Geven door zelf een museum te bouwen: deze filantropen bouw(d)en hun eigen instituut

Het Kattenkabinet van Bob Meijer in Amsterdam

Het Kattenkabinet van Bob Meijer in Amsterdam

Foto Imageselect

Eigen huis Veel mecenassen schenken aan culturele instellingen of fondsen. Sommigen gaan verder: zij richten zelf culturele instituten op, zoals Museum Voorlinden en het Kattenkabinet.

Els Blokker

Nieuwe vleugel Singer Museum

Singer Laren krijgt nauwelijks subsidie, het museum wordt gedragen door zo’n vijfduizend donateurs. En de grootste donatie in de geschiedenis van het museum kwam van Els Blokker-Verwer, de 77-jarige weduwe van ondernemer Jaap Blokker. In 2018 schonk Blokker honderd schilderijen van Nederlandse avant-gardisten van rond 1900 (de Nardinc-collectie), en geld voor de bouw van een nieuwe vleugel: een schenking ter waarde van tientallen miljoenen.

Sinds vorig jaar heeft Blokker, die met een vermogen van 1,1 miljard op plaats 44 staat in de Quote 500, een eigen filantropisch fonds gericht op kinderen: de ELJA Foundation. Els Blokker stopte vorig jaar 15 miljoen in de stichting. ELJA wil in samenwerking met culturele organisaties in muziek, dans en beeldende kunst „innovatieve programma’s ontwikkelen […] waardoor kinderen en jongeren met verschillende leefwerelden beter worden voorbereid op hun toekomst en meer met elkaar verbonden raken”. Dit jaar, deze donderdagmiddag zelfs, wordt voor het eerst de ELJA Foundation Award uitgereikt, een prijs voor mensen of instellingen die veel doen voor jongeren. De genomineerden voor de prijs van 75.000 euro zijn Aslan Muziekcentrum, het Hiphophuis en Jeugdtheater Hofplein.

Els Blokker (links) en prinses Beatrix tijdens een rondleiding in de nieuwe Nardinczalen van museum Singer Laren, betaald door Blokker Foto Jeroen Jumelet

Rob Defares

Museum op de Zuidas

Rob Defares (62) verdiende zijn aanzienlijke fortuin als oprichter van beurshandelshuis IMC, en blijft daar als grootaandeelhouder fors aan verdienen. Met een vermogen van 3,3 miljard staat hij op 7 in de Quote 500. Defares heeft als filantroop interesse in kunst. Zo geeft hij jaarlijks substantiële bedragen aan het Stedelijk Museum in Amsterdam, waar hij in 2009 een van de vier hoofddonateurs werd. In 2010 werd hij ook lid van de raad van toezicht. Zijn fonds, de Hartwig Art Foundation, doneerde vorig jaar 43 miljoen euro, waarvan 12 miljoen aan uiteenlopende kunstprojecten. Defares is daarnaast bezig met de bouw van een museum voor hedendaagse kunst in het door de gemeente aangekochte voormalige gebouw van de rechtbank aan de Parnassusweg in Amsterdam: een kunsthal en een hub met atelierruimtes. De bestemmingsplannen zijn rond, en de stichting begint deze maand met de voorbereidingen voor de bouw. Op het Holland Festival presenteerde de Hartwig Art Foundation al als voorproefje een ontregelend videokunstwerk van Ed Atkins.

Bob Meijer

Kattenkabinet

In de serie klein maar fijn: Het Kattenkabinet, het kattenkunstmuseum opgericht door venture capitalist Bob Meijer ter nagedachtenis aan zijn rode kater, John Pierpont Morgan. Meijer, nu 78 jaar, opende het museum in 1990 in zijn woonhuis, het bekende Van Eeghenhuis aan de Amsterdamse Herengracht. Daarvoor had hij, uiteindelijk onder leiding van kunsthistorica Kika van Manen, kunstwerken verzameld waarin de kat een centrale rol speelde. Veel kunstenaars hebben katten, volgens Meijer, in ieder geval meer dan honden. „Een kunstenaar is niet aan regels gebonden, hij is tegendraads en hij gaat zijn eigen weg. De kat is precies zo”, zei Meijer in 2016 tegen Oneindig Noord-Holland. Meijer, die zijn geld verdiende in onroerend goed, is ook al sinds het begin in 2016 als investeerder betrokken bij kunsttijdschrift See All This.

Hans Melchers

Museum MORE

In Kasteel Ruurlo is permanent het werk te zien van kunstenaar Carel Willink uit de collectie van Hans Melchers Foto Bram Petraeus

De eerder deze maand overleden Hans Melchers (1938-2023) richtte twee goed bezochte musea op: in 2015 Museum MORE in Gorssel, voor modern-realistische Nederlandse kunst, en in 2017 Kasteel Ruurlo, hoofdzakelijk voor zijn collectie met werk van Carel Willink, de magisch-realistische schilder. Dat ging niet zonder conflicten over bijvoorbeeld parkeerplaatsen. „Ambtelijk gedoe vind ik lastiger. Daar word ik kriegelig van”, zei hij daarover tegen NRC.

Melchers, die met een vermogen van 2,3 miljard euro op plek 13 staat in de Quote 500, is naar eigen zeggen een dwarskop, eigenzinnig en brutaal. Hij begon in het Arnhemse chemiebedrijf van zijn vader, Melchemie, dat hij later overnam. Leveringen van verboden chemicaliën aan het Irak van Saddam Hoessein leverden hem in de jaren tachtig een boete op, en jaren later een aanklacht van nabestaanden van de vijfduizend slachtoffers van een gifgasaanval door de Iraakse luchtmacht in het Koerdische Halabja.

Alex Mulder

Soldaat van Oranje

Dit jaar vierde de oorlogsmusical Soldaat van Oranje zijn 12,5 jarig jubileum. Ruim 3,3 miljoen bezoekers bezochten inmiddels de draaiende theaterhangar bij Katwijk. Dat had niemand gedacht toen Alex Mulder indertijd 9 miljoen euro investeerde in ‘Soldaat’.

Mulder (77) werd rijk met het door hem opgerichte uitzendbureau Unique, dat hij, uiteindelijk uitgegroeid tot USG People, in 2006 verkocht. Sindsdien ontfermt hij zich met zijn investeringsmaatschappij Amerborgh over verschillende culturele podia in groot-Amsterdam: De Nieuwe Liefde, het Compagnietheater, De Rode Hoed, Het HEM in Zaanstad en sinds 2020 Felix Meritis. Hij neemt initiatieven „die op positieve wijze bijdragen aan de ontwikkeling van de maatschappij”, omdat het hard nodig is om met cultuur voor „een beetje beschaving” te zorgen, zei hij tegen NRC.

Joop van Caldenborgh

Museum Voorlinden

Voormalig directeur Museum Voorlinden Wim Pijbes, huidig directeur Suzanne Swarts en oprichter Joop van Caldenborgh in ‘Swimming Pool’ van Leandro Erlich Foto Merlijn Doomernik

Vraag je de gemiddelde Nederlander naar een kunstmecenas, dan is er een redelijke kans dat ze de 83-jarige Joop van Caldenborgh en het door hem in 2016 opgerichte Museum Voorlinden noemen, gelegen op een Wassenaars landgoed.

Van Caldenborgh, die zijn fortuin verdiende met het door hem opgerichte Rotterdamse chemiebedrijf Caldic, is een liefhebber en verzamelaar van moderne kunst. Tegen de Volkskrant zei hij in 2020 dat hij het liefst zelf in ateliers van kunstenaars en galeries koopt, niet op de veilingen. „Er wordt iets verkocht dat al eerder is verkocht. Ik verzamel contemporaine kunst en wil kopen wat er nu wordt gemaakt.”

Van Caldenborgh staat dit jaar met een geschat vermogen van 850 miljoen op plaats 57 in de Quote 500. Dat is zijn vermogen nadat hij zijn volledige kunstcollectie plus het landgoed en de gebouwen van het museum aan de Stichting Voorlinden schonk, een gift van ruim 200 miljoen euro. Ook de opbrengst van 175 miljoen aan beleggingen gaat jaarlijks naar het museum, om te zorgen dat het ook in de toekomst functioneert.

Joop van den Ende

DeLaMar theater

Joop van den Ende heeft het DeLaMar opnieuw opgebouwd. Foto ANP

Joop van den Ende (81) – hij staat met een geschat vermogen van 1,6 miljard euro op plek 30 in de Quote 500 – heeft zijn geld verdiend met entertainment en cultuur. Hij begon als theatermaker, werd de grootste tv-producent van Nederland en met Endemol ook een internationale speler. Met Stage Entertainment keerde hij terug naar het theater. Sinds de verkoop van het bedrijf in 2018 zit hij in wat rustiger vaarwater.

Met zijn stichting, de VandenEnde Foundation, steunt hij talloze culturele projecten. De grootste: het DeLaMar in Amsterdam had er niet gestaan als Joop van den Ende met zijn VandenEnde Foundation het theaterpand begin van de eeuw niet had gekocht en het opnieuw had opgebouwd. Maar de stichting steunt ook tal van andere projecten. Tussen 2016 en 2022 ging er bijvoorbeeld ook 6,8 miljoen euro naar muziekonderwijs op scholen. En de stichting droeg ook 6 miljoen euro bij aan de nieuwbouw en renovatie van het Stedelijk Museum Amsterdam, de zogenoemde badkuip.

Eduard Zanen

Drift Museum

Kunstcollectief Drift, dat technische ruimtevullende kunstwerken en kinetische installaties maakt en overal in de wereld veel bezoekers trekt, opent in 2025 een eigen museum. Dat is mogelijk dankzij Eduard Zanen (64), mede-oprichter van kinderwagenfabrikant Bugaboo, waarvan hij in 2017 zijn aandelen verkocht. Met een geschat vermogen van 165 miljoen staat hij op plek 378 van de Quote 500.

Zanen was eerder mede-eigenaar geworden van de grote Van Gendt Hallen in Amsterdam. Na een ruzie met zijn zakenpartner ging een streep door het plan om Bugaboo in de fabriek onder te brengen. Zanen kocht zijn partner uit en bracht het rijksmonument onder in een stichting. Al jaren is hij bezig om het complex zo duurzaam mogelijk te renoveren met innovatieve technieken. Voor start-ups, kantoren, horeca en, in twee van de vijf hallen, het Drift Museum. „We deelden een visie om technologie te gebruiken voor een duurzame toekomst”, zei Zanen onlangs in NRC over zijn samenwerking met Drift. Hij investeert in meerdere innovatieve bedrijven, zoals boomplanter Land Life Company, die met technologische innovatie het planten van bomen makkelijker en succesvoller wil maken.

Ralph Nauta en Lonneke Gordijn (samen Drift) en Eduard Zanen (rechts) in de Van Gendt Hallen in Amsterdam Foto Valentina Vos