N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reisorganisaties Een „uitzonderlijke” situatie zoals een pandemie is geen excuus om afspraken niet na te komen, aldus de hoogste Europese rechter.
Vakantiegangers die door coronamaatregelen hun pakketreis zagen mislukken, hebben recht op geldteruggave. Een wereldwijde pandemie mag dan een „onvermijdbare, uitzonderlijke omstandigheid” zijn, het verandert niets aan de plichten voor reisorganisaties. Die moeten in zulke gevallen de reis leveren zoals afgesproken, oordeelde het Europees Hof voor Justitie donderdag.
De hoogste Europese rechter deed die uitspraak in een zaak die werd aangespannen door twee Duitse toeristen die aan het begin van de pandemie op vakantie gingen naar Gran Canaria. Ze boekten hun reis bij FTI Touristik, een van de grootste Duitse touroperators. Twee dagen nadat ze op het eiland aankwamen, kondigde de Spaanse regering een avondklok aan.
Door die ingreep mocht het tweetal het hotel niet uit. Maaltijden moesten ze op hun kamer eten, er was geen entertainment in het hotel en ze mochten niet naar het strand of zwembad. Kort daarop werd de vakantie afgebroken en vlogen ze gedwongen naar huis, acht dagen eerder dan gepland.
De twee begonnen een zaak tegen de reisorganisatie en eisten 70 procent van de reissom terug – ruim 1.000 euro. FTI Touristik hield vol dat het niks kon doen aan de verpeste vakantie. Het wereldwijd uitbreken van een pandemie was volgens hen een „algemeen levensrisico”. De rechter in München gaf het bedrijf daarin gelijk.
Geen excuus
Wat in die uitspraak meespeelde was dat de beperkingen in Spanje werden aangekondigd in het belang van de reiziger. Ook speelde mee dat de Duitse overheid rond diezelfde tijd óók coronamaatregelen instelde: in eigen land zou het tweetal dus niet veel beter af zijn geweest, zo luidde de redenering.
De gedupeerde vakantiegangers besloten dat oordeel aan te vechten, waarna een hogere regionale rechter de zaak doorverwees naar het Europees Hof. Die oordeelt nu dat een uitzonderlijke situatie zoals een pandemie geen excuus mag zijn. De enige situatie waarin een consument geen recht heeft op gedeeltelijke terugbetaling,van het reisbedrag is als hij zélf medeverantwoordelijk is voor het mislukken van zijn reis.
De Duitse vereniging voor reisorganisaties (DRV) reageerde verrast op de uitspraak. In een reactie aan vakblad Touristik Aktuell zegt DRV het „onrealistisch” te vinden dat de risico’s in zo’n onwaarschijnlijke situatie worden afgewenteld op reisorganisaties. De Nederlandse tegenhanger ANVR vindt de uitspraak echter „niet zo spannend”, zegt Frank Radstake, directeur consumentenzaken. „Dit bevestigt wat al letterlijk in de Europese richtlijn voor pakketreizen staat.”
De hogere rechtbank in Duitsland moet nu bepalen welke afspraken FTI Touristik niet is nagekomen. Daarbij moet het een bedrag plakken op het eerder eindigen van de reis, maar ook op het feit dat de vakantiegangers niet naar het zwembad, het restaurant, de zee of de animatie konden.
In Nederland maakt de Geschillencommissie Reizen zulke afwegingen „al jaren”, zegt Radstake. De uitkomst is volgens hem heel erg afhankelijk van wat een touroperator heeft afgesproken met de klant. „We hebben bijvoorbeeld vragen gekregen over een museumreis naar Rome, die niet doorging omdat musea dichtwaren.” In dat geval kon de reisorganisatie haat belofte niet nakomen. Maar dat ligt volgens Radstake alweer anders als een klant alleen een vlucht en een hotel boekt om zelf musea te bezoeken.