Cartoonist Jos Collignon stopt na 44 jaar bij de Volkskrant, die hem gevraagd heeft te vertrekken. Dat heeft de 73-jarige tekenaar dinsdagochtend bekendgemaakt in het radioprogramma MISCHA!. Collignon won meerdere prijzen voor zijn werk, waaronder de Inktspotprijs en de Grote Prijs van Press Cartoon Europe.
Volgens de illustrator verliep het gesprek over zijn vertrek op een prettige manier. „Het was een uitstekend gesprek, waarin ik breed begrip kreeg van de hoofdredactie”, aldus Collignon. „Maar aan het einde vertelde hij wel dat hij mij kwijt wilde.” Reden voor het afscheid is volgens de Volkskrant dat „het tijd voor nieuwe stemmen en stijlen” is. De cartoonist levert momenteel twee spotprenten per week aan de Volkskrant, op 13 juli zal zijn laatste bijdrage verschijnen.
De krant heeft het vertrek van Collignon in een interne mail bevestigd. „Zijn levendige, geestige, scherpe en onnavolgbare cartoons zijn tot op de dag van vandaag gezichtsbepalend”, schrijft hoofdredacteur Pieter Klok daarin. „Het was dus een moeilijk besluit”, dat volgens Klok „niets te maken heeft met de recente ophef over zijn Israël-cartoon.” Volgens de hoofdredacteur was al voor dat incident besloten om afscheid van Collignon te nemen.
Antisemitisme
De beroemde tekenaar raakte afgelopen november, niet voor het eerst, in opspraak vanwege een tekening die volgens velen antisemitisch was. Daarin is „een dikke duim op een lange arm” te zien, waarop een Israëlische vlag staat afgebeeld en waarboven de tekst „O-ver-al herlevend antisemitisme” staat. „O jee sorry – vergeten éérst Hamas te veroordelen”, staat eronder te lezen. De spotprent werd geplaatst op de dag dat Kristallnacht herdacht werd en ontving kritiek van onder meer oud-PvdA-leider Lodewijk Asscher en demissionair minister van Binnenlandse Zaken Hugo de Jonge (CDA). Het was niet de eerste keer dat elementen van Collignons tekeningen antisemitisch genoemd werden.
Klok verdedigde de cartoon en weigerde die te verwijderen. Dat deed de hoofdredacteur eerder wél bij een spotprent over het succes van het Marokkaanse voetbalelftal. Op die tekening waren twee jongemannen op een scooter met Marokkaanse vlag afgebeeld, die een gouden bokaal rukken uit de handen van FIFA-voorzitter Gianni Infantino en erg lachend vandoor rijden. De cartoon werd verwijderd omdat die volgens Klok „stigmatiserend” was en bij zou dragen „aan het wegzetten van een bevolkingsgroep.”
Collignon begon 47 jaar geleden met het maken van spotprenten over actuele onderwerpen. Voor 1980 tekende hij voor NRC Handelsblad. Collignon zegt nog niet te weten wat hij na zijn vertrek gaat doen.
Hoe kreeg een Amerikaanse wiskundige die staande houdt dat Trump in 2020 de verkiezingen won, invloed op het Nederlandse stikstofdebat? Met twijfel als wapen voorkwamen hij en andere belangenwetenschappers dat de overheid ingreep in het stikstofdossier. Een reconstructie.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
De zuidelijke buitenwijken van Beiroet zijn zaterdagavond laat en zaterdagnacht opnieuw getroffen door een reeks luchtaanvallen. Ooggetuigen meldden harde knallen en flitsen van rood en wit die bijna dertig minuten duurden, schrijft persbureau Reuters.
Eerder op de avond riep Israël bewoners van zuidelijke wijken van Beiroet op om te evacueren. Het Israëlische leger wees daarbij specifieke gebouwen aan.
De aanvallen volgen op dagen van bombardementen door Israël op de zuidelijke buitenwijken van de Libanese hoofdstad, die worden beschouwd als bolwerk van de door Iran gesteunde gewapende groep Hezbollah.
Een Libanese veiligheidsbron zei zaterdag dat er sinds vrijdag geen contact meer is met Hashem Safi al-Din, een potentiële opvolger van de op 27 september bij een Israëlische luchtaanval omgekomen Hezbollah-leider Hassan Nasrallah. Een Israëlische luchtaanval nabij de internationale luchthaven van Beiroet op vrijdag zou op hem gericht zijn geweest. Hezbollah heeft tot nu toe geen commentaar gegeven de toestand van Safi al-Din.
Het Israëlische leger meldt dat Hezbollah ongeveer 130 raketten heeft afgevuurd op Israël vanuit Libanon.
Zaterdagavond om kwart voor negen krijgt Abdallah Alawa (39) uit Rotterdam-Zuid een berichtje van zijn zwager: ze zijn geland. Maar niet op Eindhoven Airport, waar hij nu met zijn vrouw in de verder vrij lege aankomsthal staat te wachten. De repatriëringsvlucht waarmee de overheid Nederlanders terug heeft gehaald uit Libanon, met aan boord zijn schoonouders en zijn zwager, staat aan de grond bij Vliegbasis Eindhoven. Dat is wat anders.
Dus ze gaan weer de draaideuren door, de auto’s in. Hij in die van de schoonvader, zij in hun eigen auto. Stuurt Google Maps ze ook nog verkeerd. Je moet een stukje terug, zegt een diender in een hokje bij de slagbomen. Dan naar links en dan steeds maar rechtdoor, dan kom je er.
En het was al „stressen” deze week, vertelt Alawa. Zijn schoonfamilie vloog ruim drie weken geleden naar Libanon, voordat „dat hele drama” begon. De oplopende spanningen tussen Hezbollah en Israël, bedoelt hij, waarbij Israël (naast een grondoperatie in het zuiden van het land) zware luchtaanvallen uitvoert op doelen in Libanon.
Lijnvluchten geannuleerd
Het idee was een vakantie in kuststadje Qalamoun, net onder Tripoli en op een uurtje rijden van hoofdstad Beiroet. Maar de terugvlucht, gepland voor vorige week woensdag, werd geannuleerd. Een nieuwe lijnvlucht die ze probeerden ook, en de toeristische boottocht tussen Tripoli en Turkije die ze daarna in allerijl maar boekten óók. Hij belde wel veel met ze, en ze stuurden berichtjes. „Dat ze raketten hoorden”, zegt Alawa, „en dat ze niet wisten of het nog zou lukken terug te komen.”
Hij heeft ringen onder zijn ogen, is zichtbaar moe. „Effe lastig”, zegt hij.
Nadat het Ministerie van Buitenlandse Zaken eerder deze week twee repatriëringsvluchten aankondigde, meldde de familie van Alawa zich meteen. Ze hadden verwacht vrijdag al mee te kunnen, toen de eerste vlucht ging. „Maar ze werden maar niet gebeld. Je moet eerst teruggebeld worden, dat je aanvraag in orde is, en dat gebeurde maar niet.” Dat gebeurde pas zaterdagochtend. „Echt last minute.”
Lees ook
Regering haalt alsnog Nederlanders uit Libanon, onder druk van oppositie
Zijn vrouw is naar het blauwe lint gelopen, daarachter komen ze straks aanlopen. Er staan enkele tientallen mensen te wachten in de hal, sommigen met een boeket bloemen in de hand. Er is koffie en thee, er zijn koekjes en er is een balie ingericht met daarachter medewerkers in fluorescerende hesjes.
Is Alawa nu nog steeds zenuwachtig? Nee, zegt hij, nu komt het goed.
Roze hoodie
Tot het „Nederlanders actief helpen” uit Libanon weg te komen werd dinsdag besloten door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Twee repatriëringsvluchten met een Airbus A330 van de NAVO, een op vrijdag en een op zaterdag. Wie mee wilde, kon zich tot vrijdagmiddag aanmelden bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vrijdagavond landde de eerste vlucht in Eindhoven, met 185 mensen aan boord. Zaterdag werden nog eens 170 mensen van Beiroet naar Eindhoven gevlogen. Beide keren ging het om iets meer dan honderd mensen die op de oproep gereageerd hadden en konden aantonen dat ze Nederlander zijn of als partner of kind met een Nederlander zouden meereizen.
De rest van de passagiers werd gerepatrieerd op verzoek van andere landen: vrijdag gingen er Belgen, Ieren en Finnen mee, zaterdag Fransen, Belgen, Spanje en Oostenrijkers. „Andere landen hebben hun eigen vluchten”, lichtte een woordvoerder van het ministerie zaterdag toe, „maar er is ook internationale samenwerking. Het is net hoe het uitkomt. We willen optimaal gebruikmaken van de capaciteit.” Zaterdag kwamen ook de Belgische journalist Robin Ramaekers en zijn cameraman Stijn De Smet mee; zij waren in Libanon voor VTM Nieuws en raakten eerder deze week gewond in Beiroet.
Ook de Belgische journalist Robin Ramaekers en zijn cameraman Stijn De Smet waren zaterdag aan boord; zij raakten deze week gewond in Beiroet
Onder de eersten die vanuit het vliegtuig de hal binnenkomen is een baby, hooguit een paar dagen oud, in een wit berenpakje en een deken. De pas bevallen moeder is Frans, de medewerkers op de luchthaven proberen snel een rolstoel voor haar te regelen.
Daarna: een familie van vijf met een vliegveldtrolley vol tassen. De oudste zoon spreekt een beetje Engels. „We came here because of the war”, zegt hij tegen de mensen achter de balie. Ze willen graag naar Amsterdam. Omdat ze daar familie hebben? Een taxi bellen dus. Nee, begrijpen ze na enige taalverwarring, ondanks dat er een tolk is aangesloten: géén familie of bekenden in Nederland. Ze moeten dus ergens ondergebracht worden vannacht. Hotel Pullman kan misschien, hier in Eindhoven.
„Heb je het koud?” vraagt een andere vrouw in hesje aan de jongste van het stel, een meisje van ongeveer zes. Ze draagt alleen een korte broek en een dun, lichtblauw shirtje. Ze krijgt een verwassen roze hoodie van Levi’s, haar broer een zwartgrijze met opdruk Colossos: Kampf der Giganten, een houten achtbaan in Heide-Park Soltau, Duitsland.
De familie van Abdallah Alawa en zijn vrouw zit in het laatste groepje dat de hal binnenkomt. Zij filmt het met haar telefoon en geeft haar vader daarna drie kussen op de wang. Hij omhelst zijn schoonvader, twee ferme klappen op het schouderblad.
„Steeds was ik daar bang voor de bom”, zegt de schoonvader, Mohammed Alawa (57), als de begroetingen voorbij zijn. „Er was geen eten daar, geen benzine, geen elektriciteit.” Zijn ouders en zijn broer, die in Libanon wonen, zijn daar nog. Zij hebben geen Nederlands paspoort.
En nu? Hoe voelt hij zich?
„Nu? Hier?” Hij wijst met beide handen naar de grond. „Opgelucht.”
Lees ook
Israël deelt harde klappen uit aan zijn tegenstanders, maar wat de politieke strategie is blijft onduidelijk