Met een hond in huis zijn kinderen actiever en socialer

Wanneer jonge ouders een hond in huis halen, gaan hun jonge kinderen meer bewegen. Dat blijkt uit een Australisch onderzoek. Kinderen gaan vaker wandelen of buitenspelen als ze opgroeien met een hond, en meisjes bewegen per dag zelfs meer dan drie kwartier extra. Als de hond komt te overlijden, dan gaan kinderen veel minder bewegen.

Hoewel er al geruime tijd aanwijzingen waren dat kinderen met honden meer bewegen, is dit verband nu voor het eerst aangetoond in een langdurig bevolkingsonderzoek. Omdat veel kinderen te weinig bewegen, kan het nemen van een hond gunstig zijn voor de gezondheid en op den duur chronische ziekten voorkomen, schrijven de onderzoekers in het International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity.

Bewegingsmeters

Eerdere studies naar het verband tussen honden en de lichaamsbeweging van kinderen zijn klein en hebben geen controlegroepen. Ook bestaan ze vaak uit slechts één of enkele momentopnamen, waardoor niet is uit te sluiten of dit verband misschien ontstaat doordat families met actieve kinderen sneller een hond nemen.

In de nieuwe studie kon deze omgekeerde relatie worden uitgesloten. Door de gezinnen tweemaal drie jaar lang te volgen, kregen de gezondheidswetenschappers voor het eerst inzicht in wat het krijgen en het verliezen van een hond doet met het gedrag van peuters en kleuters.

Voor het onderzoek verzamelde het Australische team de bewegingsdata van zo’n zeshonderd kinderen tussen de twee en zeven jaar oud. Het gedrag van de kinderen werd geregistreerd met kleine, draagbare bewegingsmeters die onderscheid maken tussen zittende, lichte en energieke activiteiten, en met vragenlijsten ingevuld door de ouders.

Uit de vragenlijst blijkt dat kinderen na het adopteren van een puppy per week zeven nieuwe niet-ingeplande activiteiten ondernemen, zoals stoeien of de hond uitlaten. Data van de bewegingsmeter laten bovendien zien dat meisjes dagelijks 52 minuten meer besteden aan licht intensieve activiteiten. Opvallend genoeg was bij de jongens enkel een stijging van 7 minuten energiek speelgedrag te zien. Waarom hier een sterk sekseverschil in is gevonden is onbekend.

Wanneer een hond kwam te overlijden dan verdwenen de positieve invloeden: het aantal niet-ingeplande activiteiten daalde met acht tot tien keer per week en meisjes bewogen gemiddeld 62 minuten minder. De kinderen kunnen na het overlijden niet meer spelen of wandelen met de hond, of bewegen weinig omdat ze door een periode van rouw gaan, suggereren de onderzoekers.

Kinderen die een hond hebben zijn ook attenter en behulpzamer

Naast lichaamsbeweging werden ook de scherm- en slaaptijd van de kinderen onderzocht, maar hier kwamen volgens het onderzoeksteam geen eenduidige verbanden naar voren.

De data van de studie komen uit een overkoepelend bevolkingsonderzoek waarin ook andere gezondheidsvoordelen aan het hebben van honden worden toegekend. Volgens deze studie lieten kinderen die regelmatig met honden spelen of hen uitlaten minder antisociaal gedrag zien en hadden ze minder problemen met leeftijdsgenoten. Daarnaast stelden ze zich vaker attent en behulpzaam op tegenover anderen. Een goede band tussen hond en kind, concluderen de onderzoekers, kan bijdragen aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van peuters.

Toch houdt het onderzoeksteam nog een slag om de arm. Gedragsonderzoeken als deze worden vaak geplaagd door overlappende variabelen – zoals het inkomen van de ouders of het hebben van broertjes en zussen – die in dit geval ook indirect het verband tussen hond en sociaal gedrag zouden kunnen verklaren. Reden te meer, schrijven de onderzoekers, om in toekomstige bevolkingsonderzoeken vaker gegevens over hondenbezit te registreren.