Het is zaterdagochtend. Ik zit klaar voor de Nationale Tuinvogeltelling: je moet gedurende een half uur alle vogels in je tuin tellen en per app doorgeven. „Ik begin nu met tellen”, zeg ik tegen mijn vrouw en ga met mijn verrekijker voor het raam zitten. „Leuk!” zegt ze, „dan ga ik de bloembollen doen.” Even later scharrelt ze enthousiast op haar hurken door de tuin. Na een half uur geef ik het op en zend mijn bijdrage in. Aantal waarnemingen: nul.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Waar zou het klassieke AVG’tje zijn geweest zonder de A van aardappel? Wat zou er naast vlees en groente op het bord liggen als niet negen miljoen jaar geleden twee planten met wortels samen een plant met knollen hadden voortgebracht? Knollen zijn niet alleen onmisbaar in de Nederlandse keuken, ze zijn wereldwijd een belangrijke bron van koolhydraten.
Een groep plantenonderzoekers denkt de oorsprong van de pieper te hebben ontdekt, en beschrijft dat in het wetenschappelijk tijdschrift Cell. Ze reconstrueerden aan de hand van een ingewikkelde dna-puzzel hoe de natuurlijke kruising van verschillende soorten zónder knollen een nieuwe soort opleverde. Een plant die er onder de grond heel anders uitzag: met knollen die eetbaar én voedzaam bleken.
Dat was een geweldig staaltje innovatie van de natuur. Met die knollen kon de plant voedingsstoffen onder de grond opslaan. Maar minstens zo belangrijk: de plant kon zich zo ook voortplanten: uit elke aardappel kon een nieuwe plant groeien die aardappelen gaf. Nog steeds stoppen telers pootaardappelen in de grond om daarmee een veelvoud aan consumptieaardappelen te oogsten.
Om de aardappel-evolutie te ontrafelen, brachten de onderzoekers eerst het dna van 128 verschillende planten in kaart: grotendeels van gekweekte en wilde aardappelvarianten. Maar ook van tomatenplanten. En van etuberosum, een wilde plant, die verwant is aan zowel de tomaat als de aardappel. Maar met een belangrijk verschil dat in de naam besloten ligt: etuberosum betekent ‘zonder knollen’.
Foto’s Getty Images
Gemeenschappelijke voorouder
Etuberosum en tomaat zijn aparte soorten. De moderne aardappelplant lijkt genetisch iets meer op etuberosum dan op tomaat. Maar aan beide groeien geen knollen. Waar kwamen die dan vandaan? En waarom was het mysterie zo moeilijk te ontrafelen?
Aardappelen zijn genetisch behoorlijk complex. In elke cel hebben ze vier sets chromosomen (mensen hebben er twee). Voor het vaststellen van de dna-volgorde van deze genetisch zeer diverse plant waren geavanceerde technieken nodig om de 48 chromosomen in tienduizenden fragmentjes op te splitsen en opnieuw in elkaar zetten. De internationale groep slaagde erin de genetische kluwen uit elkaar peuteren en te zien welke stukjes dna in de aardappel van de tomaat en welke van de etuberosum kwamen.
Ze zagen dat de aardappelen een genenmix hebben van zowel etuberosum als tomaten. Dat zijn aparte soorten, maar wel met een gemeenschappelijke voorouder. Daardoor konden ze zelfs na miljoenen jaren ‘latten’ nog steeds kruisen, en zo gebeurde het dat ze zo’n 9 miljoen jaar geleden de eerste aardappelplanten voortbrachten, schrijven de onderzoekers – ver voor er mensen op aarde rondliepen.
De vraag was ook wat de plant aanzette om knollen te maken. Ze zagen dat genen die belangrijk zijn voor knolvorming in beide lijnen aanwezig waren. Door in het lab aan het dna te sleutelen, was te zien dat de knolvormende genen van beide planten cruciaal waren: als het gen van een van beide planten werd uitgeschakeld, kregen de nakomelingen geen of misvormde knollen. Beide planten waren dus nodig om uiteindelijk de aardappelplant voort te brengen.
Foto’s Getty Images
Relatieve isolatie
Door te berekenen in welk tempo het dna in de loop van de tijd muteerde, konden ze zeggen dat het ontstaan van de knoldragende plant hand in hand moet zijn gegaan met het ontstaan van het relatief jonge Andes-gebergte in Zuid-Amerika. De nieuwe plant had eigenschappen die hielpen te overleven onder verschillende weersomstandigheden in de bergen. Met de knollen kon de plant voedingsstoffen onder de grond bewaren, en ze maakten het mogelijk om zich zonder zaden of bestuiving voort te planten in koude, hoge gebieden.
De nieuwe leefomgeving zorgde ervoor dat de aardappelhybriden minder in contact kwamen met hun voorouders en weer terug konden kruisen. In relatieve isolatie konden ze verder evolueren en hun vruchtbaarheid verbeteren. En uiteindelijk kon de aardappel niet alleen op eigen benen staan, maar bracht die ook een enorme variëteit aan knolgewassen voort.
De aardappel bleek zich in uiteenlopende leefgebieden thuis te voelen, van koude alpenweiden tot tropische bossen. Dat leidde, schrijven de onderzoekers, tot een explosie van soorten en een rijke diversiteit aan aardappelen en knollen.
Hoe die vervolgens miljoenen jaren later door mensen werden gecultiveerd, en in de zestiende eeuw naar Europa kwamen, daar gaat deze studie niet op in. Maar duidelijk is: zonder tomaat en etuberosum geen bintje en eigenheimer.
„Hij is de bekendste Nederlander in Rusland, en waarschijnlijk ook de rijkste”, schreef Nieuwe Revu, het blad waarvan Derk Sauer zeven jaar hoofdredacteur was geweest, in 2004 met nauw verholen trots. Rusland was het tweede vaderland geworden van de ondernemende journalist, uitgever en zakenman.
Ruim dertig jaar zou Sauer in Rusland wonen – en er zich wortelen met zijn gezin, zijn zakelijke en journalistieke belangen. Hoe bekend hij daar echt geweest mag zijn, in elk geval was hij voor Nederlanders decennialang de bekendste landgenoot in Rusland. Betrokken en aanstekelijk kon hij vertellen over de Russische samenleving en politiek.
In de turbulente jaren na de ondergang van de Sovjet-Unie had Sauer het land goed leren kennen. Hij had intensief, en met groot financieel succes, deelgenomen aan het wilde kapitalisme van die dagen. Dat daarbij soms zijn veiligheid en die van zijn gezin op het spel stonden, droeg in Nederland bij aan zijn reputatie van onverschrokkenheid: ondernemend, strijdbaar en voor de duvel niet bang.
Na zijn ontgoochelde terugkeer naar Nederland in 2022, kort na de grootscheepse Russische invasie van Oekraïne, bleef Sauer in de media een veel gevraagd en gewaardeerd Ruslandkenner. Kritisch over het Rusland van president Poetin, en soms kritisch over zichzelf.
Deze donderdag overleed Derk Sauer op 72-jarige leeftijd. Enkele weken eerder was hij op vakantie in Griekenland ernstig gewond geraakt bij een ongeluk op zijn zeilboot.
Derk Sauer als hoofdredacteur van Nieuwe Revu tijdens een kort geding. Rechts journalist Pieter Storm. Foto Anefo
Partijkrant
In zijn laatste jaren was Sauer niet alleen teruggekeerd naar Nederland, maar ook naar de activistische impulsen uit zijn jonge jaren. Als 14-jarige scholier in Amstelveen had hij samen met een vriendje een „actiegroep voor wereldvrede” opgericht (waarover Algemeen Handelsblad, voorloper van NRC, hem interviewde voor een jongerenpagina). Als 16-jarige sloot hij zich aan bij de maoïstische splintergroep Marxistisch-Leninistisch Centrum Nederland. Kort daarna begon hij zijn journalistieke loopbaan bij de partijkrant van de KEN(ml), de Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (marxisties-leninisties).
De afgelopen jaren waren het niet meer de wereldvrede of de strijd tegen het grootkapitaal waarvoor de inmiddels vermogende Sauer zich inzette. Het waren de restanten van de Russische vrije pers, door Poetins regime onderdrukt, gekneveld en verdreven, waarvoor Sauer op de bres stond en in Nederland een veilige haven organiseerde. Zodat onder meer The Moscow Times, de krant die hij in 1992 had opgericht, vanuit Amsterdam online over Rusland kon en kan blijven berichten – in het Engels en het Russisch.
Lees ook
Lees ook: Derk Sauer: ‘Mentaal zitten we nog in Rusland’ (2022)
Binnenlandse Veiligheidsdienst
De kleurrijke carrière van Sauer werd gekenmerkt door zin voor avontuur en een fascinatie voor media, die zowel een journalistieke als een zakelijke kant had. Als 19-jarige reisde hij naar Noord-Ierland om voor De Groene Amsterdammer en de VPRO verslag te doen van de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten, en later naar conflictgebieden als Angola, Libanon, Nicaragua, Zimbabwe, Vietnam en Koerdistan. De Binnenlandse Veiligheidsdienst, voorloper van de AIVD, hield Sauer, die jarenlang een trouw aanhanger van de SP was, bijna twee decennia in de gaten en legde een uitgebreid dossier over hem aan.
Derk Sauer in augustus 1989. Foto Maurice Boyer
Na zijn hoofdredacteurschap van Nieuwe Revu verhuisde Sauer in 1989 met zijn vrouw, de journalist Ellen Verbeek, naar Moskou om daar voor de Nederlandse uitgeverij VNU een tijdschrift op te zetten. Die stap zou hun verdere leven bepalen. Toen VNU zich in 1992 uit Rusland terugtrok, richtte Sauer met zijn zakenpartner Annemarie van Gaal en financier Boudewijn Poelmann in Moskou een eigen bedrijf op, het latere Independent Media (IM), dat behalve The Moscow Times ook de Russische Cosmopolitan (dat Verbeek ging leiden) en Playboy uitbracht.
Standbeeld
The Moscow Times schreef destijds alleen in het Engels en voorzag met nieuws, achtergronden en opinies over Rusland in een grote behoefte van de vele expats die in het post-Sovjet-Rusland naar Moskou stroomden. In 2005 verkocht Sauer het bedrijf voor ruim 140 miljoen euro aan het Finse uitgeefconcern Sanoma. Sauer bleef nog tot 2012 leiding geven aan The Moscow Times, en in 2017 greep hij de gelegenheid aan om de krant terug te kopen. Van 2012 tot 2015 gaf hij ook leiding aan het Russische multimediabedrijf RBK.
De betekenis van Sauer voor de ontwikkeling van onafhankelijke Russische journalistiek in de jaren na de val van het communisme was groot, volgens Ilya Jablokov, hoogleraar journalistiek en digitale media aan de Sheffield University. Sauer voedde „een generatie journalisten” op met principes van onafhankelijkheid, zei Jablokov drie jaar geleden in NRC, hij zou daarvoor een standbeeld verdienen.
Ondertussen was Sauer ook in Nederland actief. Niet alleen als columnist bij Het Parool, maar in 2007 ook als medeoprichter van de televisiezender Het Gesprek (waarop alleen interviews zouden worden uitgezonden en dat al na drie jaar flopte) en van uitgeverij Nieuw Amsterdam.
Derk Sauer (links) tijdens een nieuwjaarsbijeenkomst van NRC Handelsblad in 2010. Foto Vincent Metzel
Samen met investeringsmaatschappij Egeria kocht hij in 2010 NRC Handelsblad en de toenmalige zusterpublicatie nrc.next, waarna Sauer president-commissaris werd (tot 2013). In die laatste rol botste hij met de redactie, omdat hij het niet kon laten zich met de inhoud van de krant te bemoeien.
Ik schaam me niet genoeg te hebben gewaarschuwd voor de tiran van deze tijd
Schuldbewust
In Moskou had Sauer in hoge kringen verkeerd, onder meer doordat hij twee keer mede-organisator was van de jaarlijkse Millionaire Fair en omdat hij in de buurt woonde van prominente figuren uit het Kremlin en het bedrijfsleven. Zijn kinderen gingen met hun kinderen naar school en zaten op dezelfde sportclubs.
Over de vraag of hij kritisch genoeg was geweest over het regime van Poetin was Sauer de afgelopen jaren opmerkelijk open. Op de dag na de Russische invasie van Oekraïne van 24 februari 2022 verscheen een verslagen en schuldbewust artikel van hem in Het Parool, onder de kop: „Ik schaam me niet genoeg te hebben gewaarschuwd voor de tiran van deze tijd.”
Met zijn zoon Pjotr, journalist bij The Moscow Times en The Guardian, had hij eindeloze discussies gehad, schrijft Sauer, of de Russische troepenopbouw langs de grens van Oekraïne de voorbode van een invasie was. De jonge Sauer had het beter gezien dan hij, moest de vader erkennen.
Lees ook
‘Ik maakte de schoolkrant, waarom was de BVD daarmee bezig?’ (2023)
‘Ik zette vanochtend de tv aan om te kijken wat voor weer het zou worden”, zegt Lieke Ridder uit Alphen aan den Rijn, die donderdag met haar tienerdochters aan het wandelen is in de bossen van de Utrechtse Heuvelrug bij de Pyramide van Austerlitz. „Toen zag ik het nieuws over de wolf. Boeien, dachten we. Gaan met die banaan.”
Ridder („van ’t weekend 46 geworden”) en haar dochters Silke (15) en Mijke (17) waren al zeker een jaar niet bij de Pyramide geweest. „We zijn op zoek naar de groene route”. Ze laten zich niet weerhouden door het nieuws dat hier een dag eerder een zesjarig jongetje is besprongen, gebeten en meegesleurd door wat „hoogstwaarschijnlijk” een wolf was. Het dier liet pas los toen omstanders het met stokken sloegen. Het jongetje hield er schaaf- en bijtwonden aan over die gehecht moesten worden.
Diezelfde avond nog scherpten provincie en gemeenten de adviezen aan: ga niet met kinderen het bos in. De Pyramide van Austerlitz, een monument uit de tijd van Napoleon met een grote speeltuin vlakbij, is een van de populairste trekpleisters op de Utrechtse Heuvelrug. Kinderen zijn er weinig, op deze middag in de zomervakantie.
De tieners Mijke en Silke zijn al even lang als hun moeder. „Zo eng zal het niet zijn”, zegt Mijke. Moeder Lieke: „Als we hem tegenkomen, dan zien we wel.” Mijke: „Net als bij een beer, gewoon stilstaan.” Lieke: „Ik ga ervan uit dat ’ie nu niet meer terugkomt.” Silke: „Dat weet je niet.”
De Belgische fietsers Stefaan Callens en Marianne Hugelier hadden nog niets over de mogelijke aanval door de wolf gehoord. Foto Roger Cremers
Revolver
Juist in dit gebied leeft een wolf die mensen en honden aanvalt, ‘probleemwolf’ GW3237(m) die de bijnaam Bram kreeg. De provincie verstrekte eerder deze maand een vergunning om het dier dood te schieten. Of het zesjarige jongetje ook door ‘Bram’ is aangevallen, moet DNA-onderzoek uitwijzen. „We doen momenteel alles om een DNA-spoedanalyse door een daarvoor gecertificeerd laboratorium in binnen- of buitenland te krijgen”, aldus een woordvoerder van de provincie.
Stefaan Callens en Marianne Hugelier (beiden 62) hebben een flink tempo tijdens hun fietsrondje vanuit hun hotel in Amersfoort. Ze komen uit Kortrijk in België. Dat er in dit gebied wolven leven, weten ze. „Ze komen meer voor, net als in België”, zegt Hugelier. Het nieuws over de wolvenaanval in deze bossen horen ze pas als de verslaggever erover vertelt. „Nu is het toch even schrikken”, zegt zij. Haar man Stefaan Callens grijpt theatraal naar zijn broekzak. „Ik pak mijn revolver. Maar serieus: hier waren we niet op voorbereid.”
De Belgische vakantiegangers zijn verbaasd: een wolf pakt toch geen kind? Maar hun plannen voor vandaag veranderen – nee. „We proberen terug bij het hotel te geraken zonder kleerscheuren”, zegt Callens. Hij kijkt op zijn uitgeschreven lijstje met nummers van fietsknooppunten. „We zijn op de helft, nog negentien kilometer te gaan.”
Schuwheid verloren
De aanwezigheid van de wolf in Nederland, een beschermde diersoort, zorgt al jaren voor discussie. Twee wolven die hun schuwheid verloren en zich bedreigend of agressief gedragen tegen mensen, zijn officieel tot ‘probleemwolf’ bestempeld. Dat zijn de eerder genoemde ‘Bram’, die in het landgoed Den Treek-Henschoten leeft waar gisteren het jongetje werd aangevallen, en een mannetje op de Veluwe dat in april een hardloopster aanviel.
Daphne Hulsker (l.) en Klarina Schot. Foto Roger Cremers
Beide wolven mogen worden afgeschoten – de provincies Utrecht en Gelderland verstrekten daar vergunningen voor. Hoewel die vergunningen door dierenbeschermers voor de rechter zijn aangevochten (voor ‘Bram’ gebeurde dat vorige week nog), kregen de provincies gelijk: de risico’s zijn te groot en goede alternatieven voor afschieten ontbreken.
Al sinds de eerste wolvenaanvallen gelden waarschuwingen voor de wolf, zoals: hou honden kort aan de lijn, laat kinderen tot tien jaar niet alleen het bos in gaan en hou ze in het zicht. Dat advies is nu in Utrecht aangescherpt.
Ik begrijp heel goed dat mensen angstig worden. Maar er zijn ook andere oplossingen denkbaar
Natuurlijke habitat
Klarina Schot (38) en Daphne Hulsker (29), wandelend op een zandpad tussen eiken en vogelkers, zeggen vrolijk dat ze zich meer zorgen maakt over het militaire oefenterrein hiernaast dan om de wolf. „Het is de natuur”, zegt Hulsker, nu serieus, „we moeten er mee leren leven.” „Dit is hun natuurlijke habitat”, voegt Schot toe.
Gevraagd of ze begrijpen dat ‘probleemwolven’ mogen worden afgeschoten, aarzelen ze. „Ik vind het lastig”, zegt Schot. „Het is wel hun gebied. Als je hem ziet, moet je zorgen dat je uit de buurt blijft.” Hulsker: „Ik begrijp heel goed dat mensen angstig worden. Maar er zijn ook andere oplossingen denkbaar. Je kunt wolven zenderen, zodat je kan volgen waar ze zijn.” Het lijkt haar nuttig dat gebieden met wolven in de welpentijd worden afgesloten voor bezoekers. „Zodat de wolf weer mensenschuw wordt.”
Moeder Lieke Ridder en haar dochters Silke en Mijke hebben begrip voor de wolf – maar ook voor het besluit om probleemwolven af te schieten. „Ik denk enerzijds: het is de natuur, en de wolf heeft altijd in Nederland geleefd”, zegt Lieke. „Maar het moet niet ten koste gaan van boeren”, zegt Silke. Ze wil zelf melkveehouder worden, er zijn meerdere boeren in hun familie. Lieke: „Honden die een mens aanvallen, worden ook afgemaakt.” Maar zij blijven er kalm onder, ze gaan aan de groene paaltjesroute beginnen. Mijke: „Ik vind het wel prima.” Silke: „Als ik maar blijf leven, vind ik het prima.”
Lees ook
Hoe te handelen als u oog in oog staat met een ‘probleemwolf’? De staatssecretaris weet het