N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Geologie Een zeedijk langs de Dollard is opgehoogd met klei uit de buurt. Is dat stevig?
Lopend over de zeedijk, langs de Dollard in Groningen, verandert opeens zijn uiterlijk. De dijk wordt een stuk minder steil, en loopt een heel eind verder het aangrenzende estuarium in. Het is een totaal nieuw concept dat hier wordt getest, vertelt Wouter van der Star, onderzoeker bij kennisinstituut Deltares, terwijl hij zijn gelaarsde voeten warm probeert te stampen.
Het is snijdend koud en de lucht vochtig. Naast hem loopt Henk van Norel, specialist keringen en veiligheid bij waterschap Hunze en Aa’s. Hij legt uit dat over een lengte van 750 meter een extra, metersdikke laag klei is aangebracht op de bestaande dijk, in aanpassing op hogere waterstanden en golven, die het gevolg zijn van klimaatverandering. Als deze zogeheten brede, groene dijk voldoende stevigheid en bescherming blijkt te bieden, zal hij worden uitgebreid tot 12,5 kilometer. En wellicht is het concept elders in Nederland, of in het buitenland, toe te passen.
Van Norel zegt dat de traditionele aanpak hier „op z’n kop is gezet”. Doorgaans is het ontwerp van de dijk leidend. „Je zorgt ervoor dat de gebruikte materialen, zoals klei, voldoen aan de eisen van het ontwerp.” Nu is het omgekeerd. Leidend is in dit geval de klei. Het ontwerp is daarop aangepast.
Dat de klei leidend is, komt omdat er specifiek voor is gekozen klei van dichtbij te gebruiken. Uit het Eems-Dollardgebied zelf. Het heeft te maken met een probleem dat hier sinds de jaren 90 speelt. In delen van het gebied is het water een stuk troebeler geworden doordat er veel meer slib in is gekomen, door een combinatie van factoren. Zo wordt er sinds 1994 minder slib gewonnen voor landaanwinning. Verder wordt er miljoenen tonnen slib uit havens en vaarwegen gebaggerd om ze begaanbaar te houden, en dat slib wordt elders in het mondingsgebied, op aangewezen locaties, teruggestort.
De klei mag niet te droog zijn, want dan krijg je kluiten en scheuren
Henk van Norel waterschap Hunze en Aa’s
Al dat extra slib onderdrukt de verticale menging van zuurstof in het water. Daardoor krijgen veel organismen het moeilijker. In grote delen van het Eems-Dollardgebied is de biomassa sinds de jaren 90 afgenomen, en een stuk lager dan in de rest van de Waddenzee.
Na aanhoudende protesten van natuurorganisaties stelden twee ministeries (LNV en I&W), Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten, natuurorganisaties en bedrijfsleven in 2015 een groot plan op, Eems-Dollard 2050. Een jaar later begonnen allerlei projecten te lopen – het tijdschrift Landschap besteedde er twee jaar geleden een themanummer aan. Natuurherstel is onderdeel van het plan. Ook moet het gebied, met name Delfzijl, worden opgewaardeerd en een betere uitstraling krijgen, om de bevolkingskrimp en de economische achteruitgang te keren. Verder wordt er gezocht naar oplossingen voor het sliboverschot. En er worden innovatieve dijkconcepten getest. Die laatste twee voornemens hebben tot de brede groene dijk geleid.
Lees ook: Zelfgemaakt verdronken land in het water van de Eems
Broedplaats voor kluten
De grote vraag in dit project was of het gebruikte zilte slib geschikt zou blijken als dijkklei? Want samenstelling en eigenschappen ervan waren niet bekend. Het slib dat nu is gebruikt, komt van drie plekken, vertelt Van Norel, terwijl hij zijn gehandschoende handen tegen elkaar slaat om de waterkou te verdrijven. Uit het havenkanaal van Delfzijl, uit natuurpolder Breebaart, en van de kwelder even verderop. Van der Star wijst in de verte. „Zie je die plas met dat eilandje in het midden?” Rondom dat eiland is, in een bandvorm, kwelderklei afgegraven. Die band is daarna onder water komen te staan. Het eiland heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een broedplaats voor kluten, zegt Van der Star. „Vossen kunnen er niet bij komen.”
De twee soorten slib en de kwelderklei zijn vervolgens ter plekke gedroogd, apart van elkaar. Aan de zeezijde van de dijk waar we lopen, zijn in 2018 grote rechthoekige vakken aangelegd. Daar is het materiaal in gestort. Het is nu weg, maar de contouren van de vakken zijn nog zichtbaar. Op gezette tijden werd het slib omgewoeld, zegt Van Norel. „Om het drogen te versnellen.” Als je het zijn natuurlijke gang laat gaan, kan het drogen makkelijk tien jaar duren, vertelt hij. „Hier lukte het in twee jaar tijd.” De verwijdering van het water – via indikking en verdamping – verliep goed, zegt Van Norel. Wel raakte het slib minder snel zijn zout en organische stof kwijt.
Bulldozer met rupsbanden
Met de zilte klei is bij Deltares in Delft een stuk proefdijk gebouwd, op ware schaal, in de grote goot waar ze elke golfslag kunnen nabootsten. Golven van twee meter hoogte beukten urenlang op de proefdijk in. „De klei bleek wat minder sterk dan standaardklei”, zegt Van der Star. Daarop is het oorspronkelijke ontwerp van de dijk aangepast, rekening houdend met een overstromingskans van eens in de 3.000 jaar. De hellingshoek werd bijvoorbeeld iets afgezwakt. „Dat maakt de dijk minder erosiegevoelig.” Van Norel vult aan: „Uiteindelijk is er een extra laag klei van minstens 2,5 meter op de bestaande dijk gelegd.” Dat is in 2022 gebeurd.
De drie soorten klei – het havenslib, het polderslib en de kwelderklei – zijn op aparte stukken aangebracht. Cruciaal daarbij was het „goed aanstampen” van de klei, vertelt Van Norel. Een bulldozer met rupsbanden reed over de klei heen, om hem te verdichten. Dat luistert nauw. „De klei mag niet te droog zijn, want dan krijg je kluiten en scheuren. Maar hij mag ook niet te nat zijn, want dan gaat hij zich sponzig gedragen en kan de klei niet goed verdichten.”
Zo kunnen we de kust hopelijk laten meegroeien met de stijgende zeespiegel
Wouter van der Star Deltares
Het nieuwe stuk dijk is in meerdere opzichten vernieuwend. Zeedijken worden vaak versterkt door de toplaag van asfalt te verwijderen, een extra laag zand of klei aan te brengen, en daar bovenop dan weer een nieuwe laag asfalt te leggen, met een teerhoudende deklaag, vaak bitumen. „Maar dat past niet in het landschap hier”, zegt Van Norel. Langs natuurgebied de Dollard is de bestaande dijk bedekt met gras – hij bevat ook geen asfalt. „Het heeft ons een hoop werk bespaard dat we hier de klei rechtstreeks op de bestaande dijk hebben aangebracht”, zegt Van Norel. Dat de klei bovendien van dichtbij komt, scheelt een hoop transport, vult Van der Star aan. „En dus CO2-uitstoot.”
Maar ze praten steeds over de brede, groene dijk. Waarom groen? Van der Star wijst naar stroken die we passeren, op de dijkhelling. Daar is geen standaard gras ingezaaid, maar een kruidenrijk mengsel. „Je ziet er nog niet veel van, maar die soorten wortelen op verschillende dieptes.” Het moet de dijk beter beschermen tegen uitdroging en erosie.
Compensatienatuur
Het nieuwe stuk dijk is 24 meter breder dan de naastgelegen stukken, en loopt verder het estuarium in – onderdeel van een beschermd natuurgebied. Moet dat gecompenseerd worden met natuur elders? „Voor dit proefproject hoefde dat niet”, zegt Van Norel. Maar als de proef succesvol blijkt, en we gaan de dijk verlengen tot 12,5 kilometer, dan wel.”
Of het concept succesvol is, moet de komende jaren blijken. De dijk kan een zeespiegelstijging aan van een halve meter, zegt Van Norel. „Dat is in ieder geval voldoende voor de komende vijftig jaar.”
Er zijn ook ideeën om zogeheten duikers door de dijk te leggen, regelbare verbindingen waardoor op gezette tijden het getij binnendijks wordt gelaten. Met het water komt dan ook slib mee, is het idee. Van der Star: „Zo kunnen we de kust hopelijk laten meegroeien met de stijgende zeespiegel, en kunnen we het noorden van Nederland nog een hele tijd in de benen houden.”