Journalisten deden in 2022 minder meldingen van bedreiging en fysiek geweld


PersVeilig In 2022 kreeg meldpunt PersVeilig 198 meldingen binnen, het jaar ervoor nog 272. Volgens de organisatie komt dat doordat in ‘coronajaar’ 2021 veel meer demonstraties plaatsvonden waarbij journalisten belaagd werden.

PowNed-verslaggever Mark Baanders wordt bij de Sionkerk in Urk aangereden door een kerkganger.
PowNed-verslaggever Mark Baanders wordt bij de Sionkerk in Urk aangereden door een kerkganger.

Foto ANP / Hollandse Hoogte / Rob Voss

Minder journalisten hebben het afgelopen jaar melding gemaakt van bedreiging of fysiek geweld dan in 2021. Dat schrijft meldpunt PersVeilig maandag op de eigen website. In 2022 ging het om 198 meldingen, waarvan 133 van dreigementen, 33 van fysiek geweld en 13 van stalken of intimidatie. Het jaar ervoor kreeg de organisatie, die de cijfers sinds 2020 bijhoudt, nog 272 meldingen binnen.

Volgens PersVeilig-projectleider Peter ter Velde is het verschil te verklaren doordat 2021 een ‘coronajaar’ was. „In dat jaar waren er elke week wel demonstraties of rellen. Dat was afgelopen jaar stukken minder. Daardoor zie je dat het fysiek geweld tegen journalisten substantieel minder is.”

De daling van het aantal meldingen betekent volgens Ter Velde niet dat de veiligheid van journalisten is verbeterd. „Bij elke opleving van de boerenprotesten en bij de Sinterklaasintochten zagen we afgelopen jaar onmiddellijk dat heel veel journalisten werden bedreigd of belaagd. De agressieve houding ten opzichte van journalisten is onverminderd”, aldus de projectleider, die de situatie voor journalisten „precair” noemt. Hij zegt er rekening mee te houden dat het aantal meldingen in 2023 ongeveer gelijk blijft.

Lang niet elke journalist die te maken krijgt met bedreiging of intimidatie meldt zich bij PersVeilig, bleek uit eerder onderzoek in opdracht van de organisatie. Volgens Ter Velde is het belangrijk dat journalisten zich melden als iets is voorgevallen: „Als wij weten wat er speelt, kunnen we helpen. Bijvoorbeeld door onze trainingen aan te passen en beter onderbouwd advies te geven.”