De ongebreidelde groei van elektrisch rijden is onhoudbaar

Een verhaal over kale grondstoffen is al gauw saai. Hang het op aan de elektrische auto en de schaarse grondstoffen staan ineens voor ieders deur, begint Theo Henckens zijn verhaal

Dat elektrische auto’s in een razend tempo van de lopende band blijven rollen lijkt een gegeven. Nieuwe auto’s met een verbrandingsmotor mogen vanaf 2035 niet meer verkocht worden, en bovendien zijn elektrische auto’s efficiënter met energie, goedkoper in onderhoud en handig als opslag van overtollige zonne-energie. De keerzijde: het grote grondstoffengebruik.

Henckens, die na een carrière als milieukundige in 2016 promoveerde op schaarse grondstoffen, rekent met twee uitgangspunten: de wereldbevolking groeit door naar 10 miljard, en iedereen moet welvaart kunnen hebben zoals EU-inwoners nu. In de EU zijn nu 68 auto’s per 100 mensen, dus dan kom je op 6,8 miljard e-auto’s (tegen 1,4 miljard auto’s nu).

Vooral het tweede uitgangspunt zegt iets over Henckens wereldbeeld maar hoe realistisch dat? Ook is volgens enkele recente bevolkingsprognoses het maximum bereikt bij 8 miljard. Deze slagen om de arm maken Henckens’ verhaal niet minder interessant of prangend, daarvoor zit er te veel opzienbarende informatie over grondstoffen in die hij fijn oplepelt en voorrekent.

In een elektrische auto zitten verschillende metalen die nieuw zijn ten opzichte van de brandstofauto: kobalt, lithium en zeldzame aardmetalen. Vier metalen worden in veel grotere hoeveelheden gebruikt: aluminium, barium, koper en nikkel.

Een trucklading afval

Wat behelst deze omslag? Neem koper, waarvan in een gemiddelde elektrische auto 120 kilo zit. Voor zoveel bruikbaar metaal is vijftien keer zoveel erts nodig: 15 à 20 ton. Voor elke auto is dat een volle truck mijnafval. En dan de rest van de metalen nog. De grootte van de auto maakt veel uit: in een SUV zit van ieder metaal tot wel de viervoudige hoeveelheid vergeleken met een kleine maat auto.

Die honger is niet houdbaar. Nu al is 10 procent van de energievoorziening nodig voor het delven, transporteren en opwerken van grondstoffen. Dat wordt meer naarmate de ertsconcentratie afneemt. Even kijken naar de koperwinning in Chili: daar werd in 2010 13 procent meer koper geproduceerd dan in 2001, maar dat kostte 50 procent meer energie.

Voor de meeste grondstoffen is het verhaal net zo dramatisch als voor koper. Voor lithium – onmisbare lichte en efficiënte energiedrager in autobatterijen – gelukkig niet. Ja, de productie ervan is ontzagwekkend gestegen, maar de voorraden zijn ook groot.

Het zwaartepunt van het boek ligt in het inzichtelijk maken van schaarste. De verwachtingen over toekomstige (batterij)technieken, recycling en het autogebruik zijn vager. Terwijl daar toch veel van afhangt, weet Henckens ook: „Technische oplossingen zijn er. De opgave is om ze snel door te voeren. Als we wachten op de markt zullen we te laat zijn.”