N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Verkiezingsprogramma Socialistische onderwerpen als bestaanszekerheid domineren het politieke debat, maar de SP staat op verlies. In het nieuwe programma draait alles om de klassenstrijd.
Ineens claimt iedereen het onderwerp bestaanszekerheid, zelfs de VVD. Tot grote frustratie van de SP, die vrijdag haar concept-verkiezingsprogramma presenteerde. Al jaren proberen de socialisten zich te profileren op dit onderwerp, en al jaren lopen de kiezers bij hen weg.
Partijleider Lilian Marijnissen hoopt deze verkiezingen haar eerste zetelwinst te boeken. Sinds haar aantreden, eind 2017, heeft zij alleen nog maar verloren: zes verkiezingen op rij. Dit jaar is de concurrentie zo mogelijk nog groter. Zowel de BoerBurgerBeweging als Pieter Omtzigts Nieuw Sociaal Contract (NSC) zijn populair onder voormalig SP-stemmers.
Met een plannenlijst die nauwelijks afwijkt van het vorige verkiezingsprogramma uit 2021, hoopt de SP nu meer kiezers te overtuigen van haar antikapitalistische verhaal. Om de tweedeling tussen arm en rijk te verkleinen, moet de samenleving ingrijpend op de schop, vindt de partij. De SP wil niet alleen het minimumloon en de uitkeringen verhogen, maar óók het openbaar vervoer en internettoegang gratis maken, ingrijpen in de prijzen van supermarktproducten, en bedrijven verplichten hun winst te delen met werknemers.
Bestuurlijke vernieuwing, door Omtzigt ineens veelbesproken, wordt ook al jaren bepleit door de SP. De socialisten willen gewone burgers zo ongeveer overal de baas maken: met verregaand instemmingsrecht voor werknemers in bedrijven en voor huurders in woningbouwverenigingen. En met een bindend correctief referendum om politieke besluiten terug te draaien. De koning wil de SP vervangen door een gekozen staatshoofd.
Maar waar de meeste partijen, ook NSC, financiële zuinigheid prediken, en waarschuwen dat er komende jaren weinig budget is voor dure politieke besluiten, laat de SP van zulke huiver niets blijken. Twee van de grootste kostenposten van de overheid, zorg en AOW, wil de partij fors uitbreiden. Mensen moeten weer vanaf 65 jaar een AOW-uitkering krijgen, die ook rianter wordt. Gesloten ziekenhuisafdelingen moeten weer open. En ouderen hoeven niet thuis te blijven wonen, maar mogen naar een kleinschalig ‘Zorgbuurthuis’.
De SP denkt dit te kunnen betalen zonder dat gewone burgers dit merken. Vooral de grootste en meest vervuilende bedrijven draaien op voor de kosten, en miljonairs. Een financiële paragraaf met verantwoording ontbreekt. De SP laat haar verkiezingsprogramma ook niet doorrekenen door het Centraal Planbureau, dat Marijnissen in haar vorig jaar verschenen boek een „neoliberaal instituut” noemt.
Concurrent Timmermans
Een andere grote bedreiging voor de SP is de gezamenlijke lijst van GroenLinks en PvdA. Hun lijsttrekker Frans Timmermans profileert zich als de meest kansrijke linkse premierskandidaat, en daarmee kan hij veel strategische stemmen trekken. In 2021, bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen, bleken veel eerdere SP-stemmers daar gevoelig voor. Toen stapte een grote groep over naar D66-leider Sigrid Kaag, bleek uit kiezersonderzoek.
Marijnissen zet zich steeds nadrukkelijker af tegen GroenLinks en PvdA. In 2020 betrad zij nog een podium met GroenLinks-voorman Jesse Klaver en Lodewijk Asscher, toen PvdA-leider, met een gezamenlijk politiek verhaal. Nu benadrukt ze vooral de verschillen.
Zo keert ze zich fel tegen klimaatmaatregelen als rekeningrijden en een vlieg- of vleestaks. De SP noemt klimaatbeleid belangrijk, maar vindt dat gewone burgers daar weinig van hoeven te merken. „We nemen afstand van meer liberale, individualistische klimaatmaatregelen”, zegt Marijnissen in een toelichting tegen NRC. Vooral de vervuilende industrie wil zij aanpakken.
Alles is klassenstrijd
En zo draait ieder onderwerp bij de SP om klassenstrijd, ook stikstof. Er moet een einde komen aan „de grootschalige bio-industrie, die gericht is op de export”, staat in het programma. Maar deze overgang moet niet voor rekening komen van de boeren, maar van hun financiers, „die aan schaalvergroting hebben verdiend”.
Opvallend genoeg vermeldt de SP, in tegenstelling tot 2021, geen inkrimping van de veestapel meer. Het lijkt een reactie op het succes van BBB, maar volgens Marijnissen is het vooral een reactie op het kabinetsbeleid, dat boeren te weinig „perspectief” biedt. De SP is nog steeds voor minder vee, zegt zij. „Maar boeren zijn jarenlang opgejaagd met neoliberale ideeën over schaalvergroting. Dat kun je niet zomaar veranderen zonder perspectief en de middelen om dat te doen.”
Marijnissen zegt deze campagne te hopen op een „ideeënstrijd”, waarin de SP kan laten welk andere economische model zij voorstaat. In de peilingen staat haar partij, die 9 Tweede Kamerzetels heeft, op 1 tot 3 zetels verlies.