Op de golf van de overstromende rivieren treden waterexperts in de publiciteit om te vertellen dat het allemaal nog veel erger wordt. In deze krant betogen Maarten Kleinhans, Esther Stouthamer en Niko Wanders (27/12) dat de stijgende zeespiegel, zware buien en langdurige droogte dwingen tot drastische beperkingen van het landgebruik. Zij refereren aan de in 2022 door het kabinet gelanceerde beleidslijn ‘Water en Bodem Sturend’. Het kabinet kondigt bouwverboden aan voor de uiterwaarden, het IJsselmeergebied en delen van diepe polders. Verder worden bouwplannen in half Nederland onderworpen aan een ‘Klimaattoets’. Kleinhans c.s. – en met hen een grote groep water- en ruimteprofessionals – willen het nieuwe beleid duurzaam juridisch verankeren zodat het niet bij goede intenties blijft.
De auteurs wijzen een gebiedsontwikkeling in de uiterwaarden van de Neder-Rijn aan die er in hun ogen nooit had mogen komen. Het gaat om het Arnhemse plan Stadbouwblokken-Meinerswijk, met 400 woningen, annex natuur- en recreatieontwikkeling. Het bezwaar dat dit plan niet waterveilig zou zijn, houdt echter geen stand. De woningen komen op een hoogwatervrije locatie. Met verschillende maatregelen, waaronder een vergraving, blijft de afvoercapaciteit van de Neder-Rijn binnen de wettelijke normen. De Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft alles nog een keer uitgebreid laten onderzoeken en gaf groen licht.
Stormvloedkeringen
Als het om bouwen in diepe polders gaat, richt de kritiek zich veelal op het Vijfde Dorp, een gebiedsontwikkeling met 8.000 woningen in de Zuidplaspolder bij Gouda. Ten onrechte, want twee stormvloedkeringen en een dijk met de veiligheidsnorm van 1:30.000 beschermen de polder. Met medewerking van het waterschap voorziet het plan in de waterbergingsfunctie voor de omgeving. ‘Klimaatadaptief bouwen’ voorkomt verzakkingen en onderlopen van het woongebied bij extreme neerslag.
Als derde voorbeeld van een plan waar een streep door gaat volgens de beleidslijn ‘Water en Bodem Sturend’, noemen wij een gebiedsontwikkeling in het IJsselmeergebied. De gemeente Lelystad werkt aan het plan Waterfront Kust, met recreatieve en economische functies en circa 3.000 woningen. Lelystad wil de ligging aan het water beter benutten en een aantrekkelijke kustzone creëren. Hier geldt het tegenargument dat de zoetwatervoorraad van onze ‘nationale regenton’ (IJsselmeer en Markermeer) onaangetast moet blijven. Met dit plan neemt die capaciteit met minder dan 0,01 procent af. Desnoods zou deze micro-afname elders gecompenseerd kunnen worden.
De waterexperts willen met verbodsbepalingen niet alleen deze drie plannen cancelen; het zijn slechts voorbeelden. Voor meer dan de helft van het land gaan verbodsbepalingen gelden of worden juridische hordes opgeworpen die planprocessen verder bureaucratiseren, kosten verhogen en minstens vertraging veroorzaken. Maar de desastreuze werking reikt verder: interessante functiecombinaties kunnen niet meer. Kleinhans c.s laten geen twijfel bestaan; zij willen ‘minder functies combineren binnen het watersysteem’. Daarmee worden ook (ontwerp-)technische innovaties, een Nederlandse specialiteit, geblokkeerd.
Ieder belang een eigen fanclub
Er woedt een strijd om de schaarse ruimte; een gevecht dat in de komende jaren alleen maar heftiger wordt. Iedere sector en belangengemeenschap heeft een eigen fanclub met een verhaal waarom juist dát specifieke belang meer prioriteit heeft dan al die andere. In hotel ‘Ruimtelijke Ordening’ staan alle gasten vroeg op om hun badhanddoek op een planologische strandstoel te leggen. Water en bodem zijn fundamenteel, maar andere ruimtelijke belangen zijn dat net zo goed: wonen, energievoorziening, transportinfrastructuur, werkgelegenheid, natuur, et cetera. Stel dat elk ruimtelijk belang zichzelf met strakke juridische kaders wapent. Dan lopen ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling onherroepelijk vast.
De dreigende juridisering vraagt dus om versterkte dijkbewaking, want een deel van de waterwereld wil het momentum benutten voor een absolute voorrangspositie. Dat wordt ‘Water en Bodem Dicterend’ in plaats van ‘Sturend’. Het vraagt om een krachtig tegengeluid, voordat het te laat is en het land verder op slot gaat. Geef ruimte aan de democratische belangenafweging op regionaal en lokaal niveau. Geef ruimte aan creatieve oplossingen voor complexe gebiedsontwikkelingen. De drie beschreven voorbeelden laten zien hoe dat uitstekend kan.