Kort geleden was David Wallechinsky nog in Oekraïne, het land dat al ruim anderhalf jaar wordt belegerd door Rusland. Als een van de mede-oprichters van de International Society of Olympic Historians (ISOH) reist de 75-jarige Amerikaan met regelmaat de wereld over om verhalen op te tekenen van oud-olympiërs.
Wallechinsky sprak in Oekraïne met Valeri Borsov. Borsov won tijdens de Spelen van München in 1972 – getekend door de bloedige gijzeling van Israëlische sporters door Palestijnse terroristen – goud op de 100 en 200 meter sprint.
De Amerikaan vroeg de Oekraïner, die destijds voor de Sovjet-Unie uitkwam, wat hij vond van het IOC-besluit Russen en Wit-Russen onder neutrale vlag toe te laten bij de aankomende Spelen in Parijs. Borsov had het er moeilijk mee, zegt Wallechinsky vanuit Californië. „Als Oekraïner wil hij daar geen enkele Rus of Wit-Rus in actie zien. Maar Borsov is ook lid van het IOC en moet zich dus achter hun keuze scharen. Ik zag hoe het hem verscheurde.”
Nadat Rusland in februari 2022 Oekraïne binnen was gevallen, daags na afloop van de Winterspelen in Beijing, was de sportwereld unaniem: sporters uit Rusland en Wit-Rusland (dat de oorlog van de Russische president Poetin steunt), werden voortaan geweerd van internationale sportevenementen. Op advies van het IOC, om de „integriteit” van de sport te beschermen.
Maar die harde lijn is in anderhalf jaar langzaam maar zeker losgelaten. Vorige week vrijdag maakte het IOC bekend dat (Wit-)Russische sporters toch welkom zullen zijn in Parijs. Wel op voorwaarde van ‘neutraliteit’: geen vlag, geen volkslied. Daarbij mogen sporters niet verbonden zijn aan het leger, of de oorlog ‘actief’ steunen.
Het was de apotheose van anderhalf jaar politiek getouwtrek, met aan de basis twee soms lastig verenigbare uitgangspunten: aan de ene kant wil het IOC vrede promoten, maar in het olympisch handvest staat dat sporters uit alle landen welkom moeten zijn.
Ten minste één internationale sportbond lijkt de lijn van het IOC niet te gaan volgen. Sebastian Coe, voorzitter van de wereldatletiekbond, heeft gezegd dat (Wit-)Russische atleten níét welkom zijn, een beslissing die bonden zelf mogen maken.
‘Barcelona-precedent’
Wallechinsky was niet verbaasd over de IOC-keuze voor Russische ‘neutrale’ deelname. Wie oplette, zegt hij, hoorde IOC-voorzitter Bach geregeld aanwijzingen geven. „Hij zei bijvoorbeeld al een hele tijd geleden dat sporters centraal zouden moeten staan, dat zij het belangrijkst waren.” Met andere woorden: politiek mag sporters niet weghouden van het belangrijkste evenement in hun carrière.
Bach, zo zag Wallechinsky al snel, stevende af op het Barcelona-precedent, naar de Zomerspelen die daar plaatsvonden in 1992. De Joegoslavische oorlogen waren toen net uitgebroken en het IOC besloot dat sporters uit de Federale Republiek Joegoslavië, dat toen alleen nog bestond uit Servië en Montenegro, wel mochten deelnemen, maar enkel onder neutrale vlag.
Een breuk met voorgaand beleid. Zuid-Afrika werd tussen 1964 en 1988 geweerd om het apartheidsregime. Al wilde het IOC daar eerst ook niet aan, zegt Wallechinsky. „Maar er was zoveel politieke druk. Niet alleen uit Afrikaanse landen, ook uit Noord-Europa.” Een parallel met Oekraïne, ziet hij. Ook nu kwam de roep om hard ingrijpen, naast Oost-Europese landen, vooral uit Scandinavië.
Van Bach wordt gezegd dat hij een hekel heeft aan boycots omdat hij zelf als schermer niet naar de door West-Duitsland geboycotte Spelen van Moskou in 1980 mocht.
„Ik weet niet hoeveel invloed die ervaring op hem als IOC-voorzitter heeft gehad. Maar hij is zeker tegenstander van boycots. Hij is ervan overtuigd, en velen met hem, dat sporters niet gestraft mogen worden voor de daden van hun regering.”
(Wit-)Russische sporters die deelnemen in Parijs, moeten aan voorwaarden voldoen: is dat eerder voorgekomen in de olympische geschiedenis?
„Nee, daar is geen precedent voor. In de Joegoslavië-situatie hebben ze dat niet geëist. Maar weet je, toen George W. Bush Irak binnenviel, vroeg niemand wat de Amerikaanse sporters dáárvan vonden. Ik denk dat de noodkreet van Oekraïense sporters sterker is geweest dan die van Irakezen.”
U bedoelt dat het IOC door de jaren heen landen niet consequent heeft behandeld?
„Je hoeft alleen maar terug te denken aan de situatie in Mexico in 1968. Tien dagen voor de Olympische Spelen daar plaatsvonden, werden honderden mensen tijdens een vreedzaam protest door overheidstroepen doodgeschoten. Het IOC zei toen: dit is een binnenlandse aangelegenheid. Hebben wij niets mee te maken. Dus ja, om het voorzichtig te formuleren: het IOC is niet consequent.”
Gaan de Oekraïners de Spelen boycotten, iets waar ze al vaker mee gedreigd hebben?
„Nee, dat denk ik niet. Dat zou ook niet verstandig zijn. Dit is hun kans om zich te laten zien. Er is veel steun voor hen binnen de olympische beweging.”
Voor Rusland is meedoen onder neutrale vlag niets nieuws. Na de Winterspelen van 2014 in Sotsji werd duidelijk dat Russische sporters gebruik hadden gemaakt van een staatsgesteund dopingprogramma dat bijna alle sporten behelsde. Het IOC besloot Rusland te straffen. Sindsdien zijn Russen gedwongen onder neutrale vlag uit te komen.
Wat vond u destijds van dat besluit om de Russen toch te laten deelnemen? Het was tegen de zin van landen als Nederland en de VS, en het wereldantidopingagentschap WADA.
„Ik vond het heel zwak, het was niet meer dan een tik op de vingers. Bij de Winterspelen van Pyeongchang [in 2018] kan ik me nog goed herinneren dat het de Russen weinig kon schelen. Ze droegen outfits die duidelijk naar Rusland verwezen, er werden in het publiek Russische liederen gezongen. Het betekende niets. Ze zetten het IOC voor gek. Dat is een van de redenen, denk ik, dat het IOC nu strengere voorwaarden heeft opgelegd.”
Waarom denkt u dat de Russen toen niet volledig geweerd werden?
„Sommige landen lijken boven de wet te staan. Dat geldt ook voor de Verenigde Staten of China. De Chinezen zouden bij de Spelen van Beijing, in 2008, hebben gefraudeerd met persoonsgegevens zodat te jonge turnsters konden deelnemen. Daar werd het IOC door in verlegenheid gebracht, want het wilde de Chinezen niet tegen de haren instrijken. Uiteindelijk hebben ze het aan de internationale turnbond overgelaten. Als een land als Togo zoiets zou doen, dan zouden ze gestraft worden. ”
Denkt u dat de voorwaarden van het IOC streng genoeg zijn om te voorkomen dat prestaties van Russische sporters door Poetin als propaganda worden gebruikt?
„Tijdens de Spelen heeft het IOC meer maatregelen genomen om dat te voorkomen. Maar als Russische sporters een medaille halen … Zodra ze thuis zijn, kunnen ze doen wat ze willen.”
Als je dit allemaal zo hoort, hoeveel zijn het olympisch handvest – waarin politieke neutraliteit wordt voorgeschreven – en zoiets als een olympisch bestand – dat er geen oorlog wordt gevoerd tijdens de Spelen – eigenlijk waard?
„Wat betreft die neutraliteit: dat is een interessante. In hoeverre mogen sporters zich uitspreken? Het IOC zit nu op de lijn van: oké, tijdens persconferenties mag je zeggen en doen wat je wilt, maar niet tijdens medailleceremonies. In Parijs ben ik benieuwd wat er gebeurt tussen Israël en Palestina, want Palestina is ook onderdeel van de olympische beweging.
„Historisch gezien zijn er altijd sporters geweest die zich politiek hebben uitgesproken. Meer dan honderd jaar geleden klommen Ierse sporters al in een vlaggenmast om daar de Britse Union Jack om te wisselen voor een Ierse vlag. En wat je nu ziet, met Amerikaanse zwarte sporters die knielen tijdens het volkslied [als protest tegen racisme], dat is ook interessant. Veel mensen zien dat als een politiek statement. Maar die sporters zeggen: nee, het olympisch handvest spreekt zich uit tegen racisme. Als wij knielen, is dat geen politiek statement, maar een mensenrechten-statement.”
En dan wat betreft dat olympisch bestand, de oproep om tijdens de Spelen alle oorlogen te staken: dat is „betekenisloos”, zegt Wallechinsky. „Loze woorden.” Dat is ook niet onlogisch. „Het IOC is een sportorganisatie. Wat kunnen ze doen?”
Daarbij is dat bestand ook nog eens mythevorming. „Een olympisch bestand in het oude Griekenland is er nooit echt geweest. Als er een oorlog gaande was, en mensen waren op weg naar Olympia [waar de oorspronkelijke Olympische Spelen plaatsvonden], dan werden ze er doorgelaten. Maar daarna ging het moorden verder.”
Dat gezegd hebbende: het IOC heeft wel degelijk successen behaald, zegt Wallechinksy. „West- en Oost-Duitsland die driemaal [1956-1964] als één land meededen. Bij de Korea’s is dat ook gebeurd [in 2018].” En er zijn „prachtige voorbeelden” van sporters die zich daadwerkelijk conform de olympische gedachte over alle politieke conflicten heen zetten, zegt hij. „Er is bijvoorbeeld een foto van de Spelen in 1984 waarop een Chinese gewichtheffer de hand schudt van een rivaal uit Taiwan. Dat is echt een krachtig beeld.”
Al denkt Wallechinksy niet dat die foto in China te zien is geweest. „En hoe het met de Chinese sporter is afgelopen, weet ik ook niet.”
Leeslijst