Waar is de zelfreflectie in de voedingswetenschap?

Hoe kritisch en vrij is de voedingswetenschap? En maakt het verschil of het onderzoek publiek gefinancierd wordt of door bedrijven? Nota bene de Nederlandse Zuivelorganisatie wilde dit weten en betaalde het nieuws- en discussieplatform Foodlog om het te onderzoeken. De NZO vertegenwoordigt een branche die veel onderzoek financiert maar tegelijkertijd te maken heeft met het stigma dat het alleen onderzoek zou publiceren dat bevestigt dat zuivel gezond is. Zou het echt zo slecht gesteld zijn met het voedingsonderzoek?

Foodlog deed ‘exploratief’ onderzoek, zoals ze het zelf noemen. Een verkenning in de vorm van interviews met dertig voedingsonderzoekers, van hoogleraren tot promovendi, de meeste van universiteiten, vier uit het bedrijfsleven.

De aanname was dat onderzoekers meer beïnvloeding zouden ervaren bij privaat gefinancierd onderzoek, vanwege de belangen van bedrijven. Maar dat bleek niet uit de interviews. De afspraken en procedures zijn vaak strikter bij privaat onderzoek – misschien juist om de schijn van beïnvloeding te voorkomen – maar omdat er vaak meer geld is dan voor publiek onderzoek, is er binnen de vooraf gestelde kaders wel meer ruimte voor creativiteit, bijvoorbeeld door extra vragen en hypothesen te onderzoeken.

Vaste denkkaders

In alle vormen van onderzoek, of het nu publiek, privaat of een combinatie daarvan is, zien de geïnterviewden beperkingen. De vaste denkkaders waarin onderzoekers vastzitten en de consensus in het veld over wat onderzocht moet worden, staan vernieuwing in de weg. Wat ook dwarszit: de neiging om studies die geen effect laten zien niet te publiceren en het feit dat gerenommeerde tijdschriften meer geïnteresseerd lijken in reuring, in wat afwijkt, dan in degelijk (saai) onderzoek. Of anders wel het oneindig uitmelken van databanken: net zo lang baggeren tot er iets mediagenieks uit rolt.

Ergernis is er ook over het ‘stofjesdenken’, detailonderzoek naar nutriënten dat weinig inzicht biedt in het grote geheel van voeding en gezondheid. Terwijl voor langlopend epidemiologisch onderzoek of grote klinische interventiestudies met controlegroepen veel te weinig geld is. Tegelijk zijn voedingspatronen een ‘moving target’ om te onderzoeken. „Tegen de tijd dat we een dieetcultuur gaan onderzoeken is de hype al weer voorbij”, zegt een van de anonieme hoogleraren.


Lees ook
voedingsonderzoek levert vooral verwarring op


Het Foodlog-onderzoek levert geen definitieve conclusies op, maar het geeft wel een beeld van een onderzoeksveld waar weinig ruimte is voor kritische reflectie en waar belangrijke vragen niet gesteld worden. Zoals Jaap Seidell (VU-hoogleraar) bij een bijeenkomst eind december in Wageningen vroeg: „Wanneer gaan we nou bijvoorbeeld eens goed kijken naar de invloed van ultrabewerkt voedsel op de volksgezondheid?”

Het is de wetenschap die een overmaat van ‘quick and dirty’ onderzoek produceert, maar ‘de media’ krijgen de schuld van de teloorgang van de autoriteit van de wetenschap. Hun „uitvergrotingen” en „gebrek aan nuance” brengen verwarring en onzekerheid. En de consument? Een hoogleraar: „Die heeft inmiddels zoveel gehoord dat het hem niets meer uitmaakt en hij gewoon zijn eigen gang gaat.”