Column | Van paria naar liefste kroonprins ter wereld

Is er iets dat de Saoedische kroonprins niet zou krijgen als hij president Biden erom vraagt? Ik kan niks bedenken. Het zijn vandaag wel drastisch andere tijden dan toen Biden Saoedi-Arabië openlijk een paria noemde wegens de moord in 2018 op de kritische Saoedische journalist Jamal Khashoggi. Dat riep Biden natuurlijk in campagnetijd, in 2020. Sindsdien heeft hij al diverse toenaderende stappen moeten zetten in de richting van de kroonprins, die immers de macht heeft over de olieprijzen en daarmee over de prijs van benzine aan de Amerikaanse pomp.

Nu vraagt prins Mohammed bin Salman in ruil voor normale betrekkingen met Israël een veiligheidsverdrag met Amerika plus de modernste wapens plus hulp bij een nucleair programma inclusief uraniumverrijking. En uit wat we zo uit diverse bronnen horen, gaat hij dat allemaal ook krijgen (nou ja, mits de Senaat instemt); zó graag wil Biden om eigen herverkiezingsredenen dat MbS relaties met premier Netanyahu aanknoopt.

Het gaat om een veiligheidsverdrag dat nog net niet van het niveau van de NAVO is, waaronder een gewapende aanval op een van de leden wordt beschouwd als een aanval op allemaal. Saoedi-Arabië schijnt iets als Zuid-Korea (1953) of Japan (1960) te krijgen, dat wil zeggen verdragen die Washington toch ook verplichten te helpen als de verdragsstaat door een derde wordt aangevallen (ik heb de teksten erop nagelezen). Wilde Amerika juist niet minder verplichtingen in het Midden-Oosten? Dit is weer terug naar de Carterdoctrine van 1980, die in 2019 (na de Iraanse aanval op Aramco) door Trump op sterk water werd gezet.

Op de wapenleveranties kreeg MbS vorige week al een voorschotje van reserveonderdelen ter waarde van een slordige 500 miljoen dollar. Maar ik weet niet wat opmerkelijker is, zo’n veiligheidsverdrag of dat nucleaire programma inclusief verrijking. Je zou verwachten dat Israël daarmee de nodige problemen zou hebben, en Amerika trouwens ook, gezien de mogelijkheid van een Saoedische stap naar een militair programma – waarmee Israël zijn monopolie als Midden-Oosterse nucleaire mogendheid zou verliezen. Het heeft zich altijd met hand en tand verzet tegen Iraanse verrijking, ook al werd dat in het nucleaire akkoord aan méér controle onderworpen dan in Saoedi-Arabië de bedoeling schijnt te zijn. Maar de Israëlische minister van Strategische Zaken ging er dezer dagen laconiek mee om: „De Saoediërs kunnen zich ook tot andere landen wenden die hun van technologie kunnen voorzien.” China.

In zijn toespraak tot de VN-Assemblee sprak premier Netanyahu vrijdag lyrisch over de „monumentale verandering” die een Israëlisch-Saoedische normalisering voor het Midden-Oosten en de hele wereld zou betekenen. Als zijn regering tenminste de crisis over de macht van het Hooggerechtshof overleeft, maar daarover had hij het even niet. Interessant waren de kaarten waarmee hij zwaaide. Zowel op die van het eenzame Israël in 1948 als op die van het Nieuwe Midden-Oosten (Israël omringd door bevriende Arabische landen) waren de bezette Palestijnse gebieden naadloos in groot-Israël geïncorporeerd. De feitelijke toestand dus.

Maar wordt het wat met die „monumentale verandering”? De Saoedische kroonprins bevestigde twee dagen eerder in een vraaggesprek met Fox News dat „we elke dag dichter bij” een akkoord met Israël komen. Waarmee hij dus niks zei. Hij heeft die normalisering niet echt nodig – Saoedi-Arabië heeft al nuttige bijna-normale betrekkingen met Israël. Niet meer dan 5 procent van zijn burgers is voorstander van diplomatieke relaties met Israël volgens The Arab Opinion Index 2022, maar trekt hij zich daar iets van aan?

In zijn interview met Fox zei hij ook dat de Palestijnse kwestie heel belangrijk voor hem is, waarmee hij dus óók niks zei. Nee, de doorslag geven de Amerikaanse goodies. Daarna betalen de Palestijnen de rekening.

Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert. Ze schrijft om de week een column.