N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
WK atletiek Douwe Amels werd in maart verrassend Europees indoorkampioen hoogspringen, maar raakte daarna het gevoel voor zijn sport kwijt. Nu is hij op de weg terug, al komt de WK-finale deze dinsdag nog te vroeg.
Het klinkt misschien gek, zegt Douwe Amels, die in maart in Istanbul verrassend Europees indoorkampioen hoogspringen werd, maar een medaille winnen is als een blessure oplopen. Tenminste, zo formuleerde zijn coach Marlies Larsen het onlangs, en hij is het er eigenlijk wel mee eens.
Natuurlijk is het geweldig om in Turkije over 2,31 meter te springen, een persoonlijk record. De eerste écht grote zege in zijn carrière, tien jaar nadat hij, óók best verrassend, Europees kampioen onder 23 was geworden. Na afloop zit hij samen met zijn vriendin, ouders en coach een half uurtje op de tribune van het Ataköy Arena na te genieten. Zijn telefoon laat hij bewust nog even uit. „Ik wist dat er daarna veel op me af zou komen, maar dat die aandacht tijdelijk zou zijn en weer zou wegtrekken. Dus ik heb daar op de tribune het hoogtepunt van mijn emoties ervaren met de mensen die het dichtst bij me staan.”
Zijn succes levert hem ook tastbare leuke dingen op: hij mag voor het eerst in zijn carrière meedoen aan Diamond League-wedstrijden, de sterkst bezette (en lucratieve) wedstrijden in de atletiek. Sinds vorige maand heeft hij een nieuwe kleding- en schoenensponsor, waardoor hij meer financiële ruimte heeft om zijn coach beter te betalen.
Maar er verandert ook iets in negatieve zin. Zijn coach merkt het in juni tijdens het EK voor landenteams in Polen. „Hij verwachtte van zichzelf dat hij daar wel een bepaalde hoogte zou gaan springen. Dus hij ging forceren, meer kracht zetten, overmoedige keuzes maken”, zegt Larsen. Amels komt niet verder dan 2,13 meter, een deceptie. „Ik wilde daar goed zijn, maar het lukte niet. Het spoor van waar ik dacht dat ik was, wat ik van mezelf verwachtte, liep ver uiteen met het spoor van waar ik daadwerkelijk was.”
Wensenlijstje
Amels kampt met wat hij een „mentale blessure” aan de „hoogspringspier in mijn hoofd” zal gaan noemen. Fysiek is hij in orde, zijn techniek klopt, maar hij kan met zijn hoofd zijn lichaam er niet toe zetten om die capaciteiten maximaal te benutten. Op zich niet gek, zegt Larsen. „Douwe had net drie grote dingen van zijn wensenlijstje afgestreept: over 2,30 meter springen, een medaille op een groot toernooi halen en aan een Diamond League-wedstrijd meedoen. Dan is het normaal dat je lichaam daarna zegt: nu doen we even rustig aan.”
De 31-jarige Nederlandse hoogspringer is onbewust uit het oog verloren wat hem tot het meest succesvolle moment in zijn carrière heeft gebracht. Als Amels in 2021 de Olympische Spelen in Tokio mist, voelt dat als een grote teleurstelling. Hij wilde in Japan de belofte inlossen die hij voor zijn eigen gevoel met zich meedraagt sinds die gouden medaille op het EK onder 23 in 2013.
In de periode na de Spelen concludeet Amels dat hij het evenement in zijn hoofd te groot heeft gemaakt en dat hij daarom niet heeft kunnen laten zien wat ik kan. Voortaan gaat hij het anders aanpakken. „Ik wilde niet meer bezig zijn met waar ik naartoe wilde, maar met: wat kan ik nu. En vanuit daar proberen beter te worden.”
Mentaal besluit hij meer afstand van de sport te nemen. „Ik heb een weg gezocht waardoor er voor mij niet meer alles van afhangt, mijn prestaties bij het hoogspringen zijn niet meer verknoopt met mijn identiteit. Ik wil nog steeds hoogspringen en ik heb nog steeds ambitie om beter te worden, maar als het niet lukt, is het ook oké.”
Die instelling brengt hem in maart tot zijn Europese indoortitel. Het hele seizoen gaat het springen telkens beter. De focus is er, zonder dat hij zich druk maakt over het resultaat. Intussen haalt hij in wedstrijden steeds hogere snelheden in zijn aanloop naar de sprong zonder de controle te verliezen. Dus als Larsen in de EK-finale tegen hem zegt „nu moet je harder lopen dan je ooit hebt gedaan”, doet Amels dat en springt hij hoger dan ooit tevoren.
Naar die instelling moet hij terug, realiseren Amels en Larsen zich. Hij moet weer af van het hogere verwachtingspatroon dat er nadien stiekem bij hemzelf is ingeslopen. „Ik word nooit meer een persoon die geen 2,30 meter heeft gesprongen.” Tot die nieuwe werkelijkheid moet hij zich leren verhouden.
Zijn revalidatie bestaat uit veel trainen, fysiek werk leveren. Zo hoeft Amels er wat minder met zijn hoofd bij te zijn. Tegelijkertijd besteed Larsen veel aandacht aan het verleggen van de focus bij haar pupil, van de prestatie naar de handelingen van het springen zelf. „Dat klinkt misschien zweverig, maar ik wilde dat hij weer in het moment aanwezig was.” Daarvoor maakt Amels gebruik van mindfullness en visualisatietechnieken.
Drie keer mis
Pas een paar weken voor de WK atletiek in Boedapest krijgt Amels zijn hoogspringspier weer aan de praat. Hij moet „onderaan beginnen” voor zijn gevoel, maar zijn niveau gaat snel omhoog. Dat ziet Larsen ook. „In een trainingsperiode van drie aaneengesloten weken maakte hij elke dag grote stappen.” Uiteindelijk wil ze ervoor zorgen dat hij bij wijze van spreken midden in de nacht blind over 2,25 meter kan springen.
Die laatste weken voeden bij Amels de hoop dat hij misschien wel de WK-finale kan halen. „Ik wil me graag in de strijd om een finaleplaats mengen”, zegt hij een week voor het toernooi. Hij wil daarbij gebruik maken van zijn nieuw opgedane zelfvertrouwen. „Voorheen kon ik nog wel eens denken dat ik niet goed genoeg was, daar heb ik nu minder last van.”
In Boedapest blijkt hij nog niet zo ver te zijn. Tijdens de kwalificatie op zondagochtend springt Amels over 2,22 meter, maar als de lat drie centimeter hoger wordt gelegd, gaat het drie keer mis. De finale, die deze dinsdag plaatsvindt, gaat aan hem voorbij.
Jammer, maar niet het einde van de wereld, zegt Amels na afloop. Hij lijkt de distantie tot zijn sport terug te hebben gevonden. „Het was best goed. Dit is waar ik nu sta, in bijna elke sprong legde ik erin wat ik erin wilde leggen. Zulke sprongen heb ik dit seizoen nog niet afgeleverd buiten. Daardoor kan ik nu weer gaan denken aan de volgende stap.”
Amels heeft dit outdoorseizoen nog twee kleinere wedstrijden op zijn programma staan, waar hij hoopt de stijgende lijn nog even door te kunnen zetten. Het grote doel voor hem is toch weer de Spelen, volgend jaar in Parijs. „Ik zou liegen dat het niet zo is. Dit was hopelijk een treetje omhoog in die richting.”