Bronnen voor hernieuwbare energie zijn het afgelopen jaar fors gegroeid. Dat concludeert de in Parijs gevestigde intergouvernementele organisatie Internationaal Energieagentschap (IEA) donderdag. In totaal nam de wereldwijde capaciteit om hernieuwbare energie op te wekken vorig jaar met 50 procent toe ten opzichte van 2022. Dat is de grootste stijging in dertig jaar tijd, aldus het IEA.
Met name het aantal zonnepanelen, die zijn goed voor driekwart van de stijging, nam fors toe. Vooral China zag een grote toename: daar groeide de capaciteit om zonne-energie op te wekken in 2023 even sterk als wereldwijd in 2022. Maar ook Brazilië, Europa en de Verenigde Staten zagen een recordgroei van hun capaciteit om groene energie op te wekken, ook via windmolens en waterkrachtcentrales.
Volgens het IEA heeft de wereld „een reële kans” om een van de doelen van de afgelopen maand gehouden klimaattop COP28 te bereiken, namelijk een verdrievoudiging van de wereldwijde capaciteit om hernieuwbare energie op te wekken in 2030. Wel plaatst het energieagentschap daar de kanttekening bij dat er nog „grote hindernissen” overwonnen moeten worden. Eén daarvan is dat opkomende en ontwikkelende landen nog achterblijven bij de energietransitie.
Volgens Fatih Birol, uitvoerend directeur van het IEA, moet de internationale gemeenschap de ontwikkelende landen snel helpen met de financiering van groene energiebronnen, bijvoorbeeld door een wereldwijd programma op te zetten. „Het succes bij het behalen van de verdrievoudiging zal hiervan afhangen.”