Heijmans wint jarenlange arbitragezaak tegen Tennet om hoogspanningsmasten

Bouwbedrijf Heijmans heeft gelijk gekregen in een jarenlang voortslepende arbitragezaak tegen netbeheerder Tennet. De netbeheerder had een contract ontbonden over de plaatsing van zo’n vierhonderd elektriciteitsmasten in Zeeland en Groningen – ten onrechte, zo blijkt nu.

Tennet moet aannemerscombinatie HEP, waar Heijmans deel van uitmaakte, nu volgens contract betalen voor het werk dat ze al wel geleverd hebben. Heijmans hoeft Tennet geen vergoeding te betalen voor reeds gemaakte kosten, waar het bouwbedrijf veiligheidshalve geld voor opzij had gezet, maar ontvangt ook geen vergoeding voor gemaakte proceskosten.

In afwachting van de einduitspraak had Heijmans 34 miljoen euro opzij gezet, waarvan ruim 19 miljoen euro al was vrijgevallen na een eerder tussenvonnis in hoger beroep. Nu de uitspraak in het voordeel van het Brabantse bouwbedrijf uitvalt, komt ook het grootste deel van de resterende 15 miljoen euro vrij.

De zaak kwam te boek te staan als de ‘Wintrack-II-procedure’, vernoemd naar het type hoogspanningsmasten dat Heijmans en het Duitse Europoles zouden plaatsen. Begin 2017 gunde Tennet de klus aan de twee bedrijven, die in de bouwcombinatie HEP zouden samenwerken. Heijmans zou de fundering aanleggen en Europoles zou voor de palen zorgen. Met de twee contracten voor de aanleg was in totaal 250 miljoen euro gemoeid.

Na anderhalf jaar ontstond er onenigheid tussen de opdrachtgever en de aannemerscombinatie over een innovatieve oplossing die voor de aanleg was afgesproken. Tennet zag geen toekomst in het plan van Heijmans om met een nieuwe constructie van staal en beton te gaan werken. Toen er geen oplossing bereikt werd, zette Tennet een procedure in gang om het contract te ontbinden. Heijmans was het hiermee oneens en spande een zaak aan bij de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen, een onafhankelijke stichting die recht spreekt over kwesties in de bouw.

Ontbinding

De vraag was of de netbeheerder het contract wel mocht ontbinden, en wie er zou opdraaien voor de al gemaakte kosten. De Raad van Arbitrage gaf in mei 2021 in eerste aanleg Tennet gelijk. Hierop ging Heijmans in hoger beroep, waarbij het voor de zekerheid een voorziening trof.

In het hoger beroep werd Heijmans in 2022 al deels in het gelijk gesteld, en ook in het eindvonnis van maandag trekt de bouwer aan het langste eind. Hierdoor kan het bouwbedrijf ook het grootste deel van de laatste 15 miljoen euro terugstorten in de algemene middelen. Een klein bedrag moet terug naar Tennet, wat volgens een woordvoerder van Heijmans te maken heeft met de tussenuitspraak uit 2021.

Heijmans laat in een verklaring weten dat het zich bevestigd voelt in de „initiële overtuiging” dat het ontbinden van de contracten door Tennet onrechtmatig was. Een woordvoerder van Tennet bevestigt de ontvangst en de lezing van het vonnis, zonder er verder op in te gaan.