Compleet in de ban van de maniak in het verhaal: massamoordenaar Bobbie Gotteson

Pulp Een handzaam boek is in de zomer essentieel ter ontspanning aan zee en zwembad. Gawie Keyser over de beste pulpromans. Aflevering 6: Joyce Carol Oates, The Triumph of the Spider Monkey. „Mijn ziel kreeg een black-out.”

Illustratie Maud de Vries

In het hard-boiled-genre opereren privédetectives zoals Raymond Chandlers Philip Marlowe aan de zelfkant van de samenleving. Keihard en cynisch gaat het eraan toe, een mannenbolwerk pur sang. Dit maakt de publicatie vier jaar geleden van Joyce Carol Oates’ vergeten pulproman The Triumph of the Spider Monkey uit 1974 des te belangwekkender.

Zelf beschrijft Oates, al jaren ‘kandidaat’ voor de Nobelprijs voor Literatuur, haar novelle als volgt: „Een ongecensureerde bekentenis door het soort massamoordenaar dat zich nu permanent in de Amerikaanse psyche heeft genesteld.”

Om duidelijk te zijn, dit is niet wat je noemt fijn leesvoer voor op vakantie. Nog eerlijker: ik las het boek voor het eerst voor deze rubriek, en het scheelde weinig of ik legde het weg. Zó duister. Maar ik zette door, en raakte al lezende compleet in de ban van de maniak in het verhaal, Bobbie Gotteson. Die is gebaseerd op niemand minder dan sekteleider Charles Manson, begin jaren zeventig veroordeeld voor de moord op zeven mensen, waaronder de zwangere actrice Sharon Tate, vrouw van regisseur Roman Polanski.

Meer nog las ik door vanwege de auteur, Oates, bekend vanwege Blonde (2000), haar magnum opus over Marilyn Monroe. Spider Monkey is pure hard-boiled-pulp, het genre uitgevonden door onder anderen Chandler. Maar in de handen van Oates veranderen conventies zoals het ritmische, ‘harde’ taalgebruik in iets nog gevaarlijker, bijvoorbeeld het onvergetelijke: „There is something about the machete that excites us all.”

Dat wapen keert terug in het verhaal, vandaar zo’n kapmes op de cover. Bobbie leunt met zijn handen gevouwen op zijn gitaar. Naast hem staat een vrouw op stilettohakken en slechts gekleed in een lijfje van wit en rood satijn en een kamerjas die haar ontblote linkerschouder laat zien. Het design is van de legendarische Robert McGinnis, sinds de jaren vijftig dé illustrator van pulp-fictie. Dit omslag betreft de nieuwe editie van de Amerikaanse uitgever Hard Case Crime.

Bobbie, vrouwenhater

Het verhaal, soms confronterend in de ik-vorm verteld door Gotteson zelf, begint als een rechtbankverslag, maar duikelt dan terug in het verleden. Bobbie geboren in een busgarage waar hij werd achtergelaten als ‘bagage’ in een kluisje. Bobbie mishandeld door pleegouders. Bobbie, vrouwenhater. Bobbie, met zijn minderwaardigheidscomplex, zijn irrationele hunkering naar faam, zijn woede jegens producenten en platenmaatschappijen die hem in de steek laten. Bobbie die wraak neemt – met de machete.

Zelf zegt Joyce Carol Oates dat haar boek de morele chaos in de nasleep van de sixties in kaart brengt: „Bobbie Gotteson is een miserabel slachtoffer, een geperverteerde ‘zoon van God’ (zoals Manson een geperverteerde ‘zoon-van-de-mens’ was). Zoals Manson had hij een verschrikkelijke jeugd, maar anders dan Manson ziet hij zichzelf nooit als een verlosser, en zijn z’n emoties eerder naïef dan calculerend.”

Wát een feest blijkt Spider Monkey. Als lokkertje waag ik een vertaling. Bobbie Gotteson: „Maar deze recente gebeurtenissen, de machete heel erg tot leven komend, zwiepend en stotend en pulserend op een manier die de gitaar niet kon, die maakte mij bang, omdat mijn ziel gedurende zulke tijden een black-out kreeg […].”