Het kabinet laat uitzoeken of Nederland het risico loopt medeplichtig te zijn aan oorlogsmisdrijven, omdat het de levering van reserve-onderdelen voor Israëlische F-35’s vanaf een distributiecentrum op Vliegbasis Woensdrecht niet wil stopzetten. Dat heeft demissionair minister van Buitenlandse Handel Liesje Schreinemacher (VVD) toegezegd, na vragen van buitenlandwoordvoerder Sjoerd Sjoerdsma (D66).
De commissie Buitenland van de Kamer debatteerde donderdag over de situatie in Gaza en de levering van reserve-onderdelen voor de F-35. Eerder meldde NRC dat ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken hadden gewaarschuwd dat met de Israëlische jachtvliegtuigen mogelijk „ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht” worden begaan.
De Israëlische luchtmacht voert al weken zware bombardementen uit op Gaza, waarbij grote aantallen burgerslachtoffers vallen. Volgens het door Hamas gecontroleerde ministerie van Volksgezondheid in Gaza zijn er inmiddels ruim 15.000 Palestijnen om het leven gekomen. Het humanitair oorlogsrecht schrijft juist voor dat burgers zo veel mogelijk moeten worden ontzien.
Lees ook
Nederland blijft Israël F35-onderdelen leveren ondanks waarschuwing schending oorlogsrecht
Onderdelen uit Woensdrecht
Israël betrekt reserve-onderdelen vanuit het Regional Distribution Center in Woensdrecht, een logistiek knooppunt voor verschillende landen die met de F-35 vliegen. Nederland verleent daarvoor een algemene vergunning, maar de minister kan daarin ingrijpen. Minister Schreinemacher heeft echter besloten dat niet te doen. De F-35’s spelen een cruciale rol bij de de verdediging van Israël, zo betoogde Schreinemacher in de Kamer. Bovendien kan volgens het kabinet niet met zekerheid worden vastgesteld dat de bombardementen disproportioneel zijn en dat Israël zich schuldig maakt aan schendingen van het oorlogsrecht. Woordvoerder Sjoerdsma was het daar niet mee eens: volgens veel juristen nopen alleen signalen van mogelijke schendingen al tot ingrijpen. Als Nederland „de aanmerkelijke kans” voor lief neemt dat het ontvangende land van militaire goederen het oorlogsrecht schendt, is de regering mogelijk zelfs medeplichtig aan oorlogsmisdrijven, zo hield Sjoerdsma Schreinemacher voor.
Advies Directie Juridische Zaken
De minister kon daar niet inhoudelijk op in gaan, maar stemde wel in met een verzoek van Sjoerdsma om de Directie Juridische Zaken (DJZ) van het ministerie van Buitenlandse Zaken te laten adviseren over de vraag of er sprake kan zijn van medeplichtigheid. Dat advies zal op 4 december met de Kamer worden gedeeld. Op die dag, zo verklapte Schreinemacher, dient het kort geding dat verschillende hulp- en mensenrechtenorganisaties hebben aangespannen tegen de staat wegens de Nederlandse houding ten opzichte van Israël en de levering van de onderdelen voor de F-35’s.
Tijdens het bij tijden verhitte debat moest minister Hanke Bruins Slot zich in bochten wringen om weg te kunnen blijven van harde uitspraken over mogelijke oorlosgsmidrijven door Israël. De minister volhardde in het standpunt dat er onvoldoende feiten zijn om zulke uitspraken te doen. Minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) liet wel nadrukkelijk doorschemeren dat de aantallen Palestijnse burgerslachtoffers „erg hoog” zijn en dat de Nederlandse „zorgen” daarover steeds groter woren. Maar noch Ollongren noch Bruins Slot wilde ingaan op verzoeken om op te roepen tot een staakt-het-vuren tussen de strijdende partijen. Volgens Bruins Slot is dat alleen mogelijk indien Hamas, en omringende partijen als Hezbollah en de Houthi’s in Jemen hun vijandelijkheden staken. Israël en Hamas zijn inmiddels wel een wapenstilstand van vier dagen overeengekomen om gevangenen uit te wisselen en humanitaire hulp Gaza binnen te brengen. Daarna zal operatie ‘Zwaarden van ijzer’ worden voortgezet, zo heeft Israëlische premier Netanyahu aangekondigd.