N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Het Nederlands elftal heeft in Stadion Galgewaard het Engeland van Sarina Wiegman met 2-1 verslagen in de groepsfase van de Nations League. In Utrecht hielden de ploegen van Oranje-bondscoach Andries Jonker en Wiegman, die tussen 2017 en 2021 bondscoach van Nederland was, elkaar tot kort voor het einde van de wedstrijd in evenwicht. Lieke Martens had Nederland in de eerste helft op voorsprong gebracht en Alessia Russo had Engeland na ruim een uur spelen weer op gelijke hoogte gezet. In de slotseconden van de wedstrijd maakte de ingevallen Renate Jansen het winnende doelpunt.
De 1-0 van Martens was na ruim een half uur spelen dik verdiend, maar de wijze waarop de doelpunt tot stand kwam was discutabel. Jackie Groenen onderschepte de bal, die vervolgens bij de buitenspel staande Daniëlle van de Donk belandde. Zij legde terug op Martens en de voormalig wereldvoetbalster van het jaar schoot beheerst raak. Er was geen videoscheidsrechter aanwezig, waardoor de arbitrale fout niet kon worden gecorrigeerd. Zo kwam de 1-0 ondanks de buitenspelpositie van Van de Donk op het scorebord. In de tweede helft was Engeland sterker, maar na de 1-1 van Russo nam Nederland geen genoegen met een gelijkspel. Martens bediende Jansen in de laatste minuut en de speelster van FC Twente schoot de bal met rechts prachtig in de rechterbovenhoek.
Het Nederlands elftal maakte een slechte start in de Nations League, het toernooi waarin kwalificatie voor de Olympische Spelen in Parijs kan worden afgedwongen. Vorige week vrijdag verloor het met 2-1 van België. In oktober speelt Nederland tweemaal tegen Schotland, dat dinsdag met 1-1 gelijkspeelde tegen België. Na twee wedstrijden gaat België nu met vier punten aan kop in groep A, gevolgd door Engeland en Nederland met beide drie punten. Schotland is laatste met één punt. De winnaar van de groep strijdt in de halve finale om kwalificatie voor de Spelen.
