Ze zijn prachtig en verrassend divers, de steurgarnalen van de zes Nederlandse eilanden in de Cariben. Sommige hebben sierlijke lange poten en antennes, andere zijn gedrongen, met stevige scharen. Ze zijn doorzichtig en dooraderd met ragfijne witte structuren, ze hebben camouflagekleuren of juist opvallende rode strepen of paarse stippen. En allemaal leven ze met, op, of zelfs ín andere dieren.
Een nieuw rapport over de Nederlands-Caribische steurgarnalen belicht deze wonderlijke diversiteit, zo meldde de Dutch Caribbean Nature Alliance deze week. Het rapport beschrijft 46 soorten steurgarnalen, waarvan er 24 nieuw zijn voor de Nederlandse Cariben (de autonome eilanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten, plus de gebiedsdelen Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Eén soort is zelfs nieuw voor de wetenschap. En maar liefst zestig garnaal-gastheerrelaties waren niet eerder beschreven.
„Deze garnalen spelen een heel belangrijke rol in de Caribische koraalriffen”, vertelt Charles Fransen, garnalenonderzoeker bij Naturalis Biodiversity Center en auteur van het rapport. „Ze vormen veruit de grootste groep garnalen op het rif, en leven vrijwel allemaal in nauwe associatie met andere dieren.”
Foto’s Charles Fransen
Veel van de garnalen poetsen bijvoorbeeld vissen. Ze eten de piepkleine parasieten die vissen meedragen op hun huid of in hun bek of kieuwen. „De garnalen maken soms gekke dansjes om die vissen aan te trekken”, vertelt Fransen. „Ze leven ook tussen de giftige tentakels van zeeanemonen. Daar zijn ze zelf niet gevoelig voor, maar ze zijn zo wel beschermd tegen roofdieren. En de vissen weten: bij deze anemoon kan ik me laten poetsen.”
Sommige steurgarnalen leven het liefst in anemonen, maar maken soms een uitstapje naar andere soorten. Dan liften ze bijvoorbeeld een tijdje mee op een zeenaaktslak of verstoppen zich in levend koraal.
Andere steurgarnalen wonen in sponzen of in de holte van zakpijpen: vreemde zeedieren die wel wat op anemonen lijken, maar als vrijzwemmende larve een primitieve ruggengraat hebben. Ook de nieuwe steurgarnaal leeft in zakpijpen. „Het gaat om een kolonievormende zakpijpensoort”, vertelt Fransen, „die in het midden van de kolonie een gemeenschappelijke holte heeft. Daarin leeft de garnaal”.
Via die holte (de ‘cloaca’: het Latijnse woord voor riool) stoot de zakpijpkolonie zijn afvalstoffen af. „Een Amerikaanse krant heeft deze garnaal daarom de sewer-dwelling shrimp genoemd”, merkt Fransen op. „Maar wij hebben het gelaten bij een Latijnse naam: Periclimenaeus cloacola.”
De soort heeft opvallende scharen aan zijn voorpoten, net als veel andere steurgarnalen. Ze gebruiken die niet om voedsel mee te grijpen, maar om belagers of concurrenten te verjagen, vermoedt Fransen. „Misschien maken ze er ook wel geluid mee”, zegt hij. „Deze scharen lijken namelijk erg op die van de pistoolgarnaal.” Pistoolgarnalen kunnen hun scharen zo snel dichtklappen dat er door de onderdruk een gasbelletje ontstaat dat meteen met een knal implodeert, hard genoeg om kleine prooien te doden.
Paradijs voor duikers
„Het is een duikersparadijs”, zegt Fransen over de Nederlandse Cariben. „Er is daar zóveel te zien onder water. Al die prachtige riffen, kleurrijke vissen en anemonen. En als je dan dichterbij komt, zie je al die samenlevingsvormen.”
Het onderzoek ging verder in Leiden, bij Naturalis. Daar lagen al veel steurgarnalen in oudere collecties. „We hebben een lange onderzoekstraditie in dit gebied”, vertelt Fransen. „Daarop konden we voortbouwen. We hebben nu voor het eerst een complete lijst van de steurgarnalen in dit gebied. En we deden genetisch onderzoek. Daardoor ontdekten we onder meer dat P. cloacola echt een nieuwe soort is.”
Foto’s Charles Fransen
De voornaamste boodschap, aldus Fransen, is dat de Nederlandse Cariben een ongelooflijke biodiversiteit herbergen – en dat we daarvan nog maar een fractie kennen. „Iedere keer dat je er gaat kijken, ontdek je weer iets nieuws”, zegt Fransen. „Niet alleen nieuwe soorten, maar ook nieuwe onderlinge relaties. Dat laat zien hoe complex die ecologie daar is.”
Tegelijkertijd is het ecosysteem heel kwetsbaar, benadrukt hij. Het staat onder druk door overbevissing, hogere watertemperaturen en vervuiling, waardoor het koraal afsterft en soorten verdwijnen. Fransen: „In zo’n ecosysteem zijn alle schakels belangrijk. Er zijn wel experimenten gedaan waarbij mensen alle steurgarnalen van een rif weghaalden. Toen ging het niet lang goed met de vissen.”