Asterix en de inktvisvaas: levendige octopuskunst van 1.300 jaar voor Christus

Goede Asterix-stripverhalen zitten vol terzijdegrapjes en verwijzingen, en in het nieuwe album De Witte Iris zit een opvallende visuele terzijde. Als Bellefleur, vrouw van het dorpshoofd, door de slechterik Viceversus meegelokt wordt naar Lutetia (Parijs), de hoofdstad van Gallië, bezoekt ze een museum, Kebranlix (verwijzing naar musée le quai Branly). Daarin lopen ze pratend langs een mooie Griekse vaas, eigenlijk een mengvat, een zogeheten ‘krater’, om water en wijn in te mengen. Er staat een prachtig gestileerde octopus op, die met verbaasde blik zijn tentakels zwierig over de vaas spreidt. Tekenaar Didier Conrad heeft de octopusvaas, die in het verhaal verder geen rol speelt, nadrukkelijk op de voorgrond geplaatst. Alsof hij zeggen wil: kijk eens wat een mooi inktvisdesign, geniet met mij mee.

Bij toeval stuitte ik op een plaatje van de originele Griekse vaas, waar Didier zijn tekening op heeft gebaseerd. Het is een octopus-krater, 41 cm hoog, uit het British Museum, daterend rond 1.300 voor Christus, gevonden op Rhodos. Met zijn beweeglijke tentakels past de octopusvaas in de keramiektraditie van Kreta, waar al eeuwen eerder de Minoïsche beschaving bloeide. Hun levendige kunst werd door de Grieken overgenomen en gestileerd. In 2019 werd de octopuskrater die Didier tekende geëxposeerd in het Brits Museum.

Cartooneske stijl

‘Krater’ 1.300 v Chr British Museum

In de rest van het Kebranlix-museum in het Asterix-album worden bestaande kunstwerken (en snobistische kunstkenners) op de hak genomen: zo hangt er een witte marmeren variant van het beroemde witte vierkant op witte ondergrond schilderij van Malevitsj – Malevix in Asterix. Maar de octopusvaas is geen parodie. Dat is ook niet nodig, want de octopus heeft – ook op de originele vaas – vrolijke cartoonachtige ogen. Veel van die versieringen op vooral Minoïsche keramiek zijn erg losjes en levendig geschilderd, cartoonesk haast. Keramiek, pottenbakken, was hoge kunst op Kreta in het tweede millennium voor Christus, schreef de Amerikaanse kunsthistorica Senta German over zulke octopuskunst uit Knossos. Het aardewerk op Kreta was iets voor de rijken, zoals porselein aan achttiende-eeuwse hoven. En de Minoïsche decoratieve kunst was zeer levendig en speels van vormgeving. Die ruim drieduizend jaar oude grafische speelsheid lijkt tekenaar Conrad Didier te eren in dit octopusvaas-citaat in de veertigste Asterix De Witte Iris.