Vergeet de alarmistische animaties over hoe Holland ooit door de zee zal worden verzwolgen. Nederland kan een zeespiegelstijging tot drie meter technisch aan en dat is een geruststellende gedachte, aangezien volgens de nieuwste modellen de stijging van de zeespiegel voor de Nederlandse kust tot 2100 waarschijnlijk maximaal 1,2 meter bedraagt, of misschien 2,5 meter als het landijs op Antarctica gaat afsmelten. Nederland heeft voldoende tijd zich voor te bereiden op een toekomst – hoe onzeker die ook is.
Dat is de strekking van de nieuwste rapporten over de zeespiegelstijging en de gevolgen voor Nederland. „We moeten alles op alles zetten ons ook op termijn te blijven beschermen tegen overstromingen en leren leven met minder zoetwater”, schrijven de onderzoekers van de ‘tussenbalans’ van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging dat donderdag op het jaarlijkse Deltacongres wordt gepresenteerd.
De woorden klinken als een waarschuwing. Maar vervolgens schetsen de onderzoekers een lange reeks denkrichtingen en maatregelen die Nederland kan nemen om de zeespiegelstijging het hoofd te bieden. En de toon is eigenlijk nog dezelfde als vijftien jaar geleden, toen een gewichtige Deltacommissie onder voorzitterschap van oud-minister Cees Veerman voor het eerst voorstellen deed Nederland ‘klimaatbestendig’ te maken: „Er is geen enkele reden voor paniek, we moeten ons wel zorgen maken over de toekomst”, aldus Veerman
Deze kalme vastberadenheid kenmerkt ook het rapport van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Dat werd vier jaar geleden ingesteld door toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen en Deltacommissaris Peter Glas, onder meer naar aanleiding van berichten over versnelling van de zeespiegelstijging.
Zandsuppleties
Uit alles spreekt het vertrouwen dat Nederland een stijging van vele meters van de zeespiegel de baas kan met het bestaande systeem van zandsuppleties, dijkversterkingen en stormvloedkeringen. Pas als de zeespiegel enkele meters verder stijgt – op z’n vroegst na het aflopen van de huidige eeuw, en de onzekerheden daarover zijn groot – zou Nederland een keuze kunnen maken voor ingrijpende ‘oplossingsrichtingen’ zoals een nieuwe kustlijn op enkele kilometers van de huidige kust, „om zo een zeewaartse berging voor overtollig rivierwater te creëren”, of op te houden met het almaar verhogen van dijken en het gebruik van de ruimte aan te passen aan de toenemende wateroverlast, overstromingen en verzilting. ‘Meebewegen’ heet dat.
„Het gaat om het leefbaar en bewoonbaar houden van laag-Nederland door het aanpassen van landgebruik, bouwwijzen en infrastructuur en het economisch vitaal houden van hoog-Nederland”, aldus het rapport.
De geruststellende toon betekent niet dat er de komende decennia niets hoeft te gebeuren. Nu al wordt dagelijks gewerkt aan het versterken van de belangrijkste waterkeringen en worden er enorme hoeveelheden zand op de kust gespoten, en ook de stormvloedkeringen worden vaker gesloten. Deze maatregelen moeten worden uitgebreid, ook om het benodigde zoetwater te behouden. „Al (ruim) voordat de zeespiegel met twee meter is gestegen, is er steeds vaker niet genoeg rivierwater om alle zoetwatersystemen zoet te houden.”
Lees ook
Huizen bouwen onder zeeniveau, is dat in tijden van klimaatverandering nog wel verstandig?
Nieuwe woningen
En ja, het loont nu al de moeite om rekening te houden met eventuele zeespiegelstijging over pakweg honderd jaar. „Nieuwe woningen worden vaak gebouwd met een verwachte levensduur van vijftig jaar maar waar eenmaal een woonwijk ligt, blijven in de praktijk vaak eeuwenlang woningen staan. Ook kabels en energieleidingen blijven vaak zeer lang op dezelfde plek liggen.”
‘Toekomstbestendig investeren’ dus, is het advies van de onderzoekers. De aansporing klinkt vertrouwd, na een brief van een jaar geleden van minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) over de noodzaak om water en bodem „sturend” te laten zijn bij ruimtelijke ordening: „Er zijn nu al locaties aan te wijzen waarvoor geldt dat bebouwing niet verstandig is en dus vermeden dient te worden.”
Voor het landsdeel waar zeespiegelstijging invloed kan hebben, is een groot aantal investeringen in voorbereiding of al gepland, volgens het rapport „samen goed voor ten minste 650 miljard tot 2050”. Daarbij gaat het vooral om woonwijken in de regio’s Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Almere en Zwolle, maar ook havens in de Rijnmond, langs de Waddenkust en de Westerschelde, en energie-infrastructuur bij onder meer de Eemshaven, de Maasvlakte en Vlissingen. En vergeet ook de plannen voor een tweede kerncentrale in Borssele niet.
Overigens schreef minister Harbers woensdag dat het versterken van de belangrijke waterkeringen zoals duinen en dijken ook de komende jaren al vele miljarden méér gaat kosten dan gedacht, volgens een inschatting van de waterbeheerders.