Column | Moordenaars

Stephan Sanders

De man was zeer servicegericht, misschien zelfs iets te veel van het serviele. Lang voor aankomst was er al een druk mail- en appverkeer ontstaan, of de inchecktijden bevielen, en of we nog andere, specifieke wensen hadden. Achteraf snap ik ook waar al die zorg op gestoeld was: de eigenaar van de B&B adverteerde zijn accommodatie als ‘het luxere segment’, en het bleek zo iemand die zich had toegelegd op de verfijnde kunst van het micromanagement. Alles was gemanaged. Bij het ontbijt, merkten wij later, was de avocado in zeer dunne plakjes gesneden; die waaierden groen uit onder een glazen stolp en mochten alleen met het avocadovorkje aangeprikt worden. De broodjes knapperden, ik had het nog nooit met eigen oren gehoord.

Ook had onze gastheer een zeer uitgesproken idee waar wij wel en waar we vooral niet moesten eten. Er waren twee restaurants die zijn goedkeuring konden wegdragen, eentje had een Michelin-ster, de ander lag een stuk verderop, maar was zeker de moeite waard, ook al omdat deze restaurantfamilie al meer dan tachtig jaar actief was in de stad.

Dan was er nog die ene supermarkt om de hoek, die we beter konden mijden – hij keek minachtend naar het plastic zakje van de Plus dat ik in mijn hand hield.

Nu stak hij mij zijn hand toe, stelde zich voor, want wij waren niet zozeer klanten als wel zijn gasten. Mijn man kreeg een al even samenzweerderige handdruk. Hij somde het nog even op, twee heren, kingsize bed, hij had zo gedacht, de verdieping beneden, die was rolstoelvriendelijk, en al was dat misschien niet meteen nodig, het was toch handig met…

Hij riep nu iets dringends naar een vrouw die denkelijk in onze kamer rommelde. Er was overigens niets van afkeuring te merken in de houding van de gastheer: twee Nederlandse mannen, tezamen in een bed, je kreeg de indruk dat hij het liefst wat slingers had opgehangen tussen de bric-à-brac waarmee zelfs de gang vol stond. Ik zag hem wel peinzend staren naar de twee koffertjes: dat kon onmogelijk voldoende zijn.

And where is the baby…?

Ik vond het een goeie grap, een nichtengrap zogezegd, dus ik zei zo achteloos mogelijk dat we die hadden achtergelaten in de taxi.

Er kwamen rode vlekken op het gezicht van de man. Hij riep de werkster die ons even later moeizaam passeerde met een flinke reiswieg. „Maar op het formulier” – hij tikte er met zijn wijsvinger op – „staat: twee volwassen mannen en een baby.”

Ineens was alle feestelijkheid voorbij. Dit leuke, moderne homogezin bleek een ordinair stelletje van twee. Hij bleef voorkomend, voor zover dat lukt bij babymoordenaars.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.