In het eerste volledige jaar van de Wet open overheid (Woo) zijn ministeries nog steeds veel te langzaam met het afhandelen van verzoeken tot openbaarheid door burgers. Gemiddeld duurde het afhandelen van een Woo-verzoek, voorheen Wob-verzoek, in 2023 172 dagen, concludeert transparantiewaakhond Open State. Dat is vijf dagen meer dan in 2022. De wettelijke termijn voor het behandelen van een Woo-verzoek is 28 dagen, met uitstel mag dat tot 42 dagen oplopen.
Burgers, vaak journalisten, kunnen de overheid met Woo-verzoeken dwingen om documenten te openbaren, bijvoorbeeld over de totstandkoming van beleid of besluiten.
Wel zijn er in 2023 met 80.000 pagina’s ongeveer een derde meer pagina’s vrijgegeven en ruim anderhalf keer zoveel verzoeken afgehandeld door ministeries. Dat stemt Serv Wiemers van Open State niet milder. „Als de overheid openbaarheid zou gaan zien als een mensenrecht, wat het is, dan maakt het aantal verzoeken niet zoveel uit. Als er meer mensen opkomen bij verkiezingen, dan zeggen we ook niet dat de extra mensen maar niet mogen stemmen.”
Openbaar, tenzij
Dinsdag biedt Open State het rapport ‘Blaadjes op het spoor’ aan de Kamer aan. Het is het derde jaar op rij dat deze organisatie een dergelijke inventarisatie maakt. In mei 2022 is de Wet openbaarheid bestuur (Wob) ingeruild voor de Woo, die een andere basishouding moest bewerkstelligen: openbaarheid, tenzij. Maar in tegenstelling tot beloftes over transparantie en de nieuwe wet, loopt de behandeltermijn nog steeds op. Het ministerie van Financiën spant de kroon: verzoeken duren daar 239 dagen. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) doet het relatief het best, met ‘slechts’ 91 dagen.
Omdat gemiddeldes door extremen kunnen worden opgestuwd, kijkt Open State ook naar de mediaan. Dat wil zeggen de middelste in een rij van Woo-verzoeken op volgorde van behandelingstermijn. Deze mediaan, het typische Woo-verzoek, duurt 114 dagen om af te handelen. Ruim 56 procent omvat verzoeken die maar 50 pagina’s informatie opleveren. De mediaan qua omvang is 32 pagina’s.
Open State roept op te breken met de ‘parafenlijn‘, een reeks van parafen van leidinggevenden op een ministerie die nodig zijn om een verzoek af te handelen. Volgens Open State zou voldoende moeten zijn dat twee professionals oordelen of zogeheten uitzonderingsgronden gelden. Dit zijn wettelijke gronden waarop informatie niet hoeft te worden gedeeld, bijvoorbeeld als de privacy of veiligheid in het geding is van, bijvoorbeeld, niet-publieke personen of organisaties. Ook de zogeheten persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren kunnen onder bepaalde omstandigheden vertrouwelijk blijven.
Weglakken
Een andere tijdsbesparing die Open State voorstelt is om te stoppen met het lakken van pagina’s die ‘buiten reikwijdte’ vallen. Hier is geen wettelijk grond voor en lijkt alleen maar om verzoekers niet wijzer te maken dan ze zijn, aldus Open State.
Nederland steekt schril af bij omliggende landen. In het Verenigd Koninkrijk wordt 85 procent van de verzoeken om openbaarheid op tijd afgehandeld, het spiegelbeeld van de Nederlandse rijksoverheid die in 83 procent van de verzoeken de wettelijke termijn niet haalde. Dat terwijl in Nederland burgers nog geen zes verzoeken per 100.000 inwoners doen, terwijl dat in andere landen om tientallen gaat, bleek al uit eerder onderzoek.
Lees ook
De Wob wordt de Woo: terugblik op 40 jaar primeurs, zwartgelakte pagina’s en politieke willekeur