Alles gaat rustig door, maar dat is de buitenkant

Analyse

Politieke cultuur In een sfeer van angst en zorgen maakt Den Haag zich in ogenschijnlijke rust op voor Prinsjesdag. Een omwenteling hangt in de lucht, maar wat wil de kiezer precies?

Demissionair premier Rutte wandelt vrijdag naar de wekelijkse vergadering van de ministerraad.
Demissionair premier Rutte wandelt vrijdag naar de wekelijkse vergadering van de ministerraad. Foto ANP / Robin Utrecht

De revolutionairen zijn al onderweg, het gestamp van hun voeten hoor je steeds dichterbij komen. Kijk maar: als je uit het raam kijkt, dan zie je ze al in de verte. Maar in het paleis wikkelt het ancien régime rustig de laatste zaakjes af, en doet of alles bij het oude blijft. Iedereen verbergt de angst en zorgen om een nieuw tijdperk.

Zo voelen de nadagen van het tijdperk-Rutte in Den Haag. Iedereen weet dat de wind van verandering zich al heeft aangekondigd, dat een grote politieke verandering aanstaande is. Maar dit is geen klassieke omwenteling, het is een revolutie in slow motion.

Volgende week presenteert het demissionaire kabinet-Rutte IV (VVD, D66, CDA en ChristenUnie) de jaarlijkse Rijksbegroting. Het wordt een ‘beleidsarme’ begroting, want een demissionair kabinet hoort niet met grote plannen te komen. En toch staat er van alles in, en komt er bijvoorbeeld een paar miljard euro extra bij voor de bestrijding van de armoede. Er wordt, kortom, nog altijd geregeerd.

Kamer werkt gewoon door

Ook de Tweede Kamer werkt door, al doen veel Kamerleden dat met geween en tandengeknars. Tientallen van hen weten dat hun tijd erop zit, omdat ze niet meer op de kandidatenlijst terugkeren, of omdat hun partij zwaar dreigt te verliezen. Maar in tegenstelling tot eerdere demissionaire periodes maakt de Kamer zich breed, en heeft het vrijwel geen onderwerp ‘controversieel’ verklaard. Over bijna alles wordt dus gewoon doorgepraat, ook de moeilijke, omstreden onderwerpen.

De politiek moet eens in de zoveel jaar in de rui, zegt Kees van der Staaij (SGP), het langstzittende Kamerlid

Wandel door het tijdelijke Tweede Kamergebouw in Den Haag, en alles lijkt bij het oude. De afgelopen week werd er gedebatteerd, bijvoorbeeld over bezuinigingen in de ouderenzorg. De parlementaire enquête naar het fraudebeleid en de dienstverlening van de overheid, het zwaarste middel dat het parlement heeft, verhoorde deze week een serie ambtenaren en oud-bewindspersonen. En er werd, zoals altijd op dinsdagmiddag, gewoon gestemd over een lijst moties. Motie 36376, nummer 4? Verworpen! Motie 36376, nummer 6? Aangenomen!

Maar tussen debat en stemmingen door praten veel Kamerleden vol zorgen over de toestand van hun partij, of hun eigen toekomst.

Partijen in ontbinding

Meerdere partijen maken een diepe crisis door. Sommige partijen, zoals CDA en D66, staan op zwaar verlies in de peilingen. Andere partijen, zoals de Partij voor de Dieren en JA21, lijden onder interne twisten en verstoorde verhoudingen.

Ook in het kabinet zijn de verhoudingen verzuurd. Zo erg, dat je je zelfs kan afvragen of er nog sprake is van een functionerend geheel. Ook daar geldt: optisch gaat alles verder, met ministerraden en begrotingen, maar dat is alleen de buitenkant.

De coalitie, een voortzetting van de vorige, leed al vanaf het aantreden in 2022 aan ‘metaalmoeheid’, zoals een kabinetslid het uitdrukt. De verhoudingen waren al slecht, niemand had echt zin nóg een keer samen te werken, en alleen bittere noodzaak dreef de vier partijen in elkaars armen. Nu de schone schijn niet meer hoeft worden opgehouden, snakt iedereen naar het einde.

De verandering hangt in de lucht, en de voortekenen zijn al zichtbaar. BBB van Caroline van der Plas en Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt staan hoog in de peilingen. De coalitie staat op zwaar verlies. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB), volgende week woensdag en donderdag, vertegenwoordigen Van der Plas en Omtzigt nu nog vier en één Kamerzetel. Maar de blikken zullen vooral op hén gericht zijn, zij zijn de voorbodes van een nieuw politiek tijdperk.

Het landschap wordt hertekend

Het politieke landschap, constateerde het Nationaal Kiezersonderzoek na de verkiezingen van 2021, is verdeeld in drie ideologische blokken. Traditioneel zitten er in de Tweede Kamer een centrumlinks en een rechts blok, met enkele partijen die daar niet meteen in passen. Inmiddels is het rechter blok gescheurd in een centrum-rechts (denk aan VVD en CDA) en radicaal-rechts blok (PVV, FVD, en misschien JA21), met vrijwel geen overlap in kiezers: VVD-kiezers overwegen niet of nauwelijks een stem op de PVV, en andersom.

Inmiddels lijkt het erop dat die kaart opnieuw getekend kan worden. Los van de vraag waar ze ideologisch staan, zijn NSC van Pieter Omtzigt en BBB aantrekkelijk voor kiezers in beide blokken, en kunnen ze dus een brugfunctie vervullen tussen centrum- en radicaal-rechts. De mogelijke gevolgen zijn groot: PVV en FVD kunnen er last van hebben, maar VVD en CDA even goed. Tegelijkertijd maakt het de mogelijkheden voor de middenpartijen om coalities te sluiten weer groter, omdat PVV en FVD nooit serieuze opties zijn geweest.

Lees hier alles over het Nationaal Kiezersonderzoek van 2021: Kiezers zijn uit op conflict, maar middenpartijen vlakken juist af

De meeste beweging in het electoraat zit in het midden, en een beetje rechts daarvan, dat voelen ze op links ook aan. Frans Timmermans, de lijsttrekker van GroenLinks-PvdA, benadrukt in zijn eerste campagneweken zijn centrisme, zijn vermogen om compromissen te sluiten en samen te werken. En D66, dat op verlies staat in de peilingen, pleit via lijsttrekker Rob Jetten opeens voor rust in het stikstof- en klimaatdebat. „De tijd van enorm preken en drammen is voorbij”, zei hij begin deze maand. De partijen met de grootste systeemkritiek aan de linkerflank, de Partij voor de Dieren en BIJ1, maken beide een identiteitscrisis door.

Zoeken naar wat de kiezer wil

Terwijl iedereen in Den Haag aanvoelt dat een nieuw tijdperk zich aandient, blijven politici en politicologen gissen naar de beweegredenen van kiezers. Dat was bij voorgaande omwentelingen iets eenvoudiger te zien. De Paarse winst van 1994, waaruit een kabinet van PvdA, VVD en D66 volgde, was een afrekening van de kiezer met bijna een eeuw christen-democratische dominantie. Tijdens de Fortuyn-revolte van 2002, die weer een einde aan Paars maakte, ging het veel over migratie en integratie, over mogen zeggen wat je denkt.

Maar hoe zit dat nu? Mark Rutte verdwijnt van het toneel, de revolutionairen komen dichterbij, maar wat willen ze precies? Politici weten het niet, beginnen over ‘de bestuurscultuur’, over ‘bestaanszekerheid’, maar in de kern is het een groot vraagteken.

Misschien is het niet meer dan een natuurwet. De politiek moet eens in de zoveel jaar in de rui, zegt Kees van der Staaij (SGP), het langstzittende Kamerlid. „Al het oude is negatief, er moet vernieuwing komen, weg met diezelfde gezichten.” Hij heeft het zo vaak meegemaakt, dat de tijdvakken ‘vakjes’ in zijn hoofd zijn geworden. En waar de kiezer precies mee wil afrekenen, de versnippering, de technocratisering, de polarisatie, misschien wel alles tegelijk, Van der Staaij weet het ook niet. Dat maakt politici afwachtend, zoekend, en zorgt ervoor dat ze naar elkaar toekruipen, in de relatieve veiligheid van het politieke midden.