Een speciaal wielerjaar wacht. Wat kan Demi Vollering laten zien bij Tour in eigen land? Waar kiest Mathieu van der Poel voor? Hoe verder met plan One Cycling?

Het zal deze zaterdagochtend weer gonzen van enthousiasme in ‘t Kuipke, het velodroom midden in het centrum van Gent. Daar verzamelen zich traditiegetrouw de beste wielerploegen van de wereld voor de officieuze start van het wielerseizoen: de Omloop Het Nieuwsblad, de eerste voorjaarsklassieker.

Het belooft een bijzonder wielerjaar te worden, met de Olympische Spelen in Parijs die de ‘normale’ wielerkalender doorkruisen, met een Tour voor mannen die voor het eerst in jaren met meer dan twee echte kanshebbers zal aanvangen én een Tour voor vrouwen die zich grotendeels in Nederland afspeelt. En met op de achtergrond grote investeringsplannen die de wielersport voorgoed zouden kunnen veranderen.

Vier vragen over het komende wielerseizoen.

1 Hoe staan de Nederlandse wielerploegen ervoor?

Weinig wielerploegen hebben in de historie van de sport zo’n succesvol jaar achter de rug als Visma-Lease a bike (LAB), voorheen Jumbo-Visma. In een jaar won het team met drie verschillende renners alle grote rondes; de Giro d’Italia (met Primoz Roglic), daarna de Tour de France (met Jonas Vingegaard) en tot slot de Vuelta d’Espana (met Sepp Kuss).

Desondanks bleek het deze winter moeilijk voor de ploeg om een nieuwe geldschieter te vinden, nadat grondlegger en hoofdsponsor Jumbo had aangekondigd een stap terug te willen doen. Even was er zelfs sprake van een fusie met de Belgische ploeg Soudal Quick-Step, uiteindelijk stapte de Nederlandse multinational Pon erin met dochter Lease a Bike.

De ploeg zet dit jaar opnieuw in op de overwinning in de Tour en de Vuelta, de eindzege in de Giro is van minder belang. Daar staat tegenover dat het Nederlandse team nu eindelijk eens een grote voorjaarsklassieker wil winnen. En de man die dat in de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix moet doen, is Wout van Aert.

Er wordt uitgekeken naar hoe goed oud-wereldkampioene Chantal Blaak is bij haar rentree

Als er een ploeg is die vorig jaar zo mogelijk nog succesvoller was dan Visma-LAB, waren dat de vrouwen van SD Worx-Protime. Liefst 64 overwinningen boekte de ploeg, waaronder de zege in de Tour de France Femmes (met Demi Vollering) en het WK op de weg (met Lotte Kopecky).

Het Nederlandse team heeft er in Protime, een dochter van SD Worx, een titelsponsor bijgekregen en wil ook dit jaar weer de grote rondes en eendagsklassiekers domineren met Vollering, Kopecky en andere toprensters zoals sprinter Lorena Wiebes en Europees kampioen Mischa Bredewold. Het is verder uitkijken naar hoe goed oud-wereldkampioene Chantal Blaak is, die moeder is geworden en vorige week haar rentree in het peloton maakte.

Ook interessant is hoe Fabio Jakobsen het gaat doen nu hij voor het eerst in zijn carrière op het hoogste niveau voor een Nederlandse ploeg gaat rijden: Team dsm-firmenich PostNL. Met de topsprinter aan boord wil de ploeg dit seizoen gaan jagen op dagzeges.

De vrouwelijke tak van het team hoopt hetzelfde te gaan doen met Charlotte Kool, terwijl wereldkampioen veldrijden Fem van Empel bij de vrouwen van Visma-LAB ook op de weg in de voetsporen hoopt te treden van haar succesvolle teamgenote Marianne Vos.

2 Welke invloed hebben de Olympische Spelen op dit wielerseizoen?

In de wielerwereld worden de Olympische Spelen in Parijs (van 26 juli tot en met 11 augustus) meer gezien als extra grote prijs – naast het winnen van een grote ronde, het WK of een klassieker – dan als hét grote doel van een vierjarige cyclus. Maar als je aan Mathieu van der Poel vraagt hoeveel invloed de Spelen hebben op zijn programma, dan is het antwoord: veel.

Voor de kopman van de Nederlandse equipe, de huidige wereldkampioen en vorig jaar winnaar van twee klassiekers, is het parcours van de olympische wegwedstrijd, met een steil kasseienklimmetje naar de Sacré-Coeur in de finale, een geweldige kans om met zijn kwaliteiten goud te pakken. Maar Van der Poel heeft nog meer ambities: de olympische mountainbikewedstrijd bijvoorbeeld, en het meedoen aan en uitrijden van de Tour. Dat valt samen allemaal niet te combineren.

Van der Poel heeft nog niet bekendgemaakt wat hij wil gaan doen. Als hij de Tour wil rijden, moet hij het mountainbiken, dat een week daarna op het programma staat, laten schieten. En andersom kan hij niet van start in de Tour. Die laatste optie heeft bijvoorbeeld een van zijn grote concurrenten, Wout Van Aert, gekozen. De Belg rijdt dit jaar de Giro en Vuelta, met daartussen in de olympische tijdrit en wegwedstrijd.

3 Wat valt te verwachten van de Tour de France en de Tour de France Femmes?

De Tour de France van 2024 belooft om meerdere redenen een speciale editie te worden. Voor het eerst in haar geschiedenis finisht de ronde niet op de Champs-Élysées in Parijs, omdat daar de Spelen dan op het punt van beginnen staan. In plaats daarvan eindigt de drieweekse wedstrijd met een tijdrit in Nice.

Dat het een spectaculaire strijd om de gele trui zal worden, lijkt een zekerheid. Voor het eerst in jaren staan er meer dan twee grote kanshebbers aan de start. Tweevoudig winnaars Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar (UAE Emirates) krijgen dit jaar concurrentie van Primoz Roglic en Remco Evenepoel, en ook Sepp Kuss, de secondant van Vingegaard die afgelopen jaar de Vuelta won, zal als schaduwkopman meedoen.

Primoz Roglic (hier nog rijdend voor Jumbo-Visma) met in zijn wiel Remco Evenepoel, vorig jaar tijdens de Ronde van Catalonië.
Pau Barrena / AFP

Roglic, die al de Giro en Vuelta (drie keer) won en tweede werd in de Tour van 2020, stapte deze winter over van Visma-LAB naar Bora-Hansgrohe. Dit omdat hij bij de Nederlandse ploeg achter Vingegaard in de pikorde was komen te staan. Evenepoel geldt al jaren als de grote Belgische hoop voor de gele trui, zeker nadat hij in 2022 de zege in de Vuelta pakte. Het wordt zijn debuut in de Ronde van Frankrijk.

De Tour de France Femmes zal in ieder geval een Nederlands feestje worden. Niet alleen omdat de laatste twee edities werden gewonnen door Annemiek van Vleuten (2022) en Demi Vollering (2023) en die laatste ook nu weer topfavoriet zal zijn, maar ook omdat vier van de acht etappes beginnen op Nederlandse bodem. Rotterdam, Den Haag, Dordrecht en Valkenburg zijn allemaal start- of finishplaatsen – inclusief een korte tijdrit in Rotterdam – voordat de Tour zich via België naar Frankrijk fietst voor een finale op de flanken van de Alpe d’Huez.

4 Wat gaat er precies gebeuren met het plan voor One Cycling?

Begin deze maand was daar ineens het nieuws van persbureau Reuters dat een Saoedisch investeringsfonds bereid was 250 miljoen euro te investeren in een nieuw op te richten wielercompetitie. Daarmee zou het wielrennen na golf, voetbal, tennis, vechtsporten en de Formule 1 de zoveelste sport worden die aan het infuus van oliedollars zou komen te liggen, in een poging van het Saoedische regime een alternatieve economie te creëren en de aandacht af te leiden van mensenrechtenschendingen in het land.

Het plan kwam niet van de Saoedi’s zelf, maar van One Cycling, een samenwerkingsverband van wielerploegen die op zoek zijn naar nieuwe vormen van inkomsten. Er heerst in het wielrennen al jaren onvrede over de manier waarop de gelden die worden verdiend met mediarechten en sponsoring worden verdeeld; die gaan naar grote wedstrijdorganisatoren. Teams en renners zien daar, in de vorm van prijzengeld, maar weinig van terug. Zij zijn grotendeels afhankelijk van eigen sponsoren.

Plan voor One Cycling valt niet overal goed

Eigenaar-directeur Richard Plugge van Visma-LAB is een van de aanjagers van One Cycling, waar ook grote teams als Soudal QuickStep en Ineos-Grenadiers en organisator Flanders Classics (Ronde van Vlaanderen) in zitten. Volgens hem zijn er te veel wedstrijden en weten fans daardoor de sport en de renners niet goed te vinden. Plugge zou liever een kleinere kalender hebben met enkel topkoersen – een ‘Super League’, vergelijkbaar met een omstreden plan in het voetbal. Zo’n competitie zou het leven moeten zien na 2025, als de licenties voor wielerploegen van de mondiale bond UCI aflopen voor de World Tour, nu het hoogste niveau. Onder Plugge’s leiding werd een zoektocht naar investeerders gestart, zo kwam het wielrennen bij Saoedi-Arabië uit.

Het probleem voor Plugge en One Cycling is dat niet iedereen staat te juichen om het plan. Grote organisatoren als het Franse ASO (Tour) en het Italiaanse RCS (Giro) zijn niet (meer) aangesloten bij One Cycling. Het lijkt onwaarschijnlijk dat het wielrennen verder gaat zonder het kroonjuweel van de sport, de Tour de France.

UCI-baas David Lappartient kondigde onlangs aan dat de wielerkalender vanaf 2026 grote veranderingen zal ondergaan. Hij pleitte in de Belgische krant Het Nieuwsblad voor minder overlap van wedstrijden en meer internationale (lees: buiten Europa) koersen. Of daar ook Saoedische inmenging bij hoort? Dat liet de Fransman tactisch in het midden.