N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Femicide in Nederland De afgelopen vijf jaar werden er zeker 127 vrouwen vermoord door hun ex of partner. NRC sprak met nabestaanden van 25 vermoorde vrouwen. Zij willen dat signalen die kunnen wijzen op femicide beter herkend worden. „Als je in zo’n situatie verkeert als mijn dochter: maak dat je wegkomt!”
De 50-jarige Wilma de Jager was met haar moeder op vakantie gegaan om na te denken over haar relatie. Zij was secretaresse, hij radiologisch laborant in hetzelfde ziekenhuis. Na zeven jaar ging het niet meer, besloot ze in 2018. Ze had genoeg van zijn kinderachtige gedrag. Hij had maling aan dingen die zij belangrijk vond, zegt haar zus Rikje van de Steeg. De Jager voelde zich steeds ongemakkelijker in hun relatie. „Het is zo bevrijdend dat ik niet meer met hem bezig hoef te zijn”, zei ze, nadat ze het uitmaakte.
Maar haar ex zag het anders. Hij bleef maar appen en bellen, hoopte dat ze toch weer samen zouden komen. „Ze besloot nog een laatste keer bij hem langs te gaan”, zegt dochter Julia Steur, die toen 15 was. „Mama was echt niet bang voor hem.” Volgens het sectierapport is Wilma de Jager geslagen, gewurgd en gestoken. Daarna heeft hij haar hals opengesneden.
Bij zo’n zestig procent van de vrouwen die tussen 2018 en 2022 werden vermoord of gedood, was de dader hun partner of ex, bij mannen is dat ongeveer vier procent. In die periode werden volgens het CBS 127 vrouwen gedood door hun partner of ex, op een totaal van 217 gedode vrouwen. In diezelfde periode werden er 17 mannen gedood door hun (ex-)geliefde, op een totaal van 416.
NRC sprak de afgelopen maanden uitgebreid met nabestaanden van 25 vrouwen die vermoord werden door hun partner, ex of een bekende die meer wilde dan vriendschap. Wat gaat er vooraf aan zo’n gruwelijke daad? Welke patronen zijn er te herkennen? Kunnen instanties ingrijpen, en doen ze dat? Die vragen stelden we ook aan experts op dit thema, en aan een vrouw die een poging tot doodslag door haar man overleefde. In dit artikel gebruiken we voor deze misdrijven de term ‘femicide’, een begrip waarvan geen precieze definitie bestaat, soms worden er alle moorden op vrouwen mee bedoeld.
Bij zo’n zestig procent van de vrouwen die tussen 2018 en 2022 werden vermoord of gedood, was de dader hun partner of ex, bij mannen is dat ongeveer vier procent
Dat slachtoffers van femicide net zo divers zijn als de samenleving, blijkt uit die gesprekken. Ze zijn theoretisch of praktisch opgeleid, met relaties die al decennia duurden of juist net waren begonnen. Ze werken als tandartsassistent, banketbakker, of bij de Kinderbescherming. Ze hebben eigen bedrijven, zijn sekswerker, regelen het huishouden, studeren of zijn met pensioen. Sommigen hebben een schare kinderen, anderen zijn kinderloos. Ze wonen in de stad of op het platteland. Ze zijn geboren en getogen in Nederland, of op latere leeftijd naar dit land gekomen. „We weten nu dat dit iedereen kan overkomen”, zegt Jeannette Jansen, de moeder van Sophie Jansen, die 24 werd. „Wij dachten dat zoiets alleen gebeurt in steden als Amsterdam of Rotterdam, maar dus ook in Amersfoort.” Veel nabestaanden die NRC sprak hadden nooit verwacht dat dit hun naaste zou overkomen.
Onverwachte aanval
Ook de vrouw die een poging tot doodslag overleefde, zag een gewelddadige aanval door haar man niet aankomen. In 2021 woonde zij tijdelijk bij haar ouders. Ze wilde nadenken over haar relatie. Ineens stond haar man op haar werk. „Als je niet bij mij bent, wat heeft jouw leven dan nog voor zin”, zei hij in haar herinnering, terwijl hij haar met een mes bedreigde. Ze wist hem even aan de praat te houden. Maar toen stak hij haar neer. Ze overleefde de aanslag ternauwernood.
De vrouw realiseert zich dat ze ook dood had kunnen zijn. Het valt haar op dat mensen een verkeerd beeld hebben van vrouwen die worden vermoord door hun partner. „Mensen denken vaak dat alleen domme of naïeve vrouwen worden vermoord. Maar ik ben juist duidelijk en direct, en heb een bedrijf met personeel.” Haar succes was juist zijn probleem, denkt ze. „Hij probeerde ook iets voor zichzelf te beginnen, maar dat mislukte.” Daarna ging de relatie bergafwaarts. „Als het mij kan overkomen, kan het iedereen overkomen.”
Voor veel nabestaanden die NRC sprak, is maatschappelijke onwetendheid over femicide een belangrijke motivatie om mee te werken aan dit artikel. Als wij van tevoren hadden geweten waar we op moesten letten, en wat we dan hadden moeten doen, was het misschien wel anders gelopen, zeggen ze.
Uit de gesprekken blijkt dat er veel overeenkomsten zijn tussen de relaties die de dochters, zussen of moeders hadden. In het begin is er vaak veel aandacht en liefde, en soms overdadige cadeaus, maar later – soms binnen een paar weken, soms pas na jaren – proberen de mannen de levens van hun partners te controleren.
Ze ontzeggen hun partners plezier, en vaak is er in toenemende mate sprake van lichamelijk of geestelijk geweld. De mannen hebben geregeld een verleden van huiselijk geweld of agressie – maar dat is bij partner of naasten niet altijd bekend. Het patroon dat naar voren komt uit de gesprekken, komt overeen met een kwalitatief onderzoek van de Britse hoogleraar criminologie Jane Monckton Smith, die de fases van huiselijk geweld en partnermoord beschrijft in haar boek In control: dangerous relationships and how they end in murder. In Nederland is dergelijk onderzoek nog niet gedaan.
De katalysator voor moord is vaak afwijzing, zo blijkt ook uit de gesprekken. Vooral als die afwijzing definitief lijkt te zijn, en het besef bij de mannen indaalt dat zij er niets meer aan kunnen doen om de relatiebreuk te lijmen.
Zoals het vertrek van Wilma de Jager haar ex tot zijn daad dreef, werd ook de 20-jarige Nadine Beemsterboer vermoord nadat zij het uit had gemaakt. Haar ex wilde haar een laatste keer zien om een afscheidscadeau te geven, zei hij. Hij stak haar 36 keer en sneed daarna haar keel door. „Hij bleef hoop houden”, zegt Nadines moeder Wanda Beemsterboer. „Maar toen hij echt door had dat het niet goed zou komen, heeft hij een plan gemaakt.” Beemsterboer zegt dat ze nu weet dat een enorme controledrang en niet kunnen omgaan met afwijzing signalen zijn die femicide kunnen voorspellen. Maar, zegt ze, toen had Nadine nooit verwacht dat dit zou kunnen gebeuren. „En wij ook niet.”
Nathalie Polak werd lastiggevallen door de stiefvader van een vriendin, vertelt haar moeder Cora Polak. Op een avond appte hij naar Nathalie of hij langs mocht komen. „Ik wil graag seks met je”, schreef hij volgens Cora. Nathalie wilde dat niet. Die avond heeft hij haar verkracht en haar huis in brand gestoken.
Ook bij de partner van Gea Godwaldt kwam een andere persoonlijkheid naar boven nadat zij hem afwees, vertelt haar zus Barbara Godwaldt. „In berichten in haar telefoon konden we lezen dat Gea wilde scheiden”, zegt ze. In 2020 werd de 48-jarige Gea – die werkte als lerares, kindercoach en adjunct-directeur in het basisonderwijs – mishandeld. Hij tapete haar hoofd in en verstikte haar met een kussen. „Je vrouw vermoorden omdat ze bij je weg wil, dat doe je alleen als je vindt dat je ergens recht op hebt”, zegt Barbara Godwaldt, die met andere nabestaanden een aanpakplan femicide opstelde. Ze willen onder meer een hulplijn voor huiselijk geweld en betere informatie-uitwisseling tussen instanties die daarmee te maken hebben.
Onderbuikgevoel
De meeste nabestaanden hadden de dood van hun naaste niet voorzien, maar ze hadden vaak wel een onderbuikgevoel over de relatie. „Hij leek ons in het begin een goede vent”, zegt Hester Stam, de moeder van Wendy Rutjes, die in 2013 op 30-jarige leeftijd werd gewurgd. „Maar hij was wel heel impulsief. Hij reed bijvoorbeeld een keer naar een oude werkgever om zijn salaris op te eisen.” Mariët Bosch herinnert zich dat haar dochter Shelley Bosch alles met haar vriend moest delen. „Zelfs haar lasagne. En ze was al zo mager.” Shelley werd op 22-jarige leeftijd met messteken om het leven gebracht.
Yvonne van der Ende vond haar collega Lore Wunsch „een bofkont” omdat haar man vaak voor haar kookte. „Ze ging altijd pas naar huis als hij het eten op tafel had”, zegt Van der Ende. „Ze maakte veel overuren. Soms moesten de schoonmakers haar naar huis sturen.” Achteraf hebben haar collega’s zich wel afgevraagd of Lore Wunsch uit Zoetermeer, die 53 werd, zich misschien schuilhield op haar werk.
Verschillende nabestaanden ontdekten te laat dat de dader een gewelddadig verleden had. „Tijdens de rechtszaak bleek dat hij vaker agressief is geweest naar ex-partners”, zegt Vernician Kibolokele, de broer van Mimie Missanda Micheline Fuanani, die in 2019 met meerdere messteken werd vermoord. Bij Edyta Kempinska, de zus van Natalia Kempinska, die in 2021 door haar vriend werd doodgeschoten, hoorde de familie in de rechtszaal dat de dader ook agressief was tegen zijn ex-vrouw. Voor naasten is het extra pijnlijk dat mannen met een gewelddadig verleden – dat bekend was bij instanties – hun naaste hebben kunnen doden.
In het begin is er vaak veel aandacht en liefde, en soms overdadige cadeaus, maar later – soms binnen een paar weken, soms pas na jaren – proberen de mannen de levens van hun partners te controleren
Relaties die in een tragische dood eindigen beginnen geregeld juist heel rooskleurig. De vriend van Shelley Bosch wilde al na drie maanden bij haar intrekken, zegt haar moeder. Wilma de Jager werd overladen met cadeaus, vertelt haar dochter. Nadine Beemsterboer kreeg in het begin van haar relatie niet gewoon een bosje bloemen, maar „een gigantische bos waar je niet overheen kon kijken”, zegt haar moeder.
Veel mannen die uiteindelijk hun partner doodden, werden eerst controlerend en bezitterig, zagen hun naasten. Telefoons werden gecheckt, de mannen werden achterdochtig over wie hun partners zagen, wilden haar thuis houden. Bodybuildster Eva Veerman uit Volendam, die in haar woning werd doodgestoken, mocht niet meer uit met haar vriendinnen, vertellen haar ouders. Moeder Anneke Veerman: „Als ze even weg was, moest ze hem videobellen, laten zien met wie ze was.”
Ook Reagan Perez, die in 2019 in Kerkrade door haar ex met messteken om het leven werd gebracht, werd tijdens de relatie afgezonderd van de buitenwereld. „Niemand mocht van hem langskomen, haar contact met anderen werd steeds minder”, zegt Reagans zus Lucandy. De man van de Russische Julia Chernyshova checkte de berichten in haar telefoon, vertelt haar vriendin Anna Joostenz. Was ze wel echt met vrienden geweest? Nadat hij Chernyshova ombracht, zaagde hij haar in stukken in de badkamer van hun huis op Scheveningen.
De 58-jarige Sophia Horbeek, die in 2020 tientallen keren door haar partner werd gestoken, mocht volgens haar zus Diana Meijer niet meer werken van haar man. „Hij isoleerde haar. Als ze toch naar buiten ging, liep ze met haar hoofd naar beneden. Bang dat hij razend zou worden als ze naar anderen keek.” De man die zijn twee dochters en zijn vrouw Maryori Gressmann vermoordde, belde haar soms wel dertig keer achter elkaar, vertelt haar moeder Margarita Gressmann. En de moeder van Clarinda van den Bersselaar, die in 2021 op straat werd doodgestoken door haar ex terwijl hun baby in de buggy zat, vertelt dat de dader spyware had geïnstalleerd op de telefoon van haar dochter.
Verzet tegen controledwang
De meeste vrouwen ondergingen de toenemende controle niet lijdzaam, vertellen hun naasten. Ze kwamen in opstand, soms vaak en heftig, anderen af en toe. Maar dat leidde in veel gevallen juist tot escalatie. Veel relaties bleven toch in stand omdat de vrouw het niet verder uit de hand wilde laten lopen, soms nadat de man dreigde met suïcide. Clarinda van den Bersselaar vertrok nadat ze een kind kreeg naar haar ouders. Maar uiteindelijk verhuisde ze terug, ze wilde dat haar kind opgroeide met een vader.
De moordplannen komen meestal tot wasdom als de vrouw definitief onder de controle uit probeert te komen. De vrouw die een aanval overleefde, vertelt dat haar partner vaak dacht dat ze verliefd was op anderen, en haar daarover verwijten maakte. „Ik mocht van hem niet meer met vrienden omgaan. Maar ik had schijt aan wat hij wilde. De relatie escaleerde uiteindelijk ook omdat hij geen grip op me kreeg.”
Een probleem is dat het toenemende geweld – fysiek of psychisch – voor naasten niet altijd merkbaar is. Slachtoffers zijn geneigd om uit schaamte te verhullen wat ze meemaken, blijkt uit de verhalen. Familie van Edita Moliené wist bijvoorbeeld niet eens dat zij een relatie had. „Misschien vond ze het genant om het aan ons te vertellen, het was een rare man”, zegt een naaste die anoniem wil blijven. De vrouw die een poging tot doodslag doorstond weet ook dat een slechte relatie veel schaamtegevoelens met zich mee kan brengen. Ze is lang boos op zichzelf geweest omdat ze het niet aan zag komen. „Ik dacht dat ik mensen kon lezen. De gebeurtenis heeft mijn zelfvertrouwen aangetast.”
De ouders van Bianca van Es uit Barendrecht ontdekten pas na de dood van hun dochter hoeveel er mis was in haar relatie. Ze wisten al dat hij een grote lening op haar naam had afgesloten. „Op de dag dat hij haar vermoordde zou Bianca daar aangifte van gaan doen”, zegt haar moeder. Maar toen ze haar huis opruimden vonden ze een stapel post over allerlei betalingsachterstanden. „Hij had nog meer leningen afgesloten en onze creditcard misbruikt.”
De relatie van Nataschja Scheeres, die 44 werd, was volgens haar zus Mirjam Scheeres altijd al „dubieus”. „De ene dag was het uit en de andere dag weer aan.” Soms was Nataschja bont en blauw, door een ruzie met haar vriend. Maar ze deed dan alsof het de normaalste zaak van de wereld was, alsof het bij de relatie hoorde.
Ook Sophia Horbeek uit Den Helder had „dan weer een gebroken voet en dan weer een gebroken neus”, herinnert zus Diana Meijer zich. „Als ik ernaar vroeg zei ze: och, je kent me toch, ik ben een kluns. Achteraf denk ik: ik had er meer op in moeten gaan. Waaróm ben ik er niet meer op ingegaan?” Meijer denkt dat naasten meer aandacht moeten hebben voor „kleine signalen”. „Is er iemand waar ik naar toe kan gaan om te zeggen: ik denk dat er iets is.”
Het is voor familieleden moeilijk om iets te doen, ziet ook casemanager Femke van der Linden van Slachtofferhulp Nederland, die tientallen nabestaanden in femicidezaken bijstond. „Het is vaak een toxische relatie waar mensen in zitten. Dan is het voor omstanders, voor niet-professionals, moeilijk om in te grijpen.” Van mensen die dicht bij je staan kun je soms het minste hebben, zegt ze. „Aanspreken van je naaste kan ertoe leiden dat iemand zich nog meer isoleert.”
Volgens Wanda Beemsterboer, de moeder van Nadine, is het belangrijk dat vrouwen zelf meer durven te praten over psychisch of fysiek geweld in een relatie. „Vrouwen vinden het moeilijk om ervoor uit te komen. Maar dat is niet zwak, maar juist sterk.”
De vrouwen zien zelf ook niet altijd helder in welke situatie ze zich bevinden, omdat hun partner hen manipuleert. Ben ik nou gek, of is hij dat? De partner van Clarinda van den Bersselaar zei volgens haar moeder Lia van den Bersselaar bijvoorbeeld dat hij geen prikkels kon verdragen, en dat er daarom niemand meer bij ze thuis mocht komen. „Mijn dochter ging daar soms in mee”, zegt ze. „Ik vond het vreemd, want hij was leraar en stond voor een klas met 32 kinderen.”
De partner van Negar Karooji kon haar enorm pesten, maar even later was hij weer kalm, zegt haar vader, Majid Karooji. „Dan kocht hij een prachtige bos bloemen.”
De vrouwen zien zelf ook niet altijd helder in welke situatie ze zich bevinden, omdat hun partner hen manipuleert. Ben ik nou gek, of is hij dat?
Voor vrouwen met een complexe relatie, waarin ze geestelijk of lichamelijk worden mishandeld, is de stap naar de politie of andere hulpinstanties een erg grote. Omdat ze bang zijn voor represailles. Omdat de kinderen hun vader moeten missen als die daadwerkelijk wordt opgepakt, of omdat de man van wie ze ondanks alles veel houden dan een strafblad krijgt. „De liefde die voorafgaat aan een femicide is vaak ambivalent, er zijn ook fases waarin het beter gaat”, zegt Debbie Maas, bestuurder bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld.
Zo deed Wendy Rutjes meermaals aangifte, vertelt haar moeder Hester Stam. Maar die nam ze dan toch weer terug: „Dan zei hij tegen haar: als je het intrekt, val ik je niet meer lastig.”
Twintig meldingen
En als vrouwen hun melding of aangifte bij de politie toch doorzetten, heeft dat niet altijd het gewenste effect, zo vertellen nabestaanden. Die vinden achteraf dat het voor de politie duidelijk had moeten zijn dat er een gevaarlijke situatie speelde in het huis van hun naaste. Maar, zo zien ze, om hulp te krijgen moet een vrouw zélf vooral heel assertief zijn. Zélf naar instanties stappen, actief om hulp vragen.
Clarinda van den Bersselaar, die 34 jaar werd, kreeg volgens haar moeder na melding bij de politie één nacht beveiliging bij het huis van haar ouders, waar ze toen verbleef. „Maar die nacht hield hij zich koest, dus daarna hield het op”, zegt haar moeder. Het OM Oost-Brabant zegt dat de politie „extra alert” was, maar dat het de trieste afloop niet heeft kunnen voorkomen.
De Bredase Natalia Kempinska deed „twintig keer” melding van bedreigingen en „fysieke ruzies”, vertelt haar zus Edyta. „Hij is misschien één keer aangehouden, maar daarna ging het weer verder. Er werd verder niet ingegrepen.” Kempinska was 35 jaar toen ze twee keer door haar hoofd werd geschoten.
Barbara Godwaldt verbaast zich erover dat de politie meerdere keren aan de deur is geweest toen het bij haar zus Gea misging, maar niet heeft ingegrepen. „Je zou willen dat iemand die samenhang overziet. Agenten die gespecialiseerd zijn in huiselijk geweld, bijvoorbeeld.” Volgens Annet de Jonge, verantwoordelijk voor Zorg en Veiligheid bij de in deze zaak betrokken politie Zeeland-West-Brabant, zijn meldingen van huiselijk geweld „complexe processen”, omdat niet altijd sprake is van strafbaar gedrag.
In 2022 werd Ingrid Folles in Gorinchem vermoord door haar ex: haar keel werd doorgesneden met een stanleymes. Tweelingbroer Rinus Folles vertelt dat de politie de avond voor de moord nog aan de deur was geweest. De vriend van zijn zus had een vriend geappt dat hij de gaskraan open ging zetten. Rinus’ zus had de relatie net verbroken en de man had een gewelddadig verleden – twee alarmerende signalen. „Maar toch is de politie weggegaan. Ik denk dat dit voorkomen had kunnen worden als de politie beter was ingelicht.”
Politie Rotterdam laat weten dat politiemensen bij Ingrid zijn geweest en met haar en de man hebben gesproken. Toen is ingeschat dat er „geen mogelijkheid” was tot direct ingrijpen.
De in 2019 vermoorde Reagan Perez was doodsbang voor haar ex, die haar ondanks een contactverbod – afgedwongen via een civiele zaak – bleef lastigvallen. Lucandy Perez vertelt dat haar zus Reagan 17 meldingen deed in twee maanden tijd. Lucandy en haar familie kregen de indruk dat de meldingen niet serieus waren genomen. „De politie nam geen regie.” Uit een evaluatie die de politie deed kwam naar voren dat er 21 agenten betrokken waren. „Elke betrokken agent deed z’n uiterste best’’, schrijft de politie Limburg in een reactie, „maar zag maar een stukje van de puzzel of had slechts een stukje informatie. Het totaalbeeld ontbrak.” Daardoor werd het stalkingspatroon niet herkend en is „het ware veiligheidsrisico niet gezien”. De naasten denken dat Reagan Perez nog had geleefd als de politie meer had gedaan. Politie Limburg noemt het fenomeen stalking „complex en grillig”. „Ook als je signalen vroegtijdig herkent, integraal bekijkt en vroegtijdig intervenieert, dan nog kun je geen veiligheid garanderen.”
Psychisch geweld strafbaar
Bestuurder Debbie Maas van Veilig Thuis herkent de zorgen van nabestaanden. Een van de problemen, zo zegt ze, is dat de politie vaak weinig kan doen tegen psychisch geweld, zoals manipulerend en controlerend gedrag. „Nederland zou psychisch geweld strafbaar moeten stellen, zoals in sommige andere landen”, vindt Maas.
Sinds maart 2019 kunnen politieagenten gebruikmaken van SASH-formulieren: een vragenlijst die moet vaststellen hoe risicovol een stalkingszaak is. Investeert de stalker veel tijd of geld? Wordt de stalking de laatste tijd erger? Is de stalker een (ex-)partner? De methode werd ingevoerd nadat verschillende zaken eindigden in femicide, waarvan de politie de ernst niet goed had ingeschat. Het is niet bekend wat het effect is van deze formulieren. Het ene korps vult ze wel trouw in, het andere is er minder mee bekend.
Volgens Slachtofferhulp Nederland zou het een belangrijke stap zijn om zulke formulieren niet alleen in stalkingszaken te gebruiken, maar ook in zaken van huiselijk geweld of psychische mishandeling. De handhaving van contactverboden kan ook veel beter. „De rechter kan beslissen dat een stalker meteen twee weken de cel in moet als hij zijn verbod overtreedt, zelfs als hij maar één appje stuurt. Maar dat ook echt uitvoeren vinden sommige officieren van justitie én rechters te ingrijpend”, zegt strategisch beleidsadviseur Robin Fontijne, die zich bij Slachtofferhulp verdiepte in stalkingszaken. „Maar dat ene appje is een appje na een halfjaar aan berichten vol ellende. Zo moet je het zien.” Het OM laat in een reactie weten dat de aanpak van stalking een van de speerpunten van het OM is. In het inzetten van het strafrecht op de juiste manier en het juiste moment is volgens het OM nog winst te halen, maar in de afgelopen jaren zijn ook veel verbeteringen doorgevoerd.
Debbie Maas van Veilig Thuis ziet dat ook te strikte regelgeving problemen oplevert. „Wij zouden graag willen dat vrouwen in gevaar cameraspionnen bij hun deur krijgen, maar lopen steeds tegen bureaucratisch gedoe aan. Mag het vanuit privacy-overwegingen? Is het een politie-aangelegenheid of voor de gemeente?” Slachtofferhulp ziet dat ook. Volgens Fontijne moeten sommige vrouwen zélf opdraaien voor technische hulpmiddelen die hen beschermen, zoals alarmknoppen, en kunnen sommigen dat niet betalen. „Dat lijkt ons niet de bedoeling.”
De politie is niet de enige instantie die te maken krijgt met potentiële slachtoffers en daders van femicide. Veel mannen die uiteindelijk hun partner doodden hadden psychische problemen of waren onder behandeling of in contact met de ggz. Sommigen van hen waren suïcidaal of dreigden met suïcide. Sommigen gebruikten het als pressiemiddel om hun partner aan zich te binden. Een aantal van de daders doodde zichzelf nadat ze hun vrouw hadden vermoord.
De vrouw die de aanval van haar man overleefde, vertelt dat haar partner ongeveer negen maanden werd behandeld in de ggz, maar daar alleen de diagnose burn-out kreeg. „In de rechtbank bleek dat hij meerdere persoonlijkheidsstoornissen had, onder meer narcisme, borderline en hysterie. Hoe kan dat nou?”
„We hebben later gehoord dat onze schoonzoon heeft aangeklopt bij de huisarts”, zegt Reno Jansen, de vader van Sophie Jansen, die 24 werd. „Hij zat in een burn-out in de coronatijd en liep tegen de wachtlijst aan. Hij wilde hulp van de ggz, maar er was geen plek.’’
Volgens Robin Fontijne van Slachtofferhulp Nederland herkennen overheidsinstanties nog niet genoeg de signalen die kunnen wijzen op huiselijk geweld dat vooraf kan gaan aan femicide. Als potentiële daders en slachtoffers van femicide bij de huisarts of de eerste hulp komen, zou het helpen als professionals „de voorstadia van femicide” herkennen. Fontijne: „In andere landen zijn ze daar verder in. Als iemand meerdere keren wondjes heeft, dan helpt het om diegene apart te nemen en te vertellen: wat jou overkomt is strafbaar. Dat kan net het bewustzijn creëren om hulp te zoeken.” En, ziet Fontijne, als de politie al een hoog risico vaststelt in een stalkingszaak, dan wordt deze taxatie nog te weinig gedeeld met andere instanties.
Een belangrijke voorspeller van femicide is een niet-fatale verwurging, zo blijkt uit gesprekken met de nabestaanden en uit het onderzoek van Jane Monckton Smith. Maar volgens Debbie Maas van Veilig Thuis wordt dat nog onvoldoende herkend als een belangrijk signaal. Ze wil dat de expertise van instanties rond niet-fatale verwurging groter wordt.
Intussen is femicide ook een politiek onderwerp. Eind september was er een commissiedebat in de Tweede Kamer. Anne Kuik (CDA) benadrukte daarin dat huiselijk geweld „te lang [is] beschouwd als een privéaangelegenheid, alsof het iets individueels is. Maar het is structureel, en iets onderhuids in de samenleving.” . Op dinsdag 24 oktober is ingestemd met drie moties die de aanpak van femicide moeten verbeteren, een van die moties werd ingediend door PvdA-kamerlid Songül Mutluer en vraagt de regering om prioriteit te geven aan een „breed gedragen integrale aanpak [van] femicide”; zorg- en veiligheidsinstanties moeten beter samenwerken. Minister Franc Weerwind (Rechtshandhaving, D66) heeft eerder al toegezegd begin 2024 een plan van aanpak, waarin het ook zal gaan over strafbaarstelling van femicide, naar de Tweede Kamer te sturen.
Als potentiële daders en slachtoffers van femicide bij de huisarts of de eerste hulp komen, zou het helpen als professionals „de voorstadia van femicide” herkennen
Het is goed dat het onderwerp op de agenda staat, zegt Debbie Maas. Maar er moet meer gebeuren. „In België is een femicidewet aangenomen en is er al een plan van aanpak. Psychisch geweld is daar strafbaar. In Nederland zijn we nog in de nadenkfase.” Er moet een landelijke bewustwordingscampagne komen, vindt Maas, zoals die er in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Spanje zijn geweest. „Laatst bleek nog dat het aantal moorden op vrouwen toeneemt. We hebben er nog steeds geen grip op.”
De nabestaanden hopen vooral dat de signalen die femicide kunnen voorspellen veel breder bekend worden. Achteraf, zeggen ze, valt alles op zijn plek. Maar destijds herkenden ze de ‘rode vlaggen’ niet. „We waarschuwen vrouwen om niet alleen in het donker naar huis te fietsen. Maar het echte gevaar schuilt voor vrouwen in hun relatie”, zegt Wanda Beemsterboer, de moeder van Nadine. Anneke Veerman, de moeder van Eva, kreeg op Facebook berichten van vier vrouwen die hun relatie verbraken nadat ze het verhaal van Eva hadden gehoord.
Roser Vlug was in 1985 nog maar zeven toen haar vader haar moeder Maria Isabel Batista Castillo vermoordde, in een auto op de markt in Terneuzen. Nu ziet ze dat er in hun relatie „alleen maar rode vlaggen” waren. Steeds als ze een nieuwsbericht ziet over femicide moet ze even slikken. „Het overkwam mijn moeder 38 jaar geleden. En het overkomt tientallen vrouwen nu nog steeds. Huiselijk geweld wordt nog altijd gebagatelliseerd. Vandaag is het een onbekende in het nieuws maar morgen kan jij het zijn, je moeder, of je dochter.”