Bemiddelaar Keijzer: provincie Overijssel moet zich ‘milder en menselijker’ opstellen in kanaalconflict

Almelo-De Haandrink De provincie Overijssel en slachtoffers van verzakte huizen bakkeleiden over de schadeafhandeling na werkzaamheden aan een kanaal. Oud-CDA’er Mona Keijzer adviseerde hoe beide partijen dichter tot elkaar kunnen komen.
Het ruim 30 kilometer lange kanaal tussen Almelo en De Haandrik.
Het ruim 30 kilometer lange kanaal tussen Almelo en De Haandrik. Foto Eric Brinkhorst

De provincie Overijssel heeft geen wettelijke regels overtreden bij de schadeafhandeling van verzakte en beschadigde huizen aan het kanaal Almelo – De Haandrik. Desalniettemin moet het provinciebestuur zich „menselijker, makkelijker en milder” opstellen richting slachtoffers. Ook moet de communicatie over de schadeprocedure duidelijker en de uitvoering sneller dan nu het geval is. Dat is de boodschap van bemiddelaar en voormalig CDA-prominent Mona Keijzer voor gedupeerden en het provinciebestuur in het Overijsselse conflict over „het kanaaldrama”.

Lees ook deze reportage: De woning van Tonnie en Henny is doormidden geknakt – door ‘het kanaaldrama’, zeggen ze

Een 34 kilometer lang kanaal tussen Almelo en Aalderink is de splijtzwam tussen omwonenden en het provinciebestuur. Tussen 2011 en 2016 zijn daar werkzaamheden uitgevoerd zodat het kanaal grotere vrachtschepen kan verwelkomen. Daarna signaleerden inwoners bij zeker vierhonderd woningen schade, in de vorm van scheuren, verzakte funderingen en beschadigde dakgoten en water- en gasleidingen.

De bewoners die het aanging, dienden klachten in en eisten (financiële) compensaties. Ze waren en zijn overtuigd van de oorzaak: de kanaalwerkzaamheden. Verschillende deskundigen hebben de kwestie vervolgens in opdracht van de overheid onderzocht, maar kwamen niet tot een eensluidende conclusie. Bij sommige huizen vormden bepaalde werkzaamheden inderdaad de steen des aanstoots, maar omdat elk huis anders is en de mate van schade sterk varieert, is het lastig één oorzaak aan te wijzen. Enkele woningen werden onbewoonbaar, anderen konden worden gestut.

Scepsis

De provincie tuigde een schaderegeling op, maar nam de scepsis bij veel omwonenden niet weg. Om tot elkaar te komen, werd hulp van Keijzer ingeroepen. De voormalig CDA-staassecretaris voerde de afgelopen vijf maanden met alle betrokken partijen gesprekken om te bemiddelen in de hoogopgelopen discussie.

Keijzer omschrijft de schaderegeling als voor Nederlandse begrippen „ruim”. Desondanks stelt ze vast dat wat „rechtmatig is” niet vanzelfsprekend „rechtvaardig is”. Volgens Keijzer is er nog altijd slechts beperkt vertrouwen van gedupeerden in het provinciebestuur. Daarom adviseert ze om één aanspreekpunt te introduceren dat namens de provincie alle schadezaken „van begin tot einde” begeleidt.