N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
WK zeilen Op een stuk zee van zeventien bij vijf kilometer bij Scheveningen wordt het WK zeilen gehouden. Hoe organiseer je zo’n mega-evenement? En waarom mogen de Duindorpers niet meer zwemmen?
De zee is vol zeilen: witte, rode en carbonzwarte vinnen, plus de bleekgroene zwermen van de kites. En dit omheinde stuk strand langs de zuidpier van de Scheveningse haven is een lege vlakte waar hoopjes dekzeilen wachten op de terugkeer van de wedstrijdboten.
Het Zuiderstrand heet nu Boat Park South. Als ze niet op het water zijn wonen hier de 470’s, de 49’ers en de Lasers met hun bemanningen, drie van de veertien Olympische zeilklassen die tot zondag strijden om het wereldkampioenschap.
‘South’ is een van drie parkeerlocaties. De catamarans liggen elders en Boat Park North is voor surfers en kiters, met hun eigen cultuur, die je daar ook buiten WK-tijd vindt. En er is een ‘kamp’ aan het Braassemermeer, waar vier paralympische klassen woensdag hun finale beleven.
Dit zijn de coulissen, de voorstelling is op zee. Dertien Duitse trucks leverden op ‘South’ 260 Lasers af. Andere klassen brengen eigen boten mee, maar de Laser-teams – nu bekend als ILCA-klasse – hebben alleen eigen zeilen; boot, mast, giek en roer worden toegewezen uit de pool van Ziegelmayer, watersportreus uit Hamburg. Zodat bij de grootste eenheidsklasse sportief talent de doorslag geeft.
Dit zijn stille uren voor ILCA-dealer Michiel Nijzink en Leon Greuler bij hun containers vol reserve-onderdelen, kleurige lijnen, beslag, wetsuits. Greulich doet de ‘nazorg’ van Ziegelmayer. Straks moet blijken welk materiaal is gesneuveld. Dan trekt hij een nieuwe giek of midzwaard uit het rek, „al zal het vandaag met een kalme zee wel meevallen”, denkt hij.
Cheese en Pancake
Met 900 boten uit 85 landen, 1.200 zeilers en 500 vaste medewerkers en vrijwilligers is het WK het grootste zeilevenement ter wereld. Toneel: een stuk zee van zeventien bij vijf kilometer. Daar liggen acht ‘fields of play’ met namen als Tulip, Windmill, Cheese en Pancake. Voor overig vaarverkeer zijn er corridors. Als iedereen inschikt, moet het lukken.
Inschikken moet ook op de wal, al hoor je daar nog mopperen, binnen de organisatie en door omwonenden: dit stukje Den Haag kraakt in zijn voegen. Sinds het Scheveningse WK-bidbook van 2018 is er continu bijgebouwd: een hotel, een torenflat, appartementen en het Zuiderstrandtheater, ad hoc-zaal tijdens de nieuwbouw van het Spui-theater en nu half gesloopt.
In de havenmond is een strandje, waar Hagenaars en Hagenezen het jaar rond zwemmen. Het naastgelegen Duindorp bivakkeert er met bier en barbecue. Dat strandje is nu een trailerhelling: verdwenen onder stalen rijplaten. Gebruikers kregen te horen: u mag er zwemmen, maar alleen tot negen uur uur ’s ochtends.
De gemeente erkent dat „het ruimtebeslag groot is”. En Duindorp ligt altijd gevoelig. „We nemen een stukje leefruimte af en dan is de vraag: wat geven we terug”, zegt Barbara van Rest van projectbureau Haagse Schatten, ingehuurd voor ‘omgevingscommunicatie’.
Daartoe organiseerde ze informatie-bijeenkomsten, flyercampagnes, benaderde jongerenwerkers en organiseerde jeugdactiviteiten in Duindorp en ‘op’ Scheveningen. Op het ‘surfstrand’ is een enorm zwembad uitgegraven voor vermaak met plank, zeil of peddel. Tochtjes met snelle rib’s en het inhuren van Duindorpse beveiligers horen ook bij het charme-offensief.
Silent disco
Hoe kunnen ze dat nu doen, midden in de zomer, was het eerste wat Carla Zoutenbier dacht, toen ze over het WK hoorde. „Dat strandje is juist zo veilig voor mensen met kleine kinderen”, zegt Zoutenbier, oud-thuiszorgmedewerker. Maar ze is blij met het jongerenprogramma, van silent disco tot strandbioscoop. „Dat heeft veel ergernis weggenomen en ik hoor er niet veel meer over”, zegt ze. „Al zullen er altijd wel ontevredenen blijven.”
Zo iemand is Leo Knoester, die in de zon zit bij het huisje aan de zuidelijke havenpier, hangplek voor oud-vissers. Voor hem past dit WK in een patroon: zie de verboden vreugdevuren op het strand en de oprukkende dure koopflats. „Wij mogen niet vissen, niet de hond uitlaten, mijn kinderen niet laten zwemmen”, zegt Knoester. Tegelijkertijd ziet hij hoe de „verwende kinderen” van het zeilterrein wel het water in springen. „Zonder dollen, het is mijn Duindorp niet meer.”
Regiekamer
Het gebouw heet The Bridge en heeft wel iets van de brug van een schip met zijn panoramisch uitzicht over haven en zee. Dit is de regiekamer van het WK. Hier huist de wedstrijdleiding en op beeldschermen worden de boten in elke race via een gps-tracker individueel ‘geschaduwd’. Scheidsrechters op zee beoordelen nu nog overtredingen, maar de ‘video-arbiter’ rukt ook hier op en zal bij het Olympisch zeilen in Marseille volgend jaar misschien al een feit zijn.
De facto is dit toernooi, dat elke vier jaar op een andere plek in de wereld wordt gehouden, inderdaad een Olympische voorronde. Landen kunnen meerdere teams sturen en wie in Scheveningen het best vaart, kan naar de Zomerspelen.
Op The Bridge werkt ook meteoroloog Fritz Buyl. „Zeilers ergeren zich aan twee dingen: als er geen wind is en als de wind niet doet wat ik denk”, zegt hij. Zijn dag begint om vijf uur ’s ochtends als hij de weermodellen binnenhaalt, ruwe grondstof voor zijn voorspelling. Om zeven uur heeft hij die uitgeschreven: voor verschillende tijdstippen de verwachte sterkte en richting van wind en de vlagen, plus golfhoogten.
Dit zijn lastige dagen, zegt Buyl, doordeweeks meteoroloog bij het Belgische KMI. „De wind neemt af, en de getijdestroming krijgt te veel invloed. Daarom is er dinsdag eerder gestart.” Hij wijst op een kaart voor later in de week: constante wind uit het zuidwesten. „Dat zie ik graag. Maar bij de overgang van hoge naar lage druk of omgekeerd, is het vaak wait and see. Dan moet de wedstrijdleiding een besluit nemen”, grijnst hij.
In de verte
Twee keer greep Edwin Lodder, spil tussen Watersportverbond, sportorganisator TIG en gemeente Den Haag, mis. Maar in 2018 was het bod voor een Schevenings WK in 2022 raak. Al werd het door corona alsnog 2023. Het voelt na vijftien jaar „als kroon op mijn carrière”, vertelt hij terwijl de laatste boten van deze wedstrijddag binnenlopen.
Bizar genoeg kan deze editie meteen wel eens de laatste in de huidige opzet zijn. Steeds minder steden kunnen zo’n groot evenement fysiek en financieel aan. Bovendien, zegt Lodder, tekent zich een splitsing af tussen ‘traditionele klassen’ en de nieuwe, high-performance-kites en de surfplanken met hun foils die plank en drager boven het water uittillen. Dat kan leiden tot kleinere, gespecialiseerde toernooien, denkt hij.
Nog een uitdaging voor dit toernooi: het echte spektakel speelt zich af in de verte. Je kunt geen tribunes op zee bouwen en Instagram en YouTube-samenvattingen vertellen maar de helft van het verhaal. Dat verandert vanaf donderdag: de finales worden dichter bij de kust gevaren en live gefilmd, ook vanuit helikopters, te zien op grote schermen. Maar het wordt niet de Ocean Race, waar elke boot is volgehangen met camera’s zodat je bijna zelf permanent meevaart.
Toch is er nog veel meer mogelijk, denkt Simon Keijzer, woordvoerder van het WK. „Het is fotogeniek, het is videogeniek, de beelden gaan de wereld over”, zegt hij. „Maar stel je voor dat we ook audio aan boord zouden hebben, dan hoor je het schreeuwen bij het ronden van een boei. Dan krijgt je de emotie er live bij.”
Misschien is het al zover in Marseille, zegt hij. „Wij willen ook een showcase voor de Spelen zijn: zó moet je dit doen.”