N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Serie Verfilmingen van games pakken vaak slecht uit. De grote serie The Last of Us, met Pedro Pascal en Bella Ramsey, moet bewijzen dat het veel beter kan. Maar gaat dat lukken? „Ik hoop dat mensen geroerd worden.”
Brand. Zombies. Paniekerige mensenmassa’s. Een neerstortend vliegtuig. Een vader probeert te auto zijn dochter in veiligheid te brengen, maar het lukt niet. Ze sterft in zijn armen. Wanneer de man jaren later een weesmeisje ontmoet, ontstaat door zijn trauma een grillige band met grote gevolgen.
Hoever kan een ouder gaan uit liefde voor een kind? Wanneer wordt liefde destructief? Dat zijn de hoofdvragen van actiegame The Last of Us (2013). Het spel is voor gameliefhebbers een symbool: ‘TLOU’ toonde aan dat games zich kunnen meten aan de beste kwaliteitsdramaseries.
Precies tien jaar later wordt datzelfde verhaal opnieuw verteld, ditmaal in een televisieserie. Het is 2023, twintig jaar nadat een schimmel het gros van de bevolking in zombies veranderde. Overlevenden hebben een schamel bestaan in militaire kampen. Dan ontdekt een verzetsorganisatie dat de opstandige tiener Ellie immuun is. Ze schakelen de emotioneel afgestompte vijftiger Joel in om haar op weg te helpen naar een onderzoekslaboratorium. Daarop ontvouwt zich een roadtripserie, waarin Joel zich tegen wil en dank aan Ellie begint te hechten.
Qua cast en crew zit het goed: Joel is Pedro Pascal, de man van Star Wars-serie The Mandalorian, Ellie is Game of Thrones-alumna Bella Ramsey; verder is er dankzij de episodische structuur plek voor mooie gastrollen van acteurs als Anna Torv (Mindhunter) en Nick Offerman (Parks and Recreation). De componist – Oscarwinnaar Gustavo Santaolalla – is gebleven, net als schrijver en gameregisseur Neil Druckmann. Als copiloot koos hij TLOU-fan Craig Mazin, showrunner van Chernobyl – een miniserie over de kernramp van Tsjernobyl die dankzij Mazins talent voor dystopische sferen hoge ogen scoorde.
Van game naar serie
Zou het dan toch wat worden? Voor sommige fans is de overstap van game-icoon naar serie alleen al verraad. Druckmann worstelde er zelf ook mee, gaf hij toe tegen NRC tijdens een rondetafelgesprek. „De game is geweldig, waarom zou je er een serie van maken?”, vat hij zijn gedachten samen. „Tegelijkertijd dacht ik aan mijn ouders. Er zijn veel mensen die geen games spelen die wel iets aan dit verhaal kunnen hebben. En hoewel ik geloof dat games allang hebben bewezen dat ze kunst zijn, raakte ik geboeid door de hoop dat ik iets heel goeds kon maken voor tv. Dat mensen geroerd worden, en dan zeggen: ‘Wat? Is dat gebaseerd op een game?’ Dat hun hele perceptie van het medium overhoop wordt gehaald.”
Hij staat niet alleen: Sony, eigenaar van gameontwikkelaar en TLOU-maker Naughty Dog, wil zijn game-franchises dolgraag naar tv brengen – het bedrijf heeft ook series rond God of War en het Nederlandse Horizon in de planning. Nu doen ze het eens goed, is het idee. „Ik ben teleurgesteld in de kwaliteit van gameverfilmingen”, zegt Druckmann. „Gamers verdienen beter. Ik wilde dat ze trots kunnen zijn op deze serie.”
Gameverfilmingen hebben een slechte reputatie. Pogingen om films te maken op basis van spellen als Doom en Assassin’s Creed faalden jammerlijk. Begrijpelijk, zei The Last of Us-showrunner Craig Mazin tegen The New Yorker: games zijn weliswaar óók audiovisueel, net als film en tv, maar ze vertellen hun verhalen anders. Een game als Skyrim draait om het gevoel van vrijheid en ontdekking, iets dat je alleen krijgt als je zelf in een virtuele wereld rond kan waren. Dat kán je niet vatten in een serie waar je alleen maar naar kan kijken. Terwijl je aan een boek of een podcast nog een zintuig kan toevoegen, raak je bij een gameverfilming juist een dimensie kwijt.
Een verfilming van een eerder werk van Naughty Dog, Uncharted, kon afgelopen jaar op dodelijke recensies rekenen. De game was populair omdat je in feite de held kon spelen in een Indiana Jones-film. Maar zonder het vermogen zélf mee te doen, bleef er weinig meer over dan een slap aftreksel van, tja, Indiana Jones.
Extra kleur
Toch lijken on-demand streamingdiensten de smaak van gameverfilmingen te pakken te hebben. Netflix scoorde de afgelopen jaren met kwalitatief hoogstaande niche animatieseries op basis van games als Castlevania, Arcane: League of Legends en Cuphead – al flopte een poging om een liveactionserie rond Resident Evil op poten te zetten. Dat Arcane en Cuphead wel slaagden, is te begrijpen: zij geven extra kleur aan de personages van games die vooral draaien om het spelen, en niet het verhaal – ze zijn een extraatje voor gamers, en kunnen tegelijkertijd op zichzelf staan omdat ze puur voor televisie zijn gemaakt. En Castlevania is zo oud dat animatie daadwerkelijk iets nieuws kon toevoegen. Er zijn geen personages meer die stilstaande stuntelige dialoogwolkjes uitwisselen: op tv zijn Alucard, Sypha en Trevor dynamische personages met eigen stem.
Maar The Last of Us is anders. Druckmann is aanhanger van de ‘cinematische storytelling’-school die in games nu groot is: een lineair verhaal met begin en einde, met een sterk geregisseerd script, vastgeklonken aan game-actie. In de game wordt een deel van het verhaal verteld via discussies die de personages onderling hebben terwijl je loopt, vecht en verkent, het andere deel via verhalende filmpjes die naadloos in het spel overgaan. De twee kanten versterken elkaar: doordat je hoofdpersonages Joel en Ellie kan spelen, voel je je meer met hen verbonden.
Waarschijnlijk doelde Craig Mazin op die filmische kwaliteit toen hij The Last of Us „het beste gameverhaal ooit” noemde. The Last of Us kijkt de kunst van het vertellen geweldig af bij films en series. Het spel is zelfs zó sterk in deze filmvorm dat Mazin volgens The Hollywood Reporter slechts het verhaal hoefde na te vertellen om de niet-gamende topmannen van HBO om te krijgen.
Lees ook: The Last of Us 2 helpt je een beter mens te worden
De HBO-versie is zo trouw aan de oorspronkelijke game dat hele dialogen, soms zelfs camerastandpunten en cuts lijken te zijn nagemaakt. Slechts op één moment poogt de serie meer te zijn dan een tv-versie van The Last of Us: in aflevering drie, waar de serie het inmiddels gedateerde verhaaltje over de homoseksuele survivalist Bill een nodige en emotionele update geeft.
Is die trouw kwalijk? Voor gamers is het waarschijnlijk een opluchting: ‘hun’ verhaal kan op waarde worden geschat voor wat het is, niet voor wat gameblinde tv-mensen ervan vinden. De vraag is eerder wat een mainstream televisiepubliek ervan zal vinden. Het idee dat sommige games invoelende verhalen vertellen, is nog niet ingeburgerd.
Zal Druckmann de gamemijdende kijkers inderdaad overtuigen van de kracht van gameverhalen, of worden de kwaliteiten van The Last of Us straks toegeschreven aan televisie? En: werkt het überhaupt wel voor een tv-publiek? Daar komen we snel achter.