Vliegen als een vogel moet wel het mooiste zijn wat er is. Moeiteloos cirkelen als een ooievaar. Buitelen en stoeien als een raaf. Glijden als een albatros, vlak boven de ruige golven. Maar ervaren vogels dat ook zo? Vinden ze het leuk om zo te vliegen?
We kunnen het ze niet vragen, en sowieso is het discutabel of dieren emoties net zo ervaren als wij. Maar toch is er wel iets over te zeggen, vindt Yvonne van Zeeland. Zij is dierenarts-specialist vogelgeneeskunde aan de Utrechtse faculteit Diergeneeskunde.
„Gemoedstoestanden zijn bij vogels lastiger af te lezen dan bijvoorbeeld bij honden of paarden”, vertelt ze. Bij deze zoogdieren kun je aan het gezicht en de oren veel zien: ongemak, angst of juist ontspanning. Vogels hebben echter een snavel, geen uitwendige oren, en een kop die grotendeels is bedekt met veren. „Tegelijkertijd kan ieder veertje wel individueel bewegen”, zegt Van Zeeland. „Daaruit zijn bepaalde emoties wel degelijk af te leiden.”
Een kaketoe die opgewonden is, zet bijvoorbeeld zijn kuif omhoog. „Dat kan positieve of negatieve opwinding zijn. En als hij relaxed is, vallen zijn baardveren over zijn snavel heen. Een tevreden papegaai kan ook snavelknarsen, poetsen of op één poot zitten. En het verenpak zit losjes.” Een strak verenpak duidt op spanning, legt ze uit. Een zieke vogel zet zijn veren juist extra wijduit; een agressieve vogel kan zijn staart uitspreiden. „Bij ara’s is daarnaast vastgesteld dat ze gaan blozen, subtiel hun kopveertjes opzetten en hun pupil snel groter en kleiner maken als ze verenigd worden met hun baasje. Dat zijn signalen van emoties.”
Er zijn ook experimenten waarmee onderzoekers testen of een dier iets ‘leuk’ of ‘belangrijk’ vindt. Van Zeeland: „Daarbij kijk je bijvoorbeeld naar hoeveel moeite een vogel wil doen om toegang te krijgen tot soortgenoten, een baddermogelijkheid of klim- of speelmateriaal. Als de vogel meer moeite doet, zal datgene belangrijker voor hem zijn.”
Vogels vertonen dus gedrag en fysieke signalen die iets zeggen over hun gemoedstoestand, en of ze iets leuk of belangrijk vinden. „Maar ik zou niet zeggen dat je dingen een-op-een kunt koppelen aan een specifieke emotie. Het is meer de context, en het geheel aan signalen.”
Vliegshows
En dat vliegen dan? Vinden vogels dat leuk of belangrijk? Van Zeeland houdt een slag om de arm. „Vogels die aan vliegshows meedoen, kiezen er wel vaak voor om te vliegen als ze de keuze krijgen. Maar er zijn ook gezelschapsvogels die liever meeliften op hun baasje dan dat ze zelf vliegen.” Al betwijfelt ze of die luiheid goed voor ze is: ook voor vogels is bewegen gezond.
De behoefte om te vliegen kan ook verschillen per soort. „Ara’s zijn bijvoorbeeld rank en slank en kunnen tijdens een show eindeloos vliegen. Kaketoes zijn plomper, met relatief kortere vleugels. Die stoppen eerder met vliegen om te gaan rondscharrelen op de grond.”
Bij de acrobatische raven vermoedt Van Zeeland dat er echt sprake is van spelgedrag. Dat is gedefinieerd als herhaald gedrag dat vrijwillig is, en biologisch niet direct nuttig lijkt. „Maar ook daarover is discussie”, nuanceert ze. „Spelen kan ook een functie hebben: oefenen van de spieren en wendbaarheid, bijvoorbeeld, of sociale verbinding.”
Als wetenschapper blijft ze genuanceerd, maar: „Stiekem kan ik me niet voorstellen dat raven dat buitelen níét leuk vinden.”