Een Omikron-infectie na een volledige vaccinatie levert een brede afweer op


Coronavaccinatie Een doorbraakinfectie na een volledige vaccinatie roept een sterke afweer op. Dat is ook goed nieuws voor het combinatievaccin.

Spuiten met het Modernavaccin op de vaccinatielocatie van de GGD Brabant Zuidoost in Eindhoven. De herhaalprik is voor het eerst een combinatievaccin.
Spuiten met het Modernavaccin op de vaccinatielocatie van de GGD Brabant Zuidoost in Eindhoven. De herhaalprik is voor het eerst een combinatievaccin.

Foto ANP / Hollandse Hoogte / Rob Engelaar

Bij volledig gevaccineerde mensen die daarbovenop een infectie met de Omikron subvariant BA.1 kregen, ontstaan breed werkende antistoffen tegen zowel het oorspronkelijke coronavirus uit Wuhan als tegen allerlei subvarianten van Omikron, waaronder BA.4/5. Die laatste is nu in Nederland dominant. De antistoffen neutraliseren die subvariant BA.4/5 wel iets minder goed dan andere subvarianten, zoals BA.1 en BA.2, maar ze kunnen hem wel onschadelijk maken. Dat schrijft een groep internationale onderzoekers in een publicatie die vorige week in het wetenschappelijke tijdschrift Science verscheen. De vinding is goed nieuws: het bevestigt de verwachting dat de nieuwe vaccins tegen Omikron BA.1 ook beschermen tegen nieuwe subvarianten.

Een grote zorg van wetenschappers is dat het afweersysteem te rigide wordt. Kan het immuunsysteem, eenmaal getraind door een infectie met het originele virus uit Wuhan, of door een vaccinatieserie tegen dat oorspronkelijke virus, het afweergeschut nog wel omvormen tegen andere varianten? Die zorg groeit met de opkomst van een ‘variantensoep’; de talrijke subvarianten van Omikron die nu de corona-infecties veroorzaken en die aan de afweer weten te ontsnappen (Denemarken telde er recent zo’n 120).

De studie in Science laat zien dat het de eerste infectie of vaccinatie inderdaad een diepe stempel heeft gedrukt op het immuunsysteem. Na een doorbraakinfectie met Omikron (BA.1) bij volledig gevaccineerde mensen worden voornamelijk antistof-producerende witte bloedcellen opnieuw geactiveerd (geheugen B-cellen) die al getraind waren door de eerdere vaccinatie. Maar het goede nieuws is: dat levert juist antistoffen op die prima alle Omikron subvarianten kunnen herkennen en uitschakelen.

Hybride immuniteit

De studie onderschrijft het beeld dat uit eerdere studies rijst, zegt viroloog Rory de Vries van Erasmus MC in Rotterdam. „Een hybride immuniteit, waarbij je eerst gevaccineerd bent en daarna een Omikroninfectie hebt gehad, levert de breedste afweerrespons.” Hij verwacht dat dit ook het geval zal zijn na vaccinatie tegen Omikron – welke subvariant dan ook.

De auteurs laten ook zien dat een infectie met Omikron neutraliserende antistoffen opwekt in het slijmvlies van de neus – dat gebeurt niet na vaccinatie in de armspier. Slijmvliesafweer verkleint de kans op infectie, terwijl vaccinatie voornamelijk de kans op (ernstige) Covid-19 verkleint. „Dat is een vorm van afweer die je graag wilt hebben. Dit pleit ervoor om vaccins die je via de neus toedient verder te ontwikkelen, omdat die ook de slijmvliesimmuniteit stimuleren”, aldus De Vries.

Tegen de Omikron-subvariant BA.4/5 werkten de antistoffen wel wat minder goed dan tegen eerdere Omikronvarianten. Bij mensen die de drie basisvaccinaties hadden gehad, en daarna een Omikroninfectie, was die neutraliserende werking tegen BA.4/5 vijf keer minder dan tegen de oorspronkelijke virusstam, tegen BA.1 en BA.2 was dat 1,6 keer minder.

Toch geven die resultaten geen aanleiding om te denken dat iemand nu beter een herhaalprik tegen de Omikron-subvariant BA.4/5 in plaats van BA.1 zou moeten krijgen, vindt De Vries. „De hoeveelheid neutraliserende antistoffen tegen BA.4/5 na een doorbraakinfectie met BA.1 zit nog steeds op een vrij hoog niveau. Als het bloed duizend keer verdund wordt, neutraliseren ze het virus nog steeds.”

In hoeverre dit bescherming biedt tegen ziekte is in deze studie niet onderzocht. „Maar we weten dat de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen correleert met bescherming, en hoe meer hoe beter.”

De vraag blijft hoe goed de kruisreagerende antistoffen stand zullen houden bij volgende subvarianten. In Nederland wint nu BQ.1.1 snel terrein, een afstammeling van BA.5. De Vries: „Daar weten we nog heel erg weinig van. Dat moeten we afwachten.”