Eye Filmmuseum staakt sponsoring door KLM vanwege klimaat

Eye Filmmuseum in Amsterdam wil KLM niet langer als sponsor. Het museum heeft het sponsorcontract met de luchtvaartmaatschappij per 1 januari niet verlengd. Sponsoring door KLM past niet bij het duurzaamheidsbeleid van het museum, zegt directeur Bregtje van der Haak na vragen van NRC.

KLM sponsort meerdere grote culturele instellingen in Amsterdam, waaronder het Rijksmuseum en het Koninklijk Concertgebouworkest. KLM noemt zijn vluchten in zijn recentste jaarverslag als „een belangrijke levensader voor de bloeiende toeristenindustrie en culturele sector van Amsterdam”.

Klimaatactivisten van Fossielvrij NL, Extinction Rebellion en Reclame Fossielvrij noemen het „fantastisch” dat Eye zich niet meer door KLM laat sponsoren. Zij en enkele andere klimaatactiegroepen demonstreerden in september bij het museum vanwege de sponsoring door KLM. „Bedrijven als KLM vernietigen onze leefomgeving en proberen daarna hun imago op te poetsen via sponsoring van de cultuursector”, aldus de actievoerders in een geschreven reactie.

Duurzaamheid

Volgens directeur Van der Haak van Eye Filmmuseum stond de „samenwerking” met KLM al vóór de protesten ter discussie. Bij het museum „staat duurzaamheid hoog op de agenda”, zegt ze. „Mijn overtuiging is dat wij een krachtiger museum zijn als we leven naar onze eigen waarden.” Het museum gaf zelf geen ruchtbaarheid aan het beëindigen van de sponsorrelatie met KLM, die bestond sinds 2019.

„We maken filmprogramma’s over de zorgen van mensen over de klimaatcrisis. Hoe breng je dan je eigen gedrag als filmmuseum in lijn met de waarden die je uitdraagt en onderzoekt? Daar past niet bij dat je, hoe genereus ook, de mogelijkheid krijgt om goedkoper te vliegen.”

KLM was tot eind vorig jaar een van de zeven „projectpartners” van het museum. Volgens het museum betaalde het bedrijf vliegtickets voor maximaal 20.000 euro per jaar. „Het bestaan van het museum hangt er niet vanaf.” De relatie met het bedrijf was volgens de directeur „uitstekend”. KLM reageerde vrijdag niet op vragen van NRC.

Drie maanden geleden voerde Eye Filmmuseum ook een nieuw intern beleid in voor reizen van zijn eigen medewerkers. Binnen Europa reizen zij in principe met de trein; bij intercontinentale reizen wordt er kritischer gekeken of de reis noodzakelijk is. Hoe het beleid in de praktijk uitpakt, weet het museum nog niet. Ook werkt Eye aan een leidraad waarmee het toekomstige sponsorrelaties wil beoordelen.

Internationale reizen

Voor KLM is cultuur een van de pijlers van zijn sponsorbeleid. Vijf grote culturele instellingen in Amsterdam – theater Carré, het Concertgebouw, het Koninklijk Concertgebouworkest (KCO), het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum – hebben een sponsorcontract met de luchtvaartmaatschappij.

De vier instellingen die vrijdag reageerden op vragen van NRC zijn niet van plan hun sponsorrelatie met KLM te beëindigen: het bedrijf draagt bij aan voor hen belangrijke internationale transporten en reizen. Voor het KCO vervoert KLM bijvoorbeeld musici en instrumenten; het maakte de recente najaarstournee in Japan en Zuid-Korea „mede mogelijk”. „Uiteraard spelen duurzaamheidsoverwegingen in het algemeen een belangrijke rol”, aldus een woordvoerder.

Het Van Gogh Museum legt uit dat de sponsoring door KLM „noodzakelijke reizen voor onderzoeks- en bruikleenverkeer” mogelijk maakt, bij het Rijksmuseum gaat het om vliegtickets voor internationaal „onderzoek naar kunst en objecten”. Carré zegt de luchtvaartmaatschappij nodig te hebben voor het „invliegen” van artiesten bij „internationale toonaangevende producties”.

Sponsoring door „fossiele” bedrijven staat in de cultuursector al jaren ter discussie. Vorig jaar waren er niet alleen protesten van klimaatactivisten bij Eye, maar ook bij het Drents Museum, dat geld ontvangt van gaswinningsbedrijf NAM; en bij Nationale Opera & Ballet, dat gesponsord wordt door ING. Vorige maand kondigde Milieudefensie een rechtszaak tegen die bank aan, vanwege zijn fossiele investeringen.


Lees ook
In ‘The Shell Trial’ waagt De Nationale Opera zich aan de klimaatcrisis: ‘Doen we special effects met vuur (en dus met gas) in een stuk over het klimaat?’

‘Klimaatnoodtoestand’

Steeds meer culturele instellingen willen zelf verduurzamen. In de podiumkunsten stelden vijf organisaties met steun van branchevereniging NAPK afgelopen najaar een verklaring op voor gezelschappen, makers en instellingen die de „klimaatnoodtoestand” uitroepen en aanjagers willen zijn tegen de klimaat- en ecologische crisis.

Het statement Te zijn of niet te zijn heeft inmiddels meer dan tweehonderd ondertekenaars, waaronder het Internationaal Theater Amsterdam (ITA), theatergroep Oostpool en het Nederlands Dans Theater. „Steeds meer culturele instellingen willen laten zien waar ze staan in de klimaatbeweging”, zegt Daan Stigter van Jakop Ahlbom Company, een van de initatiefnemers.

Juist de afgelopen weken sloten veel makers en gezelschappen zich aan, mogelijk vanwege de deadline voor de vierjaarlijkse subsidieaanvraag bij het ministerie van OCW en de rijkscultuurfondsen. Het ministerie stelt zelf in de komende subsidieperiode (2025-2028) geen harde duurzaamheidseisen aan culturele instellingen, maar vroeg aanvragers ter inventarisatie wel of zij het statement onderschreven.

Stigter denkt dat klimaatbeleid inmiddels zover is doorgedrongen in de culturele sector, en bij het ministerie, dat ook bij de eventuele komst van een rechts kabinet – de PVV wijst in zijn verkiezingsprogramma klimaatbeleid af – verduurzaming van de sector zal doorgaan. „Dit is een voortstuwende beweging die zich niet meer laat stoppen.”