Het seizoen is net 87 seconden onderweg, als Joey Veerman de bal krijgt rond de middenlijn, vrijdagavond 4 augustus. Bekerwinnaar PSV speelt in de Kuip tegen landskampioen Feyenoord om de Johan Cruijff Schaal. Als Veerman in balbezit komt, zet Mats Wieffer direct druk op hem, waarop de middenvelder van PSV met een soepele actie wegdraait en demarreert. Met een steekpass lanceert hij de opkomende linksback Patrick van Aanholt, die bijna een grote kans krijgt – doelman Justin Bijlow is net iets eerder.
Dit is de spelmaker zoals velen hem graag zien. Met zijn dieptepasses kan Veerman (25), geboren in Purmerend en opgegroeid in Volendam, uit het niets een opening vinden. Hij ziet de ruimtes razendsnel en is dan met zijn traptechniek in staat de bal precies op maat te geven. Na dertien duels in de Eredivisie, is hij dit seizoen de meest toonaangevende middenvelder met drie goals, zeven assists en 63 gecreëerde kansen.
Die avond in de Kuip zwerft Veerman over het veld. Hij is ongrijpbaar, ziet Feyenoord-coach Arne Slot. „Er stond bij PSV een speler op het middenveld die, als je er heel veel druk op zet, niet zo heel erg in de war raakte”, zei Slot na het door met PSV 1-0 gewonnen duel. „Hem vond ik vandaag met afstand de beste.”
Er is ook een andere kant. Kritiek op Veerman is nooit ver weg, óók van zijn eigen trainers. Zijn defensieve positionering is niet altijd goed. Hij is soms niet alert na balverlies. Hij blijft af en toe in teleurstelling hangen na een mislukte aanval. Mede hierdoor kan hij in topwedstrijden voor problemen zorgen, analyseerde Voetbal International vorig jaar .
Deze zondag wacht Veerman zo’n topwedstrijd, in de Kuip tegen Feyenoord. PSV, koploper in de Eredivisie met zeven punten voorsprong op Feyenoord, kan bij een overwinning een belangrijke stap zetten richting de landstitel. De opbouw van PSV draait voor een belangrijk deel om Veerman. Als hij ruimte krijgt voor zijn dieptepasses is de ploeg in de Eredivisie nauwelijks te stoppen. Tegelijkertijd schuilt in zijn spel ook de kwetsbaarheid van PSV.
Wat zie je precies als je naar Veerman kijkt? Waar ligt zijn kracht, waarin komt hij tekort?
Buitenkant rechtervoet
Sevilla FC heeft net op de lat gekopt, kort voor rust. PSV staat onder druk en ontsnapt aan een 2-0 achterstand in de cruciale Champions League-wedstrijd, afgelopen woensdag. Veerman heeft het zwaar. Hij verliest duels, lijkt het tempo niet aan te kunnen, domineert niet in zijn passing. Maar na die kopkans komt hij in de linkerzone aan de bal, dribbelt even en stuurt de snelle linksbuiten Hirving Lozano diep. Buitenkant rechtervoet, geweldige opening. In één keer slaat hij het middenveld over. Bijna scoort Lozano.
Zo kennen ze hem in Volendam, rust aan de bal, strooiend met passes, op de juiste snelheid. Zeventien was hij toen hij, in september 2016, met zijn vrienden op de kermis liep op De Dijk en FC Volendam-speler Kees Kwakman tegenkwam. Meld je snel bij een training van het eerste, zei Kwakman, die geblesseerd was geraakt. In jeugdspeler Veerman zag hij zijn mogelijke vervanger. Hoewel die tegenstribbelde – „de trainer moet mij vragen, anders ga ik niet” – maakte hij een week later zijn debuut.
„Technisch-tactisch was Joey een geweldenaar, ook als jeugdspeler”, zegt Misha Salden, destijds technisch directeur en hoofd opleiding bij FC Volendam. Toch bleef hij ‘gewoon’ in zijn leeftijdsgroep meedraaien, werd niet opgepikt door een topclub en maakte pas tegen het eind van de opleiding de overstap naar het eerste. „Als Joey vanaf zijn jongste jeugd bij Ajax of PSV had gevoetbald, was hij denk ik doodongelukkig geworden.”
Veerman paste niet binnen „het ideaalplaatje van veel clubs”. Zeker in de jeugd had hij een sociaal leven buiten het voetbal nodig, vertelt Salden. „Hij moest ook spelen met zijn vriendjes, De Dijk op.” Het jeugdteam waarin hij voetbalde, was een vriendenteam. „Hem daaruit halen kon averechts werken, daar was hij nog niet aan toe.”
Wel was hij vastbesloten prof te worden. Salden herinnert zich gesprekken met Veerman, zijn moeder en een leerplichtambtenaar, die hem probeerde te overtuigen naar school te gaan. „Maar hij wilde gewoon niet. Dan zei hij: ik stap bij de eerste bushalte uit als mijn moeder me op de bus zet.” Mocht het niet lukken met voetbal, wilde hij in de viszaak van zijn opa en oma gaan werken.
Het technische talent heeft hij onmiskenbaar, maar het kost tijd om van hem een voetballer te maken die als prof leeft. Bij FC Volendam proberen ze daar met hem aan te werken, zegt Salden. Let op je voeding, bereid je goed voor op wedstrijden, zorg voor voldoende slaap en rust.
Drie seizoenen voetbalt hij in de Eerste Divisie bij FC Volendam, opvallend lang voor zo’n technisch begaafde speler. „Niemand heeft het gedurfd om mij te halen”, zegt Veerman in oktober 2019 tegen ESPN, kort na zijn overstap naar sc Heerenveen. Dat er zo’n tijd overheen ging, vond hij „jammer”. Net zoals hij het te lang vindt duren – 2,5 jaar – voor hij een transfer maakt van Heerenveen naar een topclub.
Er is een reden dat clubs twijfels hebben.
Trage reactie
Veerman valt aan, diep op de helft van Arsenal. 3-0 staat PSV al achter, in de eerste Champions League-wedstrijd, in september in het Emirates Stadium. Als Arsenal de bal verovert, liggen er kansen in de omschakeling. De ploeg breekt snel uit over de rechterflank. Minder snel gaat het bij Joey Veerman, die links voorin staat. Goed zichtbaar is zijn initiële trage reactie, bij de diepe bal van Arsenal. Bijna twintig seconden heeft hij nodig om in te zakken, een eeuwigheid in het topvoetbal. Als hij terug is, wordt hij simpel uitgekapt door Martin Ødegaard, die 4-0 maakt.
Dit zijn de momenten waar PSV-coach Peter Bosz op doelt als hij begin november uitlegt waaraan hij met Veerman werkt. In zijn agressieve, aanvallende speelwijze eist Bosz van zijn spelers dat ze direct druk zetten op de tegenstander na balverlies. Daarbij draait het om anticipatie: hoe sneller je omschakelt, hoe beter.
Veerman toont regelmatig zijn emoties als PSV de bal verspeelt, waarmee kostbare seconden verloren gaan. „Dat is een beetje de aard van het beestje, dat proberen we beetje bij beetje te veranderen, door hem daar iedere keer op te wijzen: Joey niet doen, zorg dat je meteen schakelt.” Dat is „niet al te makkelijk”, zei Bosz in een persconferentie, want „hij moet echt zijn gedrag veranderen”.
Nieuw is dat niet voor Veerman. Bij de overstap naar sc Heerenveen kreeg Johnny Jansen, destijds coach, al te horen dat er winst te halen was op dit aspect. „Knal je gelijk weer terug om je verdedigers te helpen bij balverlies? Die intensiteit, daar moest hij aan wennen”, zegt Jansen.
Net als nu bij PSV, gingen ze er bij Heerenveen mee aan de slag. Door er over te praten en op momenten trainingen stil te leggen, zegt Hennie Spijkerman, toen assistent-trainer. Bij een groot partijspel zeiden ze dan: „Kijk waar jij staat en kijk waar de andere middenvelders staan: de afstanden zijn te groot. Dan kan de tegenstander makkelijk door de linies spelen.”
De technische staf moest „moeite doen om hem te overtuigen”, zegt Spijkerman, al ontwikkelde Veerman zich wel op dit vlak. „Maar het was niet zijn grootste hobby.” Dat komt ook omdat hij „wel eens wat gemakzuchtig” was, zegt Spijkerman. „Dat zit een beetje in zijn karakter. Hij maakt de indruk: ‘ach, het komt wel’.”
Het gaat erom dat hij het „elke keer” kan brengen, er „elke keer” mee bezig is, zegt Jansen. „Dat kwartje, daar zijn ze nog steeds mee bezig: dat het helemaal valt.” Ruud van Nistelrooij, vorig seizoen coach bij PSV, zette Veerman meerdere wedstrijden op de bank. Hij probeerde van Veerman een complete middenvelder te maken – defensief sterker. En „niet alleen” een speler „die leuk aan de bal kan zijn”, zoals Van Nistelrooij het omschreef.
Intensiteit en snelheid zijn steeds belangrijker in het topvoetbal, met veel omschakelmomenten in wedstrijden. Helemaal voor een middenvelder, die moet aansluiten bij een aanval en dán meteen weer moet terugzakken om te verdedigen. Precies dit vraagt Bosz van zijn spelers.
Het is niet een onderdeel waarin Veerman uitblinkt ten opzichte van zijn ploeggenoten. Hij mist explosiviteit. Uit de fysieke data van de UEFA over de eerste vijf Champions League-wedstrijden van PSV, blijkt dat Veerman van de reguliere basisspelers de laagste topsnelheid haalt: 27,7 kilometer per uur. Bijna iedereen zit boven de 30 km/u. Veerman is alleen sneller dan doelman Walter Benítez.
Onvoldoende scannen
PSV-verdediger Jordan Teze wint een kopduel, afgelopen woensdag tegen Sevilla FC. De bal gaat hoog in de richting van Veerman. Die heeft bijna twee seconden om te kijken of er mogelijke tegenstanders in de buurt zijn – in jargon ‘scannen’ genoemd, topspelers doen dit constant. Veerman doet dat nu niet. Niet bewust van mogelijk gevaar schermt hij de bal niet af. Hij wordt verrast door Djibril Sow, die uit zijn rug komt, de bal afpakt en scoort in de omschakeling. Veerman en PSV hebben geluk: het doelpunt wordt afgekeurd vanwege hands.
Het is een van de fragmenten die Julian Agatowski in gesprek met NRC laat zien om te benadrukken dat Veerman zijn kijkgedrag kan ontwikkelen om betere keuzes te maken. Hij is performance coach bij het bedrijf Vantage, dat verschillende spelers begeleidt op gebied van positionering, scanning en non-verbale communicatie. Onder wie PSV’ers Johan Bakayoko, Ismael Saibari en Guus Til.
Volgens Agatowski was het voor Veerman – met wie ze niet samenwerken – in dit geval mogelijk om nog zeker één keer om zich heen te kijken, de situatie te scannen dus, voor de bal bij hem was. En zo gevaar te voorkomen. Bij een ander moment kort ervoor liep Veerman zich bij een aanval vast omdat hij, zo suggereren de beelden, ook daar waarschijnlijk onvoldoende zicht had op waar de ruimtes lagen.
Dat Veerman in de Champions League minder tijd en ruimte krijgt dan in de Eredivisie, komt duidelijk naar voren in zijn statistieken. Waar hij nationaal domineert, is hij op het hoogste Europese podium nog niet betrokken geweest bij een van de zeven PSV-goals. Agatowski: „Hij is een intelligente speler, maar wij denken dat er nog ruimte voor verbetering is.”