Jankjong


Frank Huiskamp

Er is weinig zo zalvend voor mijn humeur als darts, een sport voor mensen die niet van sporten houden. Als er één traditie rond de jaarwisseling is waar ik wél aan hecht, dan is dat het WK, gespeeld door en voor mensen bij wie January nog nooit Dry is geweest. Elk jaar weer een feest. Simpel en daardoor intens kijkbaar – gewoon van 501 naar 0, drie weken lang alleen máár aftelmomenten.

Ik volg de sport nu lang genoeg – heb ook toernooien bezocht in mijn tijd als sportredacteur – om te concluderen dat de dartswereld een beetje is wat je krijgt als een heel klein dorp de Postcodeloterij wint: opeens is er heel veel geld, weet iedereen wie de mensen zijn, maar weet niemand hoe daarmee om te gaan, of zich houding te geven.

Er zit alleen al zo’n prachtig verschil tussen publiek en sporter bij het darts. Het publiek, in een permanente staat van carnaval, dat het in elke uitverkochte zaal allemaal niet zo serieus neemt. Tegenover de darters, die ondanks bijnamen als Gaga, The Iceman en Aubergenius zichzelf en hun collega’s bijzónder serieus nemen.

Neem de programma’s rond en tijdens de wedstrijden; panels met oud-darters die reclameblokken vullen met oeverloze duiding bij een sport die bij uitstek niet geduid hoeft te worden – of zou moeten kúnnen worden, omdat het enige antwoord op de vraag waarom iemand een wedstrijd verloor, is dat die de pijlen beter had moeten mikken, en dat de tegenstander vaker eerder bij nul was. Het is gelul voor in een museum.

Maar het zijn vooral de darters zelf die de sport zo mooi maken. Mannen (voornamelijk) die terwijl de sport volwassen is geworden dat zelf lijken te weigeren. Mannen die weggerukt zijn uit doodnormale banen als trambestuurder, elektricien, klusjesman of – vandaar die bijnaam – medewerker bij een auberginekwekerij. Verslavende karikaturen. Zoals Engelsman Ricky Evans, die dit WK verkleed als kerstman het podium betrad. Of Welshman Gerwyn Price, die vanwege boegeroep vanuit het publiek besloot gehoorbescherming op te zetten, waardoor hij leek op zo’n door zijn ouders meegesleurde kleuter vooraan bij een rockconcert.

Mannen ook die natúúrlijk geen mediatraining hebben gehad en daardoor leeglopen bij journalisten. Michael van Gerwen alleen al die dit WK ‘fucking nonsense’, ‘lik m’n reet’ en ‘jankjong’ richting tegenstanders slingerde – alleen in het darts kan een man in limoengroen shirt, met een hoofd zo glad dat je er strooizout overheen zou willen gooien, zich ontpoppen tot intimiderende pestkop.

Zo ben ik 2023 begonnen met een hernieuwd vermogen tot relativering, dankzij een sport waarin die – tot mijn grote vreugde – nog af en toe ontbreekt.

Frank Huiskamp vervangt Marcel van Roosmalen.