Een hottentottententententoonstelling is er nooit geweest, zelfs niet in ons Koloniaal Instituut. De hottentotten, die achteraf Khoikhoi bleken te heten, woonden in hutten, niet in tenten. Van de hutten is ook geen expositie gehouden.
Hottentottententententoonstelling is de vernederlandsing van een grap in de Hamburger Freie Presse die in 1897 de spot dreef met de Duitse gewoonte om extreem lange woorden te breien. Donaudampfschifffahrtgesellschaft. De grap bevatte woorden als Hottentottenstottertrottel en de Zutphensche Courant maakte er in augustus 1907 de tentententoonstelling van.
De Hamburgse grap was niet nieuw, in 1884 hadden de Fliegende Blätter al scherts bedreven met het woord Hottentotten-Potentaten-Tanten-Attentäter. Dat was om het bewijs te leveren dat Duitsers net zoveel gevoel voor humor hadden als Fransen.
Vandaag is van belang dat ‘hottentottententententoonstelling’ tien lettergrepen bevat en in ongeveer 2,5 seconden wordt uitgesproken. Daaruit volgt dat een Nederlandse lettergreep zo’n 0,25 seconde duurt. Wie weet dat de geluidssnelheid 340 m/s is rekent makkelijk uit dat de echo van een spreker die 85 meter van een geluidweerkaatsende muur ‘tentoonstelling’ schreeuwt met nét genoeg vertraging bij hem terugkeert om de laatste twee lettergrepen van de echo los van het directe geschreeuw aan te leveren. Dus: ‘stelling’. Is de afstand 128 meter dan krijgt hij ‘toonstelling’ los terug, dus drie lettergrepen.
Getoeter van schepen
Tot zover de basiskennis echo’s beluisteren. Niet dat er hier nog veel echo’s worden gehoord. Een mini-enquête leerde dat bosranden wel eens geluid weerkaatsen en dat het getoeter van de schepen op de Waal soms terugkomt. Daar bleef het bij. De reflecties in tunnels leveren eerder ‘nagalm’ op dan echte echo’s, zegt een deskundige. De hier veel geciteerde Marcel Minnaert (1893-1970) gaf in deel twee van De natuurkunde van ’t vrije veld (1939) een opsomming van Nederlandse plaatsen met echo’s maar had die niet zelf bezocht. In de bergen zijn mooie echo’s, wist Minnaert, maar hier zijn ze zeldzaam. Wel deed hij een middel aan de hand om echo’s op te sporen: je moest twee planken van 140 bij 15 cm hard tegen elkaar slaan, dan ontstond een ‘vervaarlijke korte slag’ en die deed de rest.
„Die twee planken noemen Italianen een clappatore”, zegt akoesticus Evert de Ruiter. „Tegenwoordig gebruiken we liever een startpistool. Of rotjes, dat gaat ook.”
De Ruiter deed veel onderzoek aan ruimteakoestiek. Zijn naam dook op toen deze week uit nostalgische overwegingen wat naspeuring werd gedaan naar het lot van de vermaarde Apeldoornse echoput die decennialang scholieren vermaakte. Sinds hij in 1977 voor publiek werd gesloten hoor je er niets meer over. Ja, er is een gelegenheid waar je warm kunt eten die ‘De Echoput’ heet.
Hoe is het met de ouwe put? Wel, hij staat nog recht overeind, alive and kicking. Hoogstens klinkt zijn echo wat minder dan vroeger omdat-ie is drooggevallen. Dat bleek toen De Ruiter er in 2007 voor zijn akoestisch onderzoek een videocamera in liet zakken. „Er liggen een stuk touw op de bodem en wat ondefinieerbare objecten.” Maar het stenen metselwerk is nog in goede conditie. Van verzakkingen is geen sprake.
Paarden, troepen en andere reizigers
De echoput is een waterput die in de Napoleontische tijd, tussen 1809 en 1811, langs de weg bij Hoog Soeren werd aangelegd voor de watervoorziening van paarden, troepen en andere reizigers. In de zandige stuwwal bleek het grondwater dieper te zitten dan was verwacht. Dat vertraagde de bouw maar leverde een mooie echo op.
Met zijn diepte van 62 meter kan de put krap twee losse lettergrepen naleveren, net genoeg voor het ‘wezel’ uit de klassieke echovraag ‘Hoe heet de burgemeester van Wezel?’ De liefhebber hoort er graag ‘ezel’ in en misschien hoort hij dat ook wel echt want echo’s staan bekend om hun consonantverlies. Medeklinkers worden slecht doorgegeven.
In zijn verslag voor het Nederlands Akoestisch Genootschap gaf Evert de Ruiter voorbeelden van andere echovragen. De eieren van ‘Wat eet de koning van Beieren’ zijn ook klassiek, ze worden al in 1916 genoemd. Moderner zijn natuurlijk de zelfbedachte vragen van Rudy Kousbroek die met ‘Wie zijn het die niet kunnen zoenen’ en ‘Om welke vogels moet je huilen’ aantoonde dat ook wij in Holland gevoel voor humor hebben.
Het allerklassiekst, om het zo eens te zeggen, is de vraag naar de naam van de burgemeester van Wezel. Het is een Duitse vraag en hij wordt in allerlei varianten al meer dan twee eeuwen gesteld, leert Google Books. ‘Wie heisst der Bürgermeister von Wesel?’ heet het vaak. Of: ‘Was ist der Bürgermeister von Oberwesel?’ Dat laatste is beter want de vraag verwijst inderdaad naar het stadje Oberwesel aan de Rijn. Dat ligt een paar kilometer van de Loreley-rots die al in de Middeleeuwen vermaard was om haar prachtige echo. Schippers van passerende passagiersschepen gebruikten trompetten en waldhoorns om de echo te laten klinken. Of ze riepen ‘Hollah’ of wat anders. Maar in 1819 komt de literatuur opeens met een ‘Burgemeister von Wesel’ op de proppen.
Wat was er toch met die burgemeester? Dat weet niemand, maar deze week dook opeens een stuk op dat een clou kan bevatten. Het is de beschrijving van een Rijnreis in juli 1812. Weer wordt er vanaf een schip geschreeuwd. Citaat: Was ist, rieff der Schiffstross, der N. von Oberwesel? Esel, rief Lurley zurück, und es ward ihm lauter Beyfall zu Theil. Het gaat om die N. en om de luide bijval. N. werd belachelijk gemaakt. Was hij de burgemeester? Had hij iets stoms gedaan? Bedenk dat Oberwesel tussen 1794 en 1814 door de Fransen bezet werd gehouden. Was N. fout geweest? We wachten af.
Aan het eind van zijn eigen deadlinedag stortte Donald Trump donderdag per decreet een heffingenregen uit over landen die nog geen handelsdeal met de VS hebben gesloten. En omdat deadlines bij Trump steeds weer rekbaar blijken, verlengde hij zijn eigen deadline nog maar eens: landen zonder deal mogen de komende week nog bij het Witte Huis aankloppen om er een betere deal uit te slepen voordat deze nieuwe heffingen vanaf 8 augustus gaan gelden.
Waar de heffingen van Trump op 2 april nog als schokkend en absurd werden ervaren, worden de nu verordonneerde heffingen als het nieuwe normaal opgevat. Binnen vier maanden heeft hij bijna alle handelspartners in de wereld murw gebeukt. China en Canada waren de enige landen die vergeldingsmaatregelen troffen, waardoor ze zich geconfronteerd zien met veel hogere heffingen dan andere landen. Bijna alle andere handelspartners hebben heffingen geslikt die eerder ondenkbaar werden geacht.
De gemiddelde invoerheffing van de VS ligt nu zo’n zes keer hoger dan voor Trumps aantreden. En benadert het niveau van heffingen na de beruchte Smoot Hawley Wet, die aan het begin van de Grote Depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw een handelsoorlog in de wereld ontketende. Met rampzalige gevolgen voor de toen toch al zwakke wereldeconomie. De les na de Tweede Wereldoorlog leek: dat nooit meer.
Maar de wereld van heffingen is dankzij Trump helemaal terug. In welke wereld zijn we door Trump beland en hoe gaan we daarin opereren?
Zoeken naar logica achter Trumps heffingen
Het is nog even zoeken welke systematiek de regering-Trump heeft toegepast om de hoogte van de heffingen vast te stellen.
Landen die nota bene een handelsoverschot met de VS hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk, krijgen desondanks een heffing van 10 procent opgelegd. Als bestraffing voor goed gedrag. Voor alle landen waarmee de VS een handelstekort hebben wat betreft goederen, zijn vijf verschillende heffingshoogten vastgesteld, oplopend van 15 tot 40 of 41 procent.
Je zou patronen kunnen herkennen. Alle militaire bondgenoten van de VS die tevens een grote handelspartner zijn, hebben een heffing van 15 procent gekregen. Als eerste daarvan sloot Japan een deal, de EU en Zuid-Korea volgden deze week. De modellen van deze raamwerkovereenkomsten vertonen veel gelijkenissen. Alle drie de handelspartners beloofden forse investeringen in de VS, waarbij onduidelijk is wat deze eigenlijk inhouden.
Voor opkomende economieën in Zuid-Oost Azie is het model van de deal met Vietnam gevolgd. Landen als Thailand, Cambodia, Maleisië en Indonesië hebben allemaal een heffing van 19 procent gekregen. Dat is fors lager dan heffingen van meer dan 40 procent, waar ze op 2 april door Trump op waren getrakteerd. En ook veel gunstiger dan de heffingen waar grotere opkomende economieën als India en Zuid-Afrika zich nu aan moeten aanpassen: zij hikken aan tegen heffingen van 25 en 30 procent.
Ook buurlanden Mexico en Canada onderhandelen nog. Tussen Canada en de VS is de frictie opgelopen en dus kreeg Canada een heffing opgelegd van 35 procent. Met de Mexicaanse president Claudia Sheinbaum had Trump betere gesprekken, maar die onderhandelingsdeadline is negentig dagen opgeschoven en tot die tijd ligt de heffing voor Mexico op 25 procent. Overigens geldt dat alleen voor goederen die niet onder het handelsverdrag tussen VS, Canada en Mexico vallen, dat Trump in 2020 zelf tekende.
Trump en zijn team denken alleen in termen van winnaars en verliezers, niet in de theorie dat bij vrije handel er meer winnaars zijn
Waarom de economie zich staande houdt
In het Witte Huis jubelde een woordvoerder donderdag dat met de nieuwe heffingen de miljarden de Amerikaanse schatkist in zullen stromen. Handelsvertegenwoordiger Jamieson Greer prees de ‘eerlijke en evenwichtige handel’ die nu kan ontstaan. Het teruglopen van Amerikaanse handelstekorten moet nu beginnen! En met de beloofde investeringen van nu al bijna 1.500 miljard dollar door handelspartners als Japan, Zuid-Korea en de EU zouden ook de nieuwe fabrieken en duizenden banen moeten komen die Trump zijn kiezers heeft voorgespiegeld. Missie bereikt dus!
Dat invoerheffingen schadelijke economische effecten kunnen hebben, en bijvoorbeeld de prijzen verhogen en investeringen afremmen, is een waarschuwing van veel economen die het Trump-kamp graag onder tafel schuift. Toch zijn hogere prijzen voor Amerikaanse importeurs en consumenten onvermijdelijk, en daardoor een rem op de economische groei, luiden de prognoses van die economen.
Hoewel sinds april al hogere heffingen gelden op goederen uit veel landen, is het effect daarvan nog nauwelijks terug te zien in de afgelopen week gepubliceerde economische cijfers. De economische groei steeg in het tweede kwartaal in de VS met 3 procent, zo bleek. In het eerste kwartaal, dus voor de heffingen, was er nog een daling van 0,5 procent. Een belangrijke oorzaak daarvoor is dat importeurs in het eerste kwartaal voor de heffingen massaal voorraden aanlegden, die ze in het tweede kwartaal zonder prijsverhogingen op de markt brachten. Met het verdwijnen van die voorraden moeten de komende maanden de prijzen oplopen. Met een verdere matiging van de economische groei tot gevolg.
De Amerikaanse groei heeft echter ook andere stuwende motoren. Zoals de investeringen van honderden miljarden in kunstmatige intelligentie. En de onlangs aangenomen Big Beautiful Bill, de wet die door forse belastingverlaging en deregulering bestedingen en investeringen zal aanmoedigen.
Die kunnen het matigende effect van heffingen op de groei onzichtbaar maken. In hoeverre dat het geval is, hangt dan weer af van de vraag of bedrijven hogere prijzen zullen rekenen, of inkrimpen op winstmarges terwijl ze afzien van investeringen.
In hun prognoses gaan zowel het IMF als de Fed, de Amerikaanse centrale bank, uit van geleidelijke verhoging van de consumentenprijzen in de komende maanden. Mede daarom stelde de Fed een renteverlaging nog even uit. Het IMF stelde dat die prijsverhogingen inderdaad een matigende invloed zullen hebben op de economische groei in de VS, maar desondanks stelde het de prognose voor de Amerikaanse groei positief bij voor dit en volgend jaar, respectievelijk van 1,8 naar 1,9 procent en van 1,7 naar 2 procent.
Bedrijven weten nu wat ze te doen staat
Helderheid. Dat is waar veel bedrijven naar snakten. En die hebben ze in zekere mate gekregen, nu ze weten welke heffingen ze kunnen verwachten – ook al zijn er nog vraagtekens over aparte heffingen in sectoren waar Trump eerder mee heeft gedreigd, zoals voor farmaceutica en chips.
Bij de presentaties van hun halfjaarcijfers gaven sommige Europese en Amerikaanse bedrijven meer prijs over de kosten die ze door heffingen oplopen en over hun plannen.
De kosten zijn vaak nu al hoog. Neem de auto-industrie, waarvoor de afgelopen maanden een heffing van 27,5 producent gold en waarin enige opluchting heerst dat die nu voor zowel Europese als Japanse producenten is bijgesteld naar 15 procent. Duitse fabrikanten als Volkswagen en Mercedes gaven aan dat ze respectievelijk voor 1,3 miljard euro en voor ‘enkele honderden miljoenen op extra kosten waren gejaagd. Ze slikken de kosten vooralsnog door hun winstmarges te verlagen en overwegen uitbreiding van de productie in de VS.
Maar ook de Amerikaanse auto-industrie lijden onder de heffingen, GM met 1,1 miljard dollar en Ford met 800 miljoen aan extra kosten. Voor hen is het bitter dat de invoerheffingen uit Mexico en Canada voorlopig op een hoger niveau liggen, waardoor zij relatief meer aan heffingen zullen betalen voor onderdelen die ze in die landen inkopen of auto’s die ze daar assembleren. Ook al assembleert Ford 80 procent van zijn auto’s in de VS, voor GM is dat 50 procent..
Prijsverhogingen zijn te verwachten bij merkartikelfabrikanten als Adidas en Nike. Adidas zei daar waarschijnlijk niet onderuit te komen, nadat de invoerheffingen het bedrijf 200 miljoen aan extra kosten hadden bezorgd.
Die vrees leeft niet alleen bij buitenlandse bedrijven, maar ook bij Amerikaanse die voornamelijk in de VS zelf produceren. Zij zien hun kosten stijgen voor de inkoop van grondstoffen, een levensmiddelenfabrikant als Procter & Gamble (onder andere Gilette scheermesjes) met 1,1 miljard, gereedschappenfabrikant Black&Decker met 800 miljoen dollar. Beiden gaven aan prijsverhogingen te overwegen.
De tariff warrooms die grote bedrijven hebben ingericht, kunnen nu ook berekenen hoe productie en inkoop het best verschoven kunnen worden om de impact van heffingen te verzachten. Dat zal ook voor kleinere bedrijven gelden. De komende tijd zal de omvang van de verschuivingen duidelijk worden.
Van orde naar wanorde
De wereld is in een paar maanden sterk veranderd. Met de deals met de VS, waar tal van landen zich deze week bij hebben neergelegd, hebben ze meegewerkt aan het afbreken van de internationale economische orde die sinds de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd. Aan een lange periode van globalisering is zo een einde gekomen. Het gaat nu niet meer om hoe op wereldschaal zo efficiënt mogelijk kan worden geproduceerd op de plaatsen die daar het geschiktst voor zijn, waardoor handel toeneemt, prijzen dalen en de economie meer groeit.
Trump en zijn onderhandelaars zien handel als een zero-sumgame, waarin beperking van de handel van een ander land leidt tot vergroting van de eigen handel. Zij denken alleen in termen van winnaars en verliezers, niet in de theorie dat bij vrije handel de totale omvang groter wordt en er meer winnaars zijn.
Handelsafspraken hebben bovendien een totaal ander karakter gekregen. Voorbij zijn de jaren waarin lange tijd wordt onderhandelaxd en afspraken tot in de diepste details worden vastgelegd in flinke boekwerken. Dat gaf alle partijen zekerheid, voor een periode van vele jaren.
Nu worden de afspraken in de handelsdeals vastgelegd op A4-tjes . Hoe stevig die afspraken zijn, niemand die het weet. Als Trump zich weer bedenkt, kan hij zo weer nieuwe eisen stellen. Zeker als hij zijn doelstellingen niet bereikt. Zelfs de komende weken kunnen verrassingen niet worden uitgesloten, als de details van de deals verder uitonderhandeld worden.
Gezien de grilligheid van Trump is de komende drie jaar niets uitgesloten.
Mastiek is misschien wel Nederlands onbekendste en daarmee minst gebruikte specerij. Maar wie in Marokkaanse en Midden-Oosterse buurtsupers goed zoekt, kan ze zien hangen. Kleine, doorzichtige zakjes gevuld met parelachtige harskorreltjes.
De aromatische hars roept krachtige herinneringen bij me op. Mijn moeder die de korreltjes met wat suiker in haar grote bronzen vijzel omtovert tot het witte poeder dat haar beroemde koekjes nog lekkerder maakte.
Mastiek, in het Arabisch meska horra, wordt gewonnen uit de stam van de mediterrane mastiekboom (Pistacia lentiscus, variant Chia), die uitsluitend op het Griekse eiland Chios groeit. Alleen hars afkomstig van deze specifieke boom mag in Europa mastiek worden genoemd.
De harsdruppels worden al sinds de oudheid gebruikt als specerij, medicijn en cosmetisch product. Zo is het nog steeds een onmisbaar ingrediënt voor Marokkaanse honingkoekjes (‘chebakia’) en Syrisch trekijs, ‘boza’. Als natuurlijke kauwgom zorgt mastiek voor een frisse adem, ook worden er van deze specerij serums, crèmes en parfum gemaakt.
De kenmerkende smaak is een beetje zoals een hapje van een dennenboom; kruidig en lichtbitter. In de volksmond wordt mastiek ook wel vertaald als Arabische gom, maar dat klopt niet. Dat is de doffe, vrijwel geur- en smaakloze hars van Afrikaanse acaciabomen. Mastiek is licht doorzichtig, heeft een unieke smaak en heeft een sterke, harsachtige geur.
De echte mastiek uit Chios is flink aan de prijs; ik heb onlangs in Oman bijna 80 euro betaald voor 250 gram. De goedkopere alternatieven van andere mastiekbomen uit bijvoorbeeld Turkije, Marokko of Tunesië die je bij de buurtsupers kan krijgen, zijn iets minder aromatisch, maar helemaal prima voor huis-tuin-en-keuken-gebruik. Heb je de mastieksmaak te pakken? Ga dan op zoek naar de real thing; het tilt elk gerecht dat je maakt naar een hoger niveau.
Dat geldt niet alleen voor mastiek. Specerijen lijken duur, maar je hebt er maar weinig van nodig om veel smaak en geur aan je gerechten toe te voegen.
Ik zou zo veel mogelijk ongemalen specerijen inkopen; die behouden het langst een goede smaak. Specerijen bederven niet, maar kunnen na verloop van tijd wel muf en geur- en smaakloos worden. Gooi ze dan alsjeblieft gewoon weg. Denk niet: dit potje kost best veel geld dus ik ga zuinig doen, maar gebruik royaal, varieer en experimenteer. Zo wordt het niet muf, hoef je niets weg te gooien en hebben jij en je tafelgenoten nog meer plezier van het koken en het eten.
Op welke partij moet ik stemmen, vroeg NRC deze week aan twee populaire chatbots, als het stoppen van de Gaza-oorlog voor mij het belangrijkste is? Het was een kleine test, in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober.
Als praktische en snelle vraagbaak zijn chatbots die gebaseerd zijn op kunstmatige intelligentie (AI) massaal omarmd door gebruikers. Een groeiend aantal mensen stelt vragen liever aan een chatbot dan aan een zoekmachine zoals Google. Experts verwachten daarom dat mensen voor de verkiezingen niet alleen bij bekende stemhulpen als StemWijzer en Kieskompas te rade zullen gaan, maar ook bij chatbots als ChatGPT, Perplexity of Gemini.
Maar is het wel een goed idee om zoiets belangrijks en persoonlijks als je politieke keuze te laten sturen, of zelfs bepalen, door kunstmatige intelligentie? Door chatbots waarvan niet altijd bekend is waarop ze zich baseren, maar wél dat ze soms ‘hallucineren’ en onjuistheden opdissen?
Op de vraag van NRC over de Gaza-oorlog antwoordde ChatGPT dat er „een aantal Nederlandse partijen zijn die zich daar relatief duidelijk en kritisch over uitspreken.” Daarop volgde een lijstje van vier partijen, „de meest logische keuzes”, op basis van „recente uitspraken en partijprogramma’s (stand zomer 2024)” .
Bovenaan stond BIJ1 („Zeer uitgesproken pro-Palestina […] Wil sancties tegen Israël, opschorting van het EU-associatieverdrag en het stopzetten van wapenexport”), gevolgd door Denk, GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren.
Ook Perplexity gaf in antwoord op de vraag over Gaza een lijstje partijen plus toelichting: „De partijen die het meest concreet pleiten voor een onmiddellijk staakt-het-vuren, structurele sancties tegen Israël en maximale inzet voor het beëindigen van de oorlog in Gaza, zijn BIJ1, Denk, Partij voor de Dieren, SP. Ook GroenLinks-PvdA, D66 en Volt zijn uitgesproken kritisch op Israël […] maar zijn in de praktijk minder ver gegaan als het aankomt op het daadwerkelijk instellen van sancties of het verbreken van militaire samenwerking. Hun inzet bleef tot nu toe voornamelijk bij diplomatieke oproepen.”
Dat is deels gedateerd of klopt niet. GroenLinks-PvdA, D66 en Volt zijn wel degelijk voor sancties. De partijen pleiten bijvoorbeeld al maanden voor het opschorten van de economische samenwerking met Israël via het associatieverdrag. Je kunt wel beargumenteren dat Denk, Partij voor de Dieren, SP en BIJ1 verdergaande voorstellen doen. Bovendien doen ze dat over het algemeen al langer. En wat de twee chatbots niet vermelden: BIJ1 heeft op dit moment geen Kamerzetel.
Niet alleen zijn de antwoorden van de twee chatbots hier en daar feitelijk onjuist of gedateerd, ze zijn bovendien gebaseerd op een uitgangspunt dat een politieke keuze verraadt: dat het stoppen van de oorlog in Gaza gebaat is bij maximale steun aan de Palestijnen en druk op Israël. Israël, en in Nederland vooral rechtse partijen, zullen het daar niet mee eens zijn.
Heel anders
Met beide chatbots kan je in gesprek gaan en doorvragen. Heel anders functioneren StemWijzer en Kieskompas, die een aantal stellingen presenteren en vragen of de gebruiker het met die stellingen eens is. Op basis van de antwoorden van de gebruiker toont de stemhulp met welke partijen de antwoorden van de gebruiker het meest overeenkomen.
StemWijzer is bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 9 miljoen keer gebruikt en de stellingen van Kieskompas zijn 3 miljoen keer ingevuld. Ziet directeur Willem Blanken van het Kieskompas de chatbots als concurrentie, of is het een kans om hun instrument te verbeteren?
Kieskompas heeft overwogen zélf een chatbot te bouwen, zegt Blanken. „Chatbots gaan hoe dan ook door mensen gebruikt worden. Dus moeten wij kijken of we onszelf kunnen vernieuwen.”
Kieskompas organiseerde een brainstormsessie met als centrale vragen: Wat is er mogelijk? Kunnen we met AI een stemhulp bouwen in een beschermde omgeving? Een betrouwbare chatbot, waarmee kiezers ‘in gesprek kunnen gaan’ met politieke partijen over hun standpunten, kan dat?
Beeld NRC
Na de brainstorm werd besloten er voorlopig van af te zien. Het bleek te lastig om een systeem te bouwen dat volledig betrouwbaar is. Chatbots hallucineren nog te vaak en zijn onvoldoende transparant over hoe ze tot antwoorden komen. Blanken: „Onze basis is juist dat wij alles wat we doen en schrijven onderbouwen met ten minste één bron.”
Dat kunnen verkiezingsprogramma’s zijn, maar bijvoorbeeld ook moties waar partijen voor hebben gestemd. „Dat kost serieus tijd en is mensenwerk. Daardoor vinden kiezers ons betrouwbaar.”
En een belangrijk verschil met chatbots: stemhulpen geven geen stemadvies. „Wij geven alleen informatie waar politieke partijen staan ten opzichte van elkaar. En bij welke partijen de gebruiker op grond van zijn antwoorden het dichtstbij staat.”
Wel gebruiken medewerkers van Kieskompas AI intern om bijvoorbeeld sneller relevante passages in verkiezingsprogramma’s te vinden die bij stellingen passen. Al blijven mensen altijd checken of de input van AI klopt. „Je kan het als hulpmiddel gebruiken, maar volg AI niet blind.”
Ook StemWijzer, de grootste stemhulp in Nederland, is voorlopig niet van plan te werken met een AI-chatbot. Volgens Gijs Boerwinkel, persvoorlichter bij ProDemos waar de StemWijzer onder valt, is het daarvoor nog te vroeg. „De controleerbaarheid, neutraliteit en betrouwbaarheid zijn nog niet goed genoeg om daar nu gebruik van te maken.”
Ook hij benadrukt het transparante proces waarmee de StemWijzer tot stand komt. „Dat het transparant is kun je van adviezen van chatbots niet zeggen.”
Bovendien, zegt Boerwinkel, gaat StemWijzer zorgvuldig om met de privacy van gebruikers. „Wij doen niet aan profilering en gebruiken geen cookies of andere data om gebruikers te volgen.” Dat doen chatbots wel. ProDemos zet AI ook niet in om verkiezingsprogramma’s te analyseren. „Ook op dat vlak kunnen we nog niet vertrouwen op de nauwkeurigheid van AI-tools.”
De controleerbaarheid, neutraliteit en betrouwbaarheid zijn nog niet goed genoeg
Timothy Dorr, die communicatiewetenschappen heeft gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en nu aan de Universiteit van Pennsylvania aan zijn promotie werkt, kent de Nederlandse stemhulpen. Hij heeft Kieskompas geadviseerd en vindt het verstandig dat zij zich nog niet aan chatbots wagen.
„Chatbots praten met je als een vriend. Maar we doorgronden de modellen die de basis voor de chatbots vormen nog onvoldoende. In dit stadium vind ik het gevaarlijk om ze te gebruiken als stemhulp. Ze kunnen vooringenomen zijn. Geef ze niet de vrije teugel, zeker niet op een gevoelig terrein als de politiek.”
Bij de kapper of in de kantine
Er mag veel op chatbots aan te merken zijn, maar ze zijn niet voor niets zo populair. Ze voorzien in een behoefte waar de bestaande stemhulpen tekortschieten, zagen Naomi Kamoen en Christine Liebrecht, twee onderzoekers van de Tilburg University.
„De stemhulpen als Kieskompas en StemWijzer hebben allerlei positieve effecten, onder meer dat mensen het prettig vinden, er kennis mee opdoen, en dat ze zich beter geïnformeerd voelen”, zegt Kamoen. „Maar”, vult Liebrecht aan, „onderzoek toont óók aan dat mensen sommige stellingen niet goed begrijpen en zelden de moeite nemen om meer informatie te zoeken. Sommige stemhulpen bieden wel extra informatie aan, maar het blijven toch statische stukjes tekst. Wij dachten: hoe kan je mensen verleiden om iets meer te doen dan alleen een mening te geven over stellingen? Een chatbot leek ons daarvoor een heel geschikt instrument.”
Beeld NRC
In een reeks experimenten ontwikkelden de twee vanaf 2020 een chatbot. Daarbij gebruikten ze de AI niet om antwoorden te genereren, maar alleen om de vragen van gebruikers te koppelen aan informatie die zijzélf, met hun menselijke kennis, hadden ingevoerd. Kamoen: „We zijn er de boer mee opgegaan, kriskras door Brabant, en hebben de chatbot getest met mensen die zaten te wachten bij de kapper of in een kantine van Albert Heijn. De reacties waren heel positief.”
Voor vervolgonderzoek ontwikkelen Kamoen en Liebrecht de applicatie verder. Maar of hun chatbot openbaar toegankelijk wordt? „Dat zou een mooie droom zijn, maar we zijn wel wetenschappers hè, geen ondernemers.” Wel zien ze voor zich hoe chatbots kunnen helpen politieke informatie toegankelijker te maken. „ Door bijvoorbeeld antwoorden op verschillende taalniveau’s aan te bieden, kan het een veel grotere groep gebruikers aanspreken.”
Dat in de onderliggende taalmodellen vooringenomenheid kan sluimeren, ook politieke vooringenomenheid, kwam in 2023 aan het licht bij een onderzoek dat TNO uitvoerde samen met KiesKompas. „We hebben de stellingen die KiesKompas had opgesteld voor de verkiezingen van 2023 voorgelegd aan verschillende chatbots en gevraagd: ben je het hiermee eens?”, zegt onderzoeker Joachim de Greeff. „Daaruit bleek dat de chatbots een linkse voorkeur hadden. We vroegen dus eigenlijk wat de politieke voorkeur van de chatbot was – een beetje een gekke vraag, want een chatbot heeft geen mening en praat alleen maar na. Als we dit jaar weer een dergelijk onderzoek doen, zullen we waarschijnlijk een andere vraag stellen. Bijvoorbeeld hoe ik, de gebruiker, als kiezer zou moeten stemmen.”
‘Boven de 99 procent’
In Nederland bestaat één grotere stemhulp die al wel gebruik maakt van AI. Floris Hoogenboom richtte voor de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 de website Open Verkiezingen op met een groep techneuten. „Vanuit het idee: kunnen we deze technologie ook op een positieve manier inzetten voor de democratie?”
Hij herkent de risico’s die anderen ook benoemen en benadrukt ook dat je chatbots als ChatGPT niet om stemadvies moet vragen. Tegelijkertijd vindt hij: „Die tools gaan niet weg. Dus we moeten daar kritisch naar kijken, en vervolgens verantwoord mee omgaan.”
Open Verkiezingen gebruikt AI om kiezers te informeren, en werd bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen ongeveer 200.000 keer gebruikt, zegt Hoogenboom. Zijn stemhulp, die alleen antwoorden genereert op basis van verkiezingsprogramma’s, is vooral bedoeld als een aanvulling op al bestaande stemhulpen. Op Open Verkiezingen kunnen kiezers opzoeken wat partijen vinden van specifieke onderwerpen.
Gebruikers kunnen zelf stellingen indienen, waar de bot antwoorden bij zoekt. Bij elk antwoord verschijnt een bronvermelding, om zo transparant mogelijk te zijn. Gemiddeld deden bezoekers van de site dat bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen 2,7 keer. De raadplegers kunnen maximaal drie partijen met elkaar vergelijken per stelling. „Meer dan drie partijen tegelijkertijd vergelijken was hartstikke duur in gebruik”, zegt Hoogenboom.
Hij geeft toe dat hij niet kan garanderen dat het systeem 100 procent waterdicht is. „Maar het zit wel boven de 99 procent”, verzekert hij. „We hebben het systeem getest met duizenden stellingen.”
Hoogenboom kent de onderzoeken over de politieke kleur van chatbots. „We hebben dat geprobeerd uit onze bot te halen, door bij elke zoekopdracht de opdracht te geven het te koppelen aan de partijprogramma’s en welke fragmenten daaruit relevant zijn.”
En vage formuleringen in verkiezingsprogramma’s? „Daar doen we nu niets mee”, zegt hij. „Als het systeem onvoldoende duidelijke informatie kan vinden, meldt het: ‘Hier kan ik geen duidelijke uitspraak over doen’.”
Technologisch kan er meer, weet Hoogenboom, maar verder durft hij nog niet te gaan. „Het is nu nog onverantwoord om chatbots bijvoorbeeld stemadvies te laten geven.” Op het moment is het nog niet mogelijk om vangrails te bouwen die voorkomen dat de chatbot uit de bocht vliegt, zegt Hoogenboom.
Uiteindelijk wil Open Verkiezingen een meer meedenkende chatbot bouwen. „Zelf een stelling formuleren is voor veel mensen best lastig”, zegt hij. „Waar we nu aan denken is dat we de gebruiker vragen: vertel me in één minuut wat er op je hart ligt. Vanuit dat antwoord doen wij dan suggesties voor stellingen.” Hij hoopt die functie klaar te hebben voor de komende verkiezingen in oktober.