Hoe groot is de bereidheid van Oekraïners nog om te vechten, als successen uitblijven?

Myloka Bjeljeskov maakt zich zorgen. Op afgelopen weekend na heeft Rusland Kyiv recent niet bestookt met raketaanvallen, vertelt hij aan de telefoon vanuit de Oekraïense hoofdstad, en dat terwijl Russische fabrieken wel raketten produceren. „Iedereen vraagt zich af wat er gaat gebeuren.” De analist van het Nationale Instituut voor Strategische Studies voorziet komende winter massale aanvallen op de energievoorziening, net als vorig jaar. „Om ons leven miserabel te maken.”

Zuidelijker en oostelijker, aan het oorlogsfront, merkt de Oekraïense krijgsmacht dagelijks de Russische aanvallen en tegenstand. Na het ingezette Oekraïense tegenoffensief in het zuiden begin juni bleef een grote doorbraak uit, erkende de Oekraïense opperbevelhebber Valeri Zaloezjny onlangs in The Economist. Een patstelling dreigt. Zijn uitspraken gooiden in Oekraïne en daarbuiten de discussie open over de voortgang van de oorlog.


Lees ook
Ondanks militaire ‘patstelling’ en druk van bondgenoten peinst Zelensky niet over onderhandelen met Rusland

Een artillerie-eenheid van het Oekraïense leger aan de frontlinie in de regio Donetsk, afgelopen weekeinde.

Bjeljeskov vindt dat Zaloezjny een terechte analyse maakt. „Als legerleider heeft hij de autoriteit om dit openlijk te bediscussiëren. Hij legde uit welke technologieën er nodig zijn om de oorlog in Oekraïne’s voordeel te beslechten. Het is als een dokter die een diagnose stelt en het medicijn geeft.”

Open en eerlijk

„Zaloezjny”, zegt ook oud-militair Oleh Zjdanov vanuit Kyiv, „was open en eerlijk.” De gepensioneerde luitenant-generaal Ihor Romanenko noemt de gedachten van de opperbevelhebber een „objectieve, kritische evaluatie richting burgers, specialisten, het buitenland over welke kant we moeten opgaan”.

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky lijkt de analyse niet te omarmen. Daags na het interview haalde zijn plaatsvervangend kabinetschef Ihor Zjovkva uit naar de hoogste legerleider. Zelensky moet de westerse regeringen steeds weer overtuigen van de noodzaak van steun. Militaire successen helpen daarbij. Wat Zaloezjny nu zegt helpt volgens hem niet. Iedereen in Kyiv ziet dat de wapensteun vanuit de VS onder druk staat, vooral bij Republikeinen die geen miljarden willen uitgeven zonder garantie op succes. „Oekraïense politici zijn bezorgd”, merkt analist Bjeljeskov.

Bjeljeskov waagt zich niet aan een oordeel en noemt het offensief een grote uitdaging, waarbij, zegt hij, niet moet worden vergeten dat de tegenpartij zich ook laat gelden. Rusland probeert de Oekraïners uit het Oost-Oekraïense plaatsje Avdiivka te krijgen, voert noordelijker aanvallen uit bij Koepjansk. „We hebben vaak het beeld van de Tweede Wereldoorlog waar je met mensen en materieel door de linies breekt. Zo werkt het niet. Technologie heeft oorlogvoering veranderd. Russische soldaten surveilleren met drones, waardoor ze zien wat onze compagnies aan het front doen.”

„Ik zeg niet dat het tegenoffensief is mislukt”, stelt de gepensioneerde militair Romanenko, „maar het heeft niet gebracht wat we wilden bereiken.” Begin juni zag het ernaar uit dat Oekraïne zonder luchtsteun bij Zaporizja een doorbraak wilde forceren naar het zuiden, naar de Zwarte Zee om de Russen af te snijden tussen het schiereiland de Krim en Rusland. Bjeljeskov benadrukt dat er nooit officieel naar buiten is gekomen wat het einddoel was van het tegenoffensief. Wel vreesden de Russen een doorbraak naar de Zwarte Zee en stelden daar hun verdediging op in. Oekraïne liep zich vast op de verdedigingsbouwwerken. Uiteindelijk slaagde Kyiv erin om enkele dorpen te bevrijden.

Alleen om deze prestaties al is het tegenoffensief wat oud-militair Zjdanov betreft niet mislukt. Bovendien hebben de Russen enorme verliezen geleden aan artillerie, militaire voertuigen en manschappen.

„Elk land had het al opgegeven bij 150.000 doden, maar in Rusland heeft een mensenleven geen waarde. We gaan door, in een niet hoog tempo, maar we leggen het fundament. We zien dat Rusland geen reserves heeft en ze ook niet opbouwt. Dus je moet door die enkele laag heen die ze nu hebben.”

De bevrijding van Cherson en van gebieden rond de stad Charkiv vorig jaar voedden onder Oekraïners het optimisme over de voortgang van de oorlog. Door Zaloezjny weten ze wat er nu speelt. Een deel is verrast over de oorlogssituatie, vertelt Zjdanov. „Niet alle Oekraïners zijn goed geïnformeerd over wat er aan het front gebeurt. Ze hadden niet verwacht dat het zo zwaar zou gaan. Een deel weet het wel. Ze horen van familieleden en vrienden hoe de oorlog ervoor staat. Net als vrijwilligers die het leger helpen.”

Geen weg terug

In The Economist roemt Zaloezjny de bereidheid van de Oekraïense bevolking om te vechten. Om te oordelen of het uitblijven van militair succes die hoge oorlogsbereidheid aantast, is het nog te vroeg, zegt Bjeljeskov. Zjdanov ziet geen verandering in de stemming, ook omdat Oekraïeners volgens hem begrijpen dat er geen weg terug is. „We hebben geen andere keus dan door te vechten anders keert hier de repressie van het Kremlin terug.”

Naast de bevolking rust de steun voor de oorlog op een tweede pijler: de Oekraïense krijgsmacht. Binnen het leger worden Zaloezjny’s woorden geaccepteerd, meent Zjdanov. „De soldaten begrijpen hem. Ze zien met eigen ogen wat er aan de hand is. Voor hen biedt dit artikel hoop op hulp uit het Westen.”

Zaloezjny concludeert dat er een enorme technologische sprong nodig is om de impasse te doorbreken. Hij dringt aan op innovatie op het gebied van drones, elektronische oorlogsvoering, anti-artilleriecapaciteiten, mijnopruimingsapparatuur en robotica. Het is een wensenlijst richting het Westen. Een lange oorlog komt het Kremlin goed uit, weet Zaloejzny. Rusland telt meer inwoners en kent een sterkere economie. President Vladimir Poetin rekent op de ineenstorting van het Oekraïense moreel en de westerse steun.

Ondertussen, ziet de gepensioneerde luitenant-generaal Romanenko, produceert Rusland meer een sneller munitie dan de bondgenoten van Oekraïne. „Ze hebben hun economie er al op ingesteld en krijgen munitie van andere landen. We zullen ons moeten heroriënteren en nieuwe plannen bedenken. De oorlog moet voor ons beweeglijk worden.”