Er komt een schrijnende exodus op gang uit Nagorno-Karabach

Vluchtelingen Afgelopen weekeinde is een uittocht op gang gekomen van etnische Armeniërs uit de enclave Nagorno-Karabach. Zij vrezen dat Azerbeidzjan zich alle macht daar toeëigent.

In de Armeense stad Goris heeft het Rode Kruis een registratiecentrum opgezet voor vluchtelingen uit Nagorno-Karabach waar zij zich moeten melden.
In de Armeense stad Goris heeft het Rode Kruis een registratiecentrum opgezet voor vluchtelingen uit Nagorno-Karabach waar zij zich moeten melden. Foto ALAIN JOCARD / AFP

Auto’s vol met huisraad, wanhopige vrouwen met kinderen op de arm, verwarde bejaarden die, ondersteund door Russische soldaten en Armeense hulpverleners, de grens over strompelen. Uit de belegerde Armeense enclave Nagorno-Karabach komen deze dagen niets dan schrijnende beelden. Na de hevige aanval vorige week van Azerbeidzjan kwam afgelopen weekend de verwachte exodus op gang en bereikten de eerste drieduizend Armeense vluchtelingen de grens, waar zij werden opgevangen door landgenoten, familieleden en medewerkers van het Rode Kruis.

Hoewel hij eerder nog zei te hopen op een oplossing, zei de Armeense premier Nikol Pasjinian zondag te verwachten dat alle 120.000 inwoners het gebied uiteindelijk zullen verlaten. Dit uit vrees voor etnische zuiveringen en voor een gemarginaliseerd en opgejaagd bestaan onder Azerbeidzjaans bewind. Dat werd bevestigd door de adviseur van de Armeense autoriteiten in Karabach, David Babajan. „Ons volk wil niet leven als deel van Azerbeidzjan. 99,9 procent geeft er de voorkeur aan om ons historische land te verlaten”, zei Babajan zondag tegen Reuters.

Een etnisch Armeense jongen, gevlucht uit Nagorno-Karabach, kijkt uit het raam na aankomst maandag in de Armeense stad Goris.
Foto Vasily Krestyaninov / AP

Vorige week dinsdag lanceerde het Azerbeidzjaanse leger een aanval op de enclave, die zich begin jaren 90 onafhankelijk verklaarde van Azerbeidzjan maar internationaal geen erkenning kreeg. Vierentwintig uur lang werden huizen en militaire doelen onder vuur genomen en zaten etnische Armeniërs zonder voedsel, licht en internet in schuilkelders. De inwoners kampten de afgelopen maanden met een humanitaire crisis vanwege een blokkade door Azerbeidzjan van de Lachin-corridor, de enige toegangsweg naar het gebied. De Russische vredesmacht, sinds de laatste oorlog van 2020 in het gebied gestationeerd, deed tot woede van Armeniërs weinig om het geweld te stoppen.

Eén dag later kwam het, onder begeleiding van Rusland, tot een staakt-het-vuren en onderhandelingen over de volledige integratie van het gebied in Azerbeidzjan. De Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev zei weliswaar de rechten en de veiligheid van Armeniërs te zullen garanderen, maar geen Armeniër die waarde hechtte aan zijn woorden. Azerbeidzjan beschouwt de koppige Karabach-Armeniërs die de wapens opnamen in een van de vier oorlogen van de afgelopen decennia, als ‘terroristisch’ en voert een schrikbewind tegen de bevolking met ontvoeringen, arrestaties en geweld. Uit angst voor Azerbeidzjaanse wraakacties besloten velen het gebied te verlaten.

Om de nood van de tienduizenden achterblijvers te lenigen werd zondag de zogenoemde Lachin-corridor geopend en konden de eerste hulpgoederen het gebied bereiken. Ook kwamen de eerste journalisten het gebied binnen, die door Azerbeidzjaanse soldaten langs de buitgemaakte wapens werden geleid. De Karabachse journalist Siranusj Sargsian vertelde de BBC dat vooral de jongeren willen vertrekken. „Ik ken niemand van mijn leeftijd die hier onder de huidige omstandigheden wil blijven. Aan de andere kant zeggen mijn bejaarde familieleden dat ze hier willen sterven. Zij hebben hun zoons verloren in eerdere Karabach-oorlogen.”

Hoewel internationaal met ontzetting is gereageerd op de Azerbeidzjaanse aanval, kwam die voor Armeniërs geenszins onverwacht. Vorig jaar december kondigde president Aliyev een ‘Grote Terugkeer’-campagne aan, bedoeld om gevluchte Azerbeidzjanen terug te laten keren naar Karabach. Daarvandaan waren zij tijdens de Eerste Karabachoorlog (1988-1994) verdreven door Armeniërs, die met de val van de Sovjet-Unie aansluiting zochten bij Armenië. In een bloedige strijd raakte een miljoen mensen op drift, en vonden aan beide zijden ernstige oorlogsmisdaden plaats. „Ik weet zeker dat er een tijd zal komen dat onze landgenoten […], hun familieleden, kinderen en kleinkinderen naar ons historische land zullen terugkeren”, zei Aliyev in een speech. Meteen begon hij de blokkade van Nagorno-Karabach.

Duizenden Armenen zijn weggetrokken uit Nagorno-Karabach. Hier wachten ze buiten Kornidzor, een stadje de Armeense provincie Sjunik.
Foto David Ghahramanyan / Reuters

Dit voorjaar begon president Aliyev te dreigen met een militaire interventie en eiste hij de ontbinding van alle Armeense instellingen in Karabach. „Of zij komen nederig naar ons, of de situatie zal zich in een andere richting ontwikkelen. Wij hebben iedere mogelijkheid een operatie in de regio uit te voeren. Het zogenaamde ‘parlement’ moet worden ontbonden, het element dat zichzelf ‘president’ noemt moet zich overgeven en alle ‘ministers’ en andere functionarissen moeten hun post verlaten”, zei Aliyev in mei. Vorige week voegde hij de daad bij het woord.

Landhonger

Armeniërs vrezen dat de Azerbeidzjaanse landhonger niet is gestild met de inname van Karabach. Al jaren aast Bakoe met steun van Turkije op een doorgang naar de Azerbeidzjaanse exclave Nachitsjevan, ten westen van Armenië ingeklemd tussen Iran en Turkije. Daarvoor moet Bakoe een doorgang forceren door de zuid-Armeense provincie Sjunik, in Azerbeidzjan aangeduid als Zangezur. „Wij gaan de Zangezur-corridor aanleggen, of Armenië dat nu wil of niet’, zei Aliyev in 2021.

Zijn vader en voorganger Heydar komt uit Nachitsjevan. Aliyev wil al jaren een weg- en railverbinding aanleggen tussen Azerbeidzjan en de exclave om de handel met Turkije een duw te geven. De Armenen vrezen dat Aliyev met de corridor de zuidelijke provincie Sjunik wil afsnijden van de rest van hun land.

Exclaves van Armenië en Azerbeidzjan

Hoewel Iran zou kunnen profiteren van de corridor, worden de Azerbeidzjaanse ambities in Teheran met argusogen bekeken. Niet alleen huisvest Iran een grote Armeense minderheid, het vreest zijn politieke invloed op en transportroutes via Armenië naar Rusland te verliezen. Het Iraanse Defensieministerie liet zondag weten dat het land grenswijzigingen in de regio niet zal tolereren.

Maar dankzij de militaire en politieke steun van het machtige Turkije voelt Aliyev zich sterker dan ooit. Die steun bleek deze maandag nog eens toen Aliyev besloot de Turkse president Erdogan uitgerekend in Nachitsjevan te ontvangen om te praten over de situatie in Karabach. Erdogan sprak daarbij zijn volledige steun uit voor de positie van Azerbeidzjan. „Iedereen accepteert nu dat Karabach Azerbeidzjaans grondgebied is. Het opleggen van een andere status zal nooit worden geaccepteerd”, aldus Erdogan. Ook zei hij erop te vertrouwen dat Armenië zijn „verplichtingen” met betrekking tot een corridor door Sjunik/Zangezur na zal komen.

Terwijl Aliyev en Erdogan thee dronken arriveerde in de Armeense hoofdstad Jerevan een Amerikaanse delegatie onder leiding van USAID-directeur Samantha Power, die een brief meebracht van de Amerikaanse president Biden aan Pasjinian. Daarin sprak die zijn steun uit voor de Armeniërs en zei te hopen de relaties te verdiepen.. De militaire aanval van vorige week brengt een door Amerika en Europa geleid vredesproces in gevaar, waarmee het Westen in het vacuüm stapte dat Rusland vorig jaar achterliet vanwege de oorlog in Oekraïne. Maar Armeniërs zijn woedend op Pasjinian, die zij ervan beschuldigen de oorlog van 2020 te hebben verloren, en daarmee hun geliefde Karabach.

Toch lijkt het er volgens mediaberichten op dat een eerder gepland gesprek tussen Pasjinian en Aliyev, begin oktober, doorgang te vinden. In het Spaanse Granada zullen zij elkaar ontmoeten in aanwezigheid van de Franse president Emmanuel Macron, de Duitse kanselier Olaf Scholz en EU-chef Charles Michel. De vraag is of er dan nog Armeniërs zijn in Karabach. De Karabachse regeringsadviseur Babajan vreest van niet. „Het lot van onze arme mensen zal de geschiedenis ingaan als een schande voor het Armeense volk en voor de hele beschaafde wereld.”