Column | Onvergetelijke roman

Eens in de zoveel tijd lees je een roman die veel andere goede romans zal terugdringen naar de zolder van je geheugen, waar al zoveel boeken liggen te vergelen. Voor mij is Prophet Song van de Ierse schrijver Paul Lynch zo’n roman. Hij won er in 2023 de Britse Booker Prize mee. Dit voorjaar verschijnt het ook in Nederlandse vertaling.

Een onvergetelijk boek, wist ik, terwijl ik de slotzin nog eens goed overlas. Die zin is zo typerend voor het lyrische proza van Lynch dat ik hem volledig zal citeren.

She looks for Molly’s eyes and cannot find the right words, there are no words now for what she wants to say and she looks towards the sky seeing only darkness knowing she has been at one with this darkness and that to stay would be to remain in this dark when she wants for them to live, and she touches her son’s head and she takes Molly’s hands and squeezes them as though saying she will never let go, and she says, to the sea, we must go to the sea, the sea is life.

Het is een dubbelzinnig einde, want de zee kan ook de dood zijn, zeker als je niet weet wat je te wachten staat, zoals de moeder, Eilish Stack, die met haar kinderen, onder wie Molly, wil vluchten voor nóg meer oorlogsleed.

Is er nog hoop, vroeg The Guardian aan Lynch. De schrijver reageerde met de vraag of het zijn taak was de lezer te troosten. „Ik denk niet in einden die gelukkig of droevig zijn, ik denk aan waarheidsgetrouw zijn.”

Ik moest wennen aan zijn meanderende zinnen, aan de pagina’s zonder alinea’s en met weinig interpunctie, maar deze stijl heeft hier een duidelijke functie: de taal moet de lezer de kolk insleuren waarin het leven van Eilish beland is. „Omdat Eilish geen ruimte heeft om te ademen, mag de lezer die ook niet krijgen”, vond Lynch.

Het klinkt streng, maar het is hem vergeven, want het geeft zijn boek een bezwerende cadans die je tot doorlezen dwingt. Prophet Song wordt wel een dystopische roman genoemd, omdat het gaat over een Iers gezin dat in een burgeroorlog belandt nadat extreemrechts de macht heeft gegrepen. Er ontstaat een sfeer van dreiging en intimidatie, wie niet meewerkt wordt doodverklaard.

Maar Lynch wil geen ‘politieke romanschrijver’ worden genoemd, hij houdt ook niet van de vergelijkingen met 1984 van George Orwell en The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood.

Hij ziet achteraf wel dat de actualiteit zijn boek min of meer heeft ingehaald („Extreemrechts is hier, het is klein, maar het is hier”), maar daar ging het hem niet zozeer om bij het schrijven van dit boek, dat hij „een experiment in radicale empathie” noemt.

Toen hij het in 2018 begon te schrijven, was hij beïnvloed door de burgeroorlog in Syrië – en vooral door de schokkende foto daarbij: die van de tweejarige vluchteling Alan Kurdi, dood aangespoeld op een Turkse kust. Hij vroeg zich toen vooral af: „Waarom voel ik hierbij niet meer dan ik zou moeten?”

Het inspireerde hem tot de fantasie over een gezin in zijn eigen wereld, Ierland, dat bezwijkt onder politieke terreur. De moeder probeert haar gezin uit alle macht bij elkaar te houden. Er rest haar niets anders dan hopen en wanhopen.