in kaart gebracht. Een internationaal team van het Amerikaanse Schmidt Ocean Institute droeg begin dit jaar een belangrijk puzzelstukje bij. Een maand lang gingen de onderzoekers op expeditie voor de kust van Chili. Hun focus lag op de onderzeese bergketens Salas y Gómez en Nazca, die zich uitstrekken over 2.900 vierkante kilometer tussen Chili en Paaseiland.
Onbekende biodiversiteit
Net als de vis werden de onderste vier foto’s tijdens die expeditie gemaakt door SuBastian. De robot fotografeerde het oranje spiraalvormige koraal, de rode gedrongen kreeft en witachtige sponzen op een diepte van ongeveer 1.400 meter, terwijl de roze zee-egels (Oblong dermenchinus) zich op een diepte van 516 meter bevonden.
De onderzeebergen, gevormd door vulkanische activiteit, liggen in wateren van de Humboldt-stroom. Dat is een koude, voedselrijke zeestroming uit Antarctica, die zorgt voor een uniek ecosysteem met een rijke, vrijwel onbekende biodiversiteit.
Tijdens de expeditie ontdekte het team naar schatting honderd nieuwe mariene soorten, zoals diepzee koralen, glassponzen, zee-egels en gedrongen kreeften.
Hoewel expedities naar afgelegen plekken zoals deze vaker leiden tot nieuwe ontdekkingen, verbaasde het aantal soorten de onderzoekers zelf ook. „Het was overweldigend. Een cadeautje dat ons aanmoedigt om het mysterie van de oceaan verder te ontrafelen”, zegt een van de onderzoekers enthousiast in een filmpje.