N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De Pakistaanse oud-premier Imran Khan (70) is zaterdag veroordeeld tot drie jaar cel voor corruptie, en vervolgens werd hij gearresteerd. Dat melden lokale media. Zijn partij, PTI, heeft aangekondigd door te procederen tot aan het hooggerechtshof om de veroordeling ongedaan te maken.
Tegen Khan lopen meer dan 150 rechtszaken, uiteenlopend van terrorisme tot aanzetten tot geweld. Volgens zijn aanhangers zijn die zaken aangespannen om Khan politiek te dwarsbomen. De juridische euvels komen voor Khan op een uiterst slecht moment; de nieuwe parlementsverkiezingen vinden plaats vóór november van dit jaar. Door de veroordeling zou Khan van deelname kunnen worden uitgesloten.
Khan was van 2018 tot 2022 premier van Pakistan, tot hij de steun van het leger verloor en een motie van wantrouwen tegen hem werd aangenomen vanwege de penibele economische situatie waarin Pakistan verkeerde. Sindsdien is Khan de prominentste oppositiepoliticus, en nog altijd een factor van belang in de Pakistaanse politiek.
In mei werd Khan ook al eens opgepakt in verband met de onrechtmatige uitwisseling van stukken grond. Het leidde tot grote volkswoede; meer dan tweeduizend demonstranten werden opgepakt. Khan, destijds geen premier meer maar wel leider van de grootste oppositiepartij, sprak van een „kidnapping” om zijn politieke campagne te saboteren. Het Pakistaanse Hooggerechtshof besloot diezelfde week nog dat Khan vrijgelaten moest worden.
Lees ook Waarom Pakistan oud-premier Khan wil arresteren, en twee andere vragen